ECLI:NL:RBNHO:2017:7403

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juli 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
5908291 / AO VERZ 17-53
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en toekenning transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen InterXion HeadQuarters B.V. en een werkneemster. De werkneemster, die sinds 2011 in dienst was als Financial Accountant, had een verstoorde arbeidsrelatie met haar werkgever, wat leidde tot het verzoek van InterXion om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter oordeelde dat de communicatie tussen partijen ernstig verstoord was en dat herplaatsing niet mogelijk was. De werkneemster had verweer gevoerd tegen het ontslag en verzocht om een schadevergoeding, maar de kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om een billijke vergoeding toe te kennen, aangezien de werkgever niet ernstig verwijtbaar had gehandeld. De kantonrechter kende de werkneemster een transitievergoeding toe van € 9.566,- en een bonus van € 5.000,- over 2016. Tevens werd InterXion veroordeeld tot het verstrekken van een getuigschrift. De werkneemster werd in de proceskosten veroordeeld, die aan de kant van InterXion op € 717,- werden vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de werkgever kreeg de mogelijkheid om het verzoek tot ontbinding in te trekken binnen een bepaalde termijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5908291 / AO VERZ 17-53
Uitspraakdatum: 21 juli 2017
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
InterXion HeadQuarters B.V.,
gevestigd te Schiphol-Rijk
,
verzoekende partij
verder te noemen: InterXion
gemachtigde: mr. S. Remers
tegen
[werkneemster],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij
verder te noemen: [werkneemster]
procederend in persoon
gemachtigde: voorheen: mr. S. de Jong

1.Het procesverloop

Verwezen wordt naar de volgende stukken:
-het verzoekschrift van 14 april 2017;
-het verweerschrift zijdens [werkneemster] ;
[werkneemster] is zonder bericht niet verschenen op de zitting van 23 juni 2017. Hierna heeft InterXion [werkneemster] bij exploot opgeroepen voor de zitting van 14 juli 2017 welke in aanwezigheid van partijen heeft plaatsgevonden. Voorafgaand aan de zitting zijn door beide partijen stukken overgelegd en door [werkneemster] onder meer een USB stick met daarop een geluidsopname. Tijdens de zitting heeft InterXion pleitnotities overgelegd.

2.Het verzoek en het verweer

2.1.
InterXion verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 1 jo. lid 3 sub e, althans sub g BW. Herplaatsing ligt niet in de rede, aldus InterXion.
2.2.
[werkneemster] heeft zelf een verweer opgesteld en als bijlage daarbij het concept verweerschrift gevoegd dat haar gemachtigde had opgesteld. Dit - ongenummerde, uitgebreide- verweerschrift, besluit met de volgende conclusie:
“Het door Interxion gewenste ontslag is ongelooflijk onredelijk en werkelijk op geen enkele grond gebaseerd. Gezien de ernstig verstoorde werkrelatie tussen [werkneemster] en Interxion, lijkt een schadevergoeding aan [werkneemster] de enige uitweg. Zij is zeer ernstig benadeeld en vind 2 keer het bruto jaarsalaris een redelijke vergoeding. Tevens vraagt [werkneemster] Interxion te verplichten een goede referentie af te geven mochten toekomstige werkgevers hierom vragen, en de nog altijd niet betaalde, bonus over 2016 uit te betalen.”
2.3.
De kantonrechter begrijpt de verzoeken van [werkneemster] zoals gedaan in het verweerschrift en mede gelet op de daarover tussen partijen gevoerde correspondentie, en gelet op hetgeen ter zitting aan de orde is geweest, als:
-een verzoek om toekenning van de transitievergoeding (in het als productie bijgevoegde verweer van de gemachtigde wordt gesteld dat er
“geen reden is om geen transitievergoeding toe te kennen”)
-een verzoek om toekenning en uitbetaling van de bonus van 10 % van het bruto jaarsalaris zoals bedoeld onder 6.2 van de arbeidsovereenkomst;
-een verzoek tot het verstrekken van een goed getuigschrift.
Noch in het verweer van [werkneemster] zelf, noch in het verweer van de gemachtigde wordt verzocht om toekenning van een billijke vergoeding. Hoewel [werkneemster] in haar verweerschrift verwijten maakt aan InterXion, en aannemelijk is dat zij bedoelt te stellen dat er een verband bestaat tussen deze verwijten en de gevraagde “schadevergoeding” heeft de gemachtigde van InterXion terecht gesteld dat zijn cliënte onredelijk benadeeld wordt wanneer een verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding wordt “ingelezen”, nu een dergelijk verzoek niet expliciet is gedaan door [werkneemster] of haar vorige gemachtigde.

3.De feiten

3.1.
[werkneemster] , geboren [in 1973] , is sinds 2011 in dienst van InterXion.
Laatstelijk bekleedt zij de functie van Financial Accountant HQ.
3.2.
Het laatstgenoten salaris van [werkneemster] bedraagt € 4.802,- bruto, waarvan € 4151,39 salaris, € 332,11 vakantietoeslag en € 318,50 aan toelage.
3.3.
Over het jaar 2015 heeft [werkneemster] een goede evaluatie gehad van haar functioneren.
3.4.
Omstreeks april 2015 heeft de leidinggevende van [werkneemster] , [leidinggevende] , [werkneemster] voorgedragen voor een wijziging van functie(titel), te weten de functie van “Deputy Finance Manager”. Dit verzoek is niet gehonoreerd.
3.5.
Hierna is de verstandhouding tussen partijen verslechterd. Op 25 januari en 7 maart 2017 zijn gesprekken gevoerd tussen InterXion en [werkneemster] .

