Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- Medische kosten ad € 1.272,08 + € 385,- = € 1.657,08;
- Ziekenhuisdaggeld ad € 28,-;
- Kosten vanwege aanpassingen aan de woning ad € 237,83;
- Kosten huishoudelijk hulp ad € 451,50;
- Kosten persoonlijke verzorging ad € 560,-;
- Kosten opname verlofuren partner ad € 435,84;
- Parkeerkosten ad € 22,36.
- De medische kosten kunnen niet integraal worden toegewezen, omdat de benadeelde er zelf voor heeft gekozen een verhoogd eigen risico aan te gaan. De medische kosten zijn hooguit toewijsbaar tot een bedrag van het laagste eigen risico;
- Met betrekking tot de post ziekenhuisdaggeldvergoeding refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank;
- De post aanpassingen aan de woning komt niet voor vergoeding in aanmerking, omdat die kosten, met uitzondering van de schilderbenodigdheden ad € 5,49, niet rechtsreeks in verband kunnen worden gebracht met het ten laste gelegde feit;
- De post huishoudelijke hulp kan niet worden toegewezen omdat wegens het ontbreken van een concrete onderbouwing niet is gebleken dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt;
- De post persoonlijke verzorging door partner kan niet worden toegewezen omdat onvoldoende is onderbouwd dat die kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt;
- De post tegemoetkoming voor opname verlofuren partner (verplaatste schade) kan niet worden toegewezen, omdat het kosten zijn van haar partner en niet van de benadeelde zelf;
- Verzocht wordt de gevorderde immateriële schade te matigen.
- de opgevoerde
- de vordering met betrekking tot een
- de vordering met betrekking tot de post
- de vordering met betrekking tot de post
- de vordering met betrekking tot de post
- de vordering met betrekking tot de post
- de vordering met betrekking tot de
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[aangeefster 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 8.831,33, bestaande uit € 1.331,33 voor de materiële en € 7.500,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangeefster 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
79 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[aangever 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 550,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangever 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
11 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.