ECLI:NL:RBNHO:2017:7646
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ontslag op staande voet en afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2017 uitspraak gedaan in twee gelijktijdig behandelde zaken, waarbij de verzoeker, een werknemer, het ontslag op staande voet aanvecht dat door zijn werkgever, Menzies World Cargo (Amsterdam) B.V., is gegeven. De werknemer, die sinds 1994 bij Menzies werkzaam was, werd op 29 mei 2017 ontslagen na een incident op 26 mei 2017, waarbij hij in een schermutseling met een collega betrokken was. De werkgever stelde dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege een dringende reden, maar de kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De rechter concludeerde dat de schermutseling niet van dien aard was dat het ontslag gerechtvaardigd kon worden. De kantonrechter heeft het verzoek van de werknemer om wedertewerkstelling en doorbetaling van loon toegewezen, en de werkgever veroordeeld in de proceskosten. In de tweede zaak, waarin de werkgever een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst had ingediend, werd dit verzoek afgewezen, omdat er geen redelijke grond voor ontbinding was. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer geen ernstig verwijtbaar gedrag had vertoond dat een ontbinding rechtvaardigde.