Bij e-mail van 2 december 2015 heeft [A.] het volgende aan [B.] en [C.] meegedeeld:
“Hi [B.],
Toch nog even wat zaken op schrift zodat jullie dit morgen in gesprek eenvoudig kunnen voorleggen op moment dat jullie dit het beste uitkomt.
A)Metallium/United Metals, heeft oa een voorraad ijzer/TATA, kwaliteit 2B en 3B, geleverd om tzt uitlevering aan hoofdzakelijk staalfabriek Tata, bij overslag Transko/Koster liggen,
(1e bijlage = overslag Metallium = 1.450,002 ton kwaliteit 3B + 962,617 ton kwaliteit 2B = ruim 450.000,= EUR. Materiaal op huidige verkoop)
B)Metallium heeft tevens ook schroot bij/van Koster Metalen gekocht en grotendeels geleverd gekregen (geleverd op Koster/Transko haar terrein) wat wij en leverancier Koster Metalen binnen de betalings/verrekenings afspraken grotendeels verrekend hebben en als Metallium voorraad moet worden aangemerkt. (2e bijlage 3e document is uitgeleverd op terrein Koster-Transko en betaald door verrekening / 1e en 2e document in 2e bijlage is geleverd op terrein Koster-Transko en betaald door verrekening maar nog niet uitgeleverd aan Metallium / 4e document in 2e bijlage is nog niet verrekend en nog niet betaald en wil Metallium bevestiging van levering van hebben)
-Graag morgen melding maken bij bank dat zowel A als B niet onder de verpanding kunnen vallen van de bank en dat jullie deze materialen af willen geven aan de eigenaar en daar graag toestemming voor krijgen.
-Voor MateriaalBwensen jullie eea met grootste spoed om te werken, graag dan ook hier de gelegenheid/toestemming voor laten geven door de bank.
-Kunnen jullie sowieso, mij zo ruim in tijd als mogelijk, vooraf berichten, als er bij jullie een vermoeden gaat zijn dat er een surseance van betaling moet gaan worden aangevraagd?
-Mocht er door jullie bankcontact morgen geen toestemming geven worden, graag aansluitend mij de contact gegevens verstrekken zodat ik hier de bal kort kan spelen.”