3.3.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij op 31 oktober 2014 in de gemeente Oostzaan met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (bloemisterij) gelegen aan het Zuideinde aldaar heeft weggenomen een geldbedrag van 1.500 euro, toebehorende aan [Bloemisterij] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, genaamd [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] , allen werkzaam in genoemde winkel, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte in die winkel een knalpistool in de hand heeft genomen en dit heeft gericht op genoemde personen, althans dit heeft getoond, en met dit pistool een schot heeft gelost;
feit 3
hij op 18 oktober 2014 in de gemeente Oostzaan met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening bij een tankstation gelegen aan de Coentunnelweg (A-8) heeft weggenomen 33,94 liter benzine, toebehorende aan B.P. de Coentunnel;
feit 4
hij op tijdstippen op 25 september 2015 in de gemeente Oostzaan een persoon, genaamd [slachtoffer 5] , en een persoon, genaamd [slachtoffer 6] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk voornoemde [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] dreigend de woorden toegevoegd: “Ik maak jullie allebei af” en/of “Ik pak een mes en ik steek je neer” en/of “Ik ga je vermoorden” en/of “Ik maak je dood” en een persoon, genaamd [slachtoffer 6] , heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 6] dreigend de woorden toegevoegd: “Ik sla je helemaal in elkaar”;
feit 5
hij op tijdstippen op 25 september 2015 in de gemeente Oostzaan telkens opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 5] , en een persoon, genaamd [slachtoffer 6] , in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem/haar het woord “Kankerzwarte” of “Kankerneger” toe te voegen;
feit 6
hij op 25 september 2015 in de gemeente Oostzaan door bedreiging met geweld een ambtenaar, [slachtoffer 7] , brigadier van politie, werkzaam in de functie van wijkagent Oostzaan bij de Eenheid Noord-Holland, heeft gedwongen tot het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, door toen en daar die [slachtoffer 7] dreigend mede te delen: “Jij moet stoppen met dat onderzoek naar mij. Als jij dat niet doet, dan pak ik jou”;
feit 7
hij op 12 november 2015 in de gemeente Oostzaan een persoon, genaamd [slachtoffer 6] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk tegen een persoon, genaamd [slachtoffer 7] , brigadier van de politie Eenheid Noord-Holland, gezegd: “Luister, als ik nog een keer last heb van die zwarte kankerbuurman van mij (waarmee verdachte doelde op genoemde [slachtoffer 6] ), dan snijd ik zijn strot van oor tot oor open”;
feit 8
hij op 10 januari 2016 in de gemeente Oostzaan een persoon, genaamd [slachtoffer 8] , hoofdagent van de politie Eenheid Noord-Holland, heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 8] dreigend de woorden toegevoegd: “Ik onthoud jullie kankerkoppen. Ik pak jullie later nog wel een keer”;
feit 9
hij op 10 januari 2016, omstreeks 01.41 uur, in de gemeente Oostzaan als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, daarmee heeft gereden over de Kolkweg, waar ter plaatse een maximum snelheid gold van 80 kilometer per uur, met een snelheid van ongeveer 140 kilometer per uur, en gekomen bij de kruising van die weg met het Zuideinde, toen een driekleurig verkeerslicht rood licht straalde in zijn rijrichting, niet is gestopt, en vervolgens zijn weg heeft vervolgd over het Zuideinde en toen de verlichting van de door hem bestuurde personenauto heeft gedoofd, en vervolgens zonder richting aan te geven rechtsaf de Burgemeester Swartstraat is ingereden, en vervolgens met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse heeft gereden over de Burgemeester Van Leeuwenstraat en de Burgemeester Teerstraat en de Kerkstraat, en vervolgens over het trottoir van de Burgemeester Swartstraat heeft gereden, en vervolgens met wederom een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse heeft gereden over de Burgemeester Bratstraat en op de Begoniastraat een trottoir is opgereden, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die wegen werd veroorzaakt.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder deze feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.