ECLI:NL:RBNHO:2017:8398

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2017
Publicatiedatum
11 oktober 2017
Zaaknummer
C/15/17/251 F
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van een bestuurder van een Vereniging van Eigenaren na niet-nakoming van betalingsverplichtingen en conservatoir beslag

Op 11 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het flatgebouw Karel Doormanstraat 2-10 te Zandvoort een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend tegen [verweerder]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerder], als bestuurder van de VvE, ten onrechte betalingen heeft verricht voor een bedrag van € 115.290,32, en dat hij niet heeft voldaan aan een betalingsregeling die was overeengekomen. Daarnaast heeft [verweerder] een openstaande vordering van de VvE van het Flatgebouw Welgelegen van € 85.541,87. Er loopt ook een strafrechtelijk onderzoek waarbij de Officier van Justitie conservatoir beslag heeft gelegd op de woning van [verweerder].

De rechtbank oordeelt dat [verweerder] in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat het conservatoire beslag op zijn woning niet leidt tot een ander oordeel. De rechtbank heeft de vordering van de VvE en de steunvordering van de VvE Welgelegen niet weersproken geacht, en heeft geconcludeerd dat [verweerder] in staat van faillissement moet worden verklaard. De rechtbank benoemt mr. M. Wouters tot rechter-commissaris en mr. K.J. Willemse tot curator. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 oktober 2017, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLANDvonnis faillietverklaring
Afdeling Privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
rekestnummer: C/15/264132 / FT RK 17/1417
insolventienummer : C/15/17/251 F
uitspraakdatum: 11 oktober 2017
Op 14 september 2017 is ingekomen een verzoekschrift van:
Vereniging van Eigenaren van flatgebouw Karel Doormanstraat 2-10 te Zandvoort,
verzoekster,
advocaat mr. D.T. Mensinga te Rotterdam,
strekkende tot faillietverklaring van:
[verweerder],
geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
aldaar handelend onder de naam
[verweerder] Vastgoed Management,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer],
verweerder.
Partijen zullen hierna “de VvE” en “[verweerder] ” worden genoemd.

1.De procedure

1.1
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting d.d. 10 oktober 2017.

2.De beoordeling

2.1
Gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 van de Verordening 2015/848 van de Raad van de Europese Unie, is de rechtbank bevoegd deze hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt.
2.2
De VvE heeft aan de faillissementsaanvrage ten grondslag gelegd dat [verweerder] als bestuurder van de VvE ten onrechte verrichte betalingen heeft verricht voor een bedrag van € 115.290,32. De VvE heeft [verweerder] hier op aangesproken. [verweerder] heeft echter niet betaald. Er is een betalingsregeling overeengekomen, maar deze is door [verweerder] niet nagekomen. Daarmee is deze regeling komen te vervallen en is de vordering opeisbaar geworden. Behalve deze vordering laat [verweerder] een vordering van VvE van het Flatgebouw Welgelegen ten bedrage van € 85.541,87 onbetaald. Daarnaast loopt er een strafrechtelijk onderzoek waarbij 19 gedupeerden zijn betrokken en waarvoor de Officier van Justitie conservatoir beslag op de woning van [verweerder] heeft laten leggen. Gelet hierop verkeert [verweerder] in een toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, aldus de VvE.
2.3
[verweerder] heeft de vordering van de VvE en de steunvordering van VvE Welgelegen niet weersproken. Het faillissementsverzoek dient volgens [verweerder] te worden afgewezen, omdat hij belemmert wordt zijn schulden te voldoen, zolang er conservatoire beslag op woning ligt. Dat beslag is gelegd in verband met de vordering van de VvE. Uit de overwaarde van de woning kan de vordering van de VvE worden voldaan, aldus nog steeds [verweerder]. [verweerder] heeft weersproken dat uit het strafrechtelijke onderzoek zou blijken dat er nog meer gedupeerde Verenigingen van Eigenaren zijn.
2.4
Aangezien [verweerder] de vordering van de VvE en de steunvordering niet heeft weersproken en evenmin dat hij de vordering van de VvE op dit moment niet kan betalen, verkeert [verweerder] in de toestand dat hij is opgehouden te betalen. Hij zal daarom in staat van faillissement worden verklaard.
2.5
Het enkele feit dat [verweerder] in zijn betalingsmogelijkheden beperkt wordt vanwege het conservatoir beslag dat door de officier van justitie op zijn woning is gelegd, leidt niet tot een ander oordeel. Dat zou anders kunnen zijn als dit beslag alleen zou zijn gelegd ten behoeve van de vordering van de VvE. Het is echter voldoende aannemelijk dat het beslag niet alleen is gelegd ten behoeve van de vordering van de VvE, maar ook ten behoeve van andere gedupeerden. Een aanwijzing daarvoor is de hoogte van de inschrijving van het beslag (€ 396.542,00). Voorts blijkt uit het verzoekschrift en uit de onderbouwing van de steunvordering dat [verweerder] kennelijk heeft geschoven met gelden tussen verschillende verenigingen van eigenaren. Het beslag komt dus voor risico van [verweerder].

3.Beslissing

De rechtbank
- verklaart
[verweerder]voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. M. Wouters;
- stelt aan tot curator mr. K.J. Willemse, advocaat te Haarlem;
- geeft aan de curator last tot het openen van de aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2017 te 11.40 uur, in tegenwoordigheid van de griffier [1] .

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.