ECLI:NL:RBNHO:2017:8469

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 september 2017
Publicatiedatum
16 oktober 2017
Zaaknummer
6208538 AO VERZ 17-55
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Formele ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft de besloten vennootschap SVP Distributie & Levering B.V. (hierna: SVP) een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij, hierna aangeduid als [verweerder]. De reden voor dit verzoek is een verstoorde arbeidsverhouding, waarbij SVP stelt dat herplaatsing van [verweerder] niet meer mogelijk is. De zitting vond plaats op 11 september 2017, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

Tijdens de procedure heeft [verweerder] erkend dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer redelijk is. Beide partijen zijn het erover eens dat herplaatsing niet meer mogelijk is. De kantonrechter heeft op basis van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) geoordeeld dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter heeft besloten de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 december 2017 te ontbinden, zonder dat aan de ontbinding een vergoeding is verbonden. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is op 13 september 2017 in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. P.J. Jansen, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 6208538 \ AO VERZ 17-55
Uitspraakdatum: 13 september 2017
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap SVP Distributie & Levering B.V.
gevestigd te Purmerend
verzoekende partij
verder te noemen: SVP
gemachtigde: mr. E. Akopova
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. B. Eskes

1.Het procesverloop

1.1.
SVP heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 11 september 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
SVP verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW). Aan dit verzoek legt SVP ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van [verweerder] niet meer mogelijk is.
2.2.
[verweerder] heeft erkend dat inmiddels sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van SVP in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook [verweerder] ziet geen mogelijkheden meer voor herplaatsing.
2.3.
Nu [verweerder] heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is, en partijen het erover eens zijn dat die verstoring onherstelbaar is en herplaatsing van [verweerder] niet meer mogelijk moet worden geacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Gelet op de standpunten van partijen is immers sprake van een redelijke grond voor ontbinding als bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW, en is er geen mogelijkheid tot herplaatsing van [verweerder] .
2.4.
Mede gelet op het standpunt van partijen ten aanzien van de geldende opzegtermijn zal de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW worden ontbonden met ingang van 16 december 2017.
2.6.
Nu aan de ontbinding geen vergoeding wordt verbonden, hoeft SVP geen gelegenheid te krijgen voor intrekking van haar verzoek.
2.7.
Gezien de uitkomst van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 16 december 2017;
3.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 13 september 2017 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter