3.7.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de als feiten 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde gedragingen heeft begaan, in dier voege dat
feit 1:
hij op tijdstippen in de periode van 1 november 2014 tot en met 29 augustus 2016 te Uitgeest en/of Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad en/of Akersloot en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland, meermalen,
telkens met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten (in totaal) een groot geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, met voornoemd oogmerk – zakelijk weergeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zich voorgedaan als een persoon genaamd [alias] van evenementenbureau [het evenementenbureau] en aan bovengenoemde rechtspersoon diensten aangeboden (onder de naam [het evenementenbureau] ), waarbij onder meer telkens werd voorgehouden en/of voorgewend en/of afgesproken dat:
- [het evenementenbureau] contacten had in de artiestenwereld, en/of
- aanbetalingen en/of gage betaald diende te worden om de artiesten te boeken, en/of
- er een fases-systeem bestond waarbij de aanbetaling en/of gage steeds hoger werd, en/of
- de aanbetalingen niet terugbetaald zouden worden wanneer de aanvullende voorschotten en/of bedragen niet betaald werden, en/of
- de fases en/of aanbetalingen gebruikelijk zijn in de artiestenwereld door e-mails te verzenden en/of door te sturen die zogenaamd afkomstig waren van [manager 1] , werkzaam bij boekingskantoor [boekingskantoor] en [manager 2] , werkzaam voor Marco Borsato, en/of
- overboekingen/aanbetalingen aan management van artiesten waren verricht, door betalingswijzen te tonen en/of te mailen, en/of
- wanneer een artiest uiteindelijk niet kwam optreden, de aanbetalingen en/of gage terug gestort zou worden;
waardoor bovengenoemde rechtspersoon werd bewogen tot bovengenoemde afgiftes;
feit 2:
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2015 tot en met 31 december 2015 te Uitgeest en/of Akersloot en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken geschriften te weten:
- Een factuur van 10-07-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/DOC-001, 11/15), en
- Een factuur van 10-07-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/DOC-001, 12/15), en
- Een factuur van 15-09-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60291/DOC-028), en
- Een factuur van 15-09-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60291/DOC-029), en
- Een factuur van 30-11-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/DOC-002, 7/18), en
- Een factuur van 30-11-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/ DOC-002, 8/18), en
- Een factuur van 30-11-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/DOC-002, 9/18), en
- Een factuur van 30-11-2015 van [het evenementenbureau] aan [benadeelde 1] (60024/DOC-002, 11/18);
telkens zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, zulks met het oogmerk om dit als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
immers hebben hij en zijn mededader telkens in strijd met de waarheid in voornoemde facturen opgenomen dat [benadeelde 1] betaald heeft aan [het evenementenbureau] (voor de bemiddeling) voor optredens en/of gage en/of aanbetalingen voor de artiesten Dotan en/of Kensington, terwijl hij, verdachte, of [het evenementenbureau] nimmer een optreden heeft geboekt/geregeld met de artiesten Dotan en Kensington;
feit 3:
hij op tijdstippen in de periode van 12 februari 2015 tot en met 8 maart 2016 te Uitgeest en/of Akersloot en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland, telkens
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift als ware het echt en onvervalst, te weten e-mailberichten, zijnde zo’n e-mailbericht een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid hierin dat
- in het e-mailbericht 60291/DOC-020 (1/15 - 3/15) van 12 februari 2015, valselijk en in strijd met de waarheid een e-mailbericht van [manager 1] was toegevoegd, terwijl dit e-mailbericht niet is opgemaakt en verstuurd door [manager 1] ;
- in het e-mailbericht 60291/DOC-019 van 15 mei 2015, valselijk en in strijd met de waarheid een e-mailbericht van [manager 1] was toegevoegd, terwijl dit e-mailbericht niet is opgemaakt en verstuurd door [manager 1] en
- in het e-mailbericht 60291/DOC-008 van 10 juli 2015, valselijk en in strijd met de waarheid een e-mailbericht van [manager 1] was toegevoegd, terwijl dit e-mailbericht niet is opgemaakt en verstuurd door [manager 1] en
- in het e-mailbericht 60291/DOC-007 (1/8 en 2/8) van 8 maart 2016, valselijk en in strijd met de waarheid e-mailberichten van [manager 1] en [manager 2] waren toegevoegd, terwijl deze e-mailberichten niet zijn opgemaakt en verstuurd door [manager 1] en/of [manager 2] ;
en bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, de geschriften met het oog op het verkrijgen van gelden van [benadeelde 1] heeft verstuurd aan [boekhouder benadeelde 1] (een medewerker van [benadeelde 1] ), terwijl hij wist dat die geschriften bestemd waren om als waren zij echt en onvervalst te gebruiken;
feit 4:
hij op tijdstippen in de periode van 1 november 2014 tot en met 29 augustus 2016 te Uitgeest en/of Koog aan de Zaan en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland, van voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van 1.908.899,02 euro (60024/AMB-010, 60024/AMB-011, 57261/AMB-022) en
- een geldbedrag van tenminste in totaal 2.717.645,07 euro (60024/AMB-010, 60024/AMB-011, 57261/AMB-022) en
- een auto (Mercedes-Benz, kenteken [kenteken] ) (60291/DOC-026), en
- een auto (Opel Insignia, kenteken [kenteken] (60291/DOC-027)
de werkelijke aard en de herkomst en de vindplaats heeft verborgen en/of verhuld
en/of voornoemde voorwerpen heeft verworven en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van voornoemde voorwerpen gebruik heeft gemaakt,
door die geldbedragen te laten storten en/of te storten op rekeningen waar hij, verdachte, de beschikking over had en vervolgens die geldbedragen gedeeltelijk contant op te laten nemen of op te nemen of te laten doorstorten op andere persoonlijke rekeningen van hem verdachte,
terwijl hij, verdachte, telkens wist, dat bovenomschreven geldbedragen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf en van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
feit 5:
hij in de periode van 19 februari 2014 tot en met 2 mei 2014 te Koog aan de Zaan en/of Utrecht en/of Amsterdam en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland, een geschrift, te weten;
een vonnis van de rechtbank Amsterdam afdeling privaatrecht d.d. 14 maart 2014 (DOC-040 p. 8), met zaaknummer/rolnummer: [rolnummer] ,
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte valselijk en in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – de tekst van het originele vonnis (dat oorspronkelijk was gedateerd 19 februari 2014 met zaaknummer/rolnummer [rolnummer] (doc-041), bijna volledig vervangen door een andere tekst en
heeft die nieuwe tekst een inhoud gekregen waarin gesteld werd dat genoemde investeerders betalingen moesten verrichten aan en ten behoeve van [verdachte] ,
terwijl hij wist dat dat vonnis bestemd was om als ware het echt en onvervalst te gebruiken;
hij in de periode van 17 maart 2014 tot en met 9 juli 2014 te Koog aan de Zaan en/of Utrecht en/of Amsterdam en/of Hoorn en/of Wormerveer, althans in Nederland,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift, te weten een vonnis van de Rechtbank Amsterdam afdeling privaatrecht d.d. 14 maart 2014 en (DOC-040 p. 8), met zaaknummer/rolnummer: [rolnummer] zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid hierin dat
de tekst van het originele vonnis van de Rechtbank Amsterdam afdeling privaatrecht
(oorspronkelijk gedateerd de dato 19 februari 2014 met zaaknummer/rolnummer [rolnummer] (doc-041) is vervangen voor de tekst van het zogenaamde vonnis van 14 maart 2014 waarin gesteld werd dat genoemde investeerders betalingen moesten verrichten aan en ten behoeve van [verdachte] ,
en bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, dat geschrift met het oog op het verkrijgen van gelden van [benadeelde 2] heeft verstuurd aan [benadeelde 2] , vergezeld van begeleidende e-mails, terwijl hij wist dat dat geschrift bestemd was om als ware het echt en onvervalst te gebruiken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte als feiten 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.