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat op grond van de stukken en hetgeen ter zitting is verhandeld, genoegzaam vast staat dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig en duurzaam is verstoord, en dat partijen het hierover zelf ook eens zijn. In dit verband wordt verwezen naar het hiervoor weergegeven citaat uit het verweerschrift, de correspondentie tussen partijen sinds medio 2016 en de geluidsopname van het gesprek op 7 maart 2017. Hieruit blijkt dat normale en constructieve communicatie tussen partijen niet meer mogelijk is. [werkneemster] beticht InterXion in haar verweerschrift van “leugens”, haar leidinggevenden zouden “onprofessioneel gedrag” laten zien en haar “misbruiken, vernederen en afzeiken”. InterXion stelt op haar beurt dat het functioneren van [werkneemster] sinds medio 2016 is verslechterd. Zowel de inhoud als de toon van de stukken en het op 7 maart 2017 gevoerde gesprek, waarvan de opname tijdens de zitting (gedeeltelijk) is afgespeeld voert tot de conclusie dat de kantonrechter met partijen van mening is dat sprake is van een ernstige, duurzame verstoring van de arbeidsverhouding, terwijl gesteld noch gebleken is dat herplaatsing mogelijk is. Deze verstoring lijkt mede een gevolg van de opstelling van [werkneemster] , haar kennelijke onvermogen om te reflecteren op haar eigen aandeel in het conflict en haar fixatie op bepaalde ideeën, zoals het feit dat zij stelt tijdens het gesprek op 25 januari 2017 daadwerkelijk te zijn ontslagen, terwijl InterXion aangeeft slechts haar voornemen tot beëindiging kenbaar gemaakt te hebben. Ook nadat de kantonrechter aan [werkneemster] had uitgelegd dat haar standpunt ten aanzien van een ontslag op 25 januari 2017 in haar eigen nadeel zou werken (immers, in dat geval zou de vervaltermijn voor het in rechte inroepen van de nietigheid van het ontslag op grond van artikel 7:686a lid 4 BW zijn verstreken), volhardde zij in dit standpunt. In de geluidsopname van het gesprek van 7 maart 2017 is te beluisteren dat [werkneemster] opmerkt
“mijn zelfreflectie is perfect”. Op de vraag ter zitting wat naar haar idee de reden is dat InterXion wenst te streven naar beëindiging van het dienstverband antwoordde zij dat [leidinggevende] zich (in zijn positie binnen het bedrijf) door haar bedreigd zou voelen.
4.2.
De verzochte ontbinding zal dan ook op grond van een verstoorde arbeidsverhouding worden toegewezen. Gesteld noch gebleken is dat [werkneemster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld in de zin van artikel 6:673 lid 7 sub c BW ten aanzien van het ontstaan van deze verstoring, zodat de wettelijke transitievergoeding op grond van artikel 7:673 BW zal worden toegewezen. De kantonrechter baseert het bruto maandsalaris op het bedrag zoals vermeld op de specificatie van € 4.802,- bruto. Op grond van artikel 2 van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en Transitievergoeding, wordt hierbij opgeteld een bedrag ter grootte van 1/12 van de jaarlijkse bonus van 10 % van € 50.000,-- bruto, zijnde € 416,66 bruto, waarmee het maandsalaris komt op € 5218,66 bruto. De transitievergoeding komt daarmee op € 9.566,-- bruto.
4.3.
Nu niet is verzocht om toekenning van een billijke vergoeding kan de kantonrechter hierover geen oordeel geven. Ten overvloede wordt echter overwogen dat noch op grond van de stukken, noch op grond van het verhandelde ter zitting, de indruk bestaat dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld jegens [werkneemster] .
4.4.
Ten aanzien van het nevenverzoek tot toekenning van de bonus wordt het volgende overwogen. Ingevolge artikel 6.2 van de arbeidsovereenkomst heeft [werkneemster] recht op een variabele bonus van maximaal 10 % van het “total fixed income” per jaar. Blijkens de toepasselijke bonus-regeling (productie 5 bij verzoekschrift) wordt de bonus berekend op basis van de individuele prestaties, de team prestaties en de bedrijfsresultaten. Voorts wordt de bonus toegekend op basis van het behalen van de individuele doelstellingen, het feit dat de werknemer op 31 december van het betreffende jaar nog werkzaam was voor InterXion en gedurende het betreffende jaar niet op non actief was gesteld. Naar het oordeel van de kantonrechter moet ervan uit worden gegaan – nu over 2016 geen functioneringsgesprek is gehouden en de enige directe collega van [werkneemster] de maximale bonus van 10 % heeft ontvangen – dat aan voornoemde vereisten is voldaan. De vordering van [werkneemster] tot toekenning van de maximale bonus van 10 % van haar bruto jaarsalaris zal derhalve worden toegewezen, zijnde € 5.000,-- bruto.
4.5.
InterXion heeft ter zitting aangegeven [werkneemster] niet te zullen houden aan het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst.
4.6.
Ten slotte wordt overwogen dat zowel uit de stukken als hetgeen ter zitting aan de orde is geweest, blijkt dat InterXion meerdere voorstellen heeft gedaan die het niveau van de transitievergoeding overstegen en in de lijn lagen van hetgeen hiervoor is overwogen. Ook is van de zijde van InterXion - begin 2017 - mediation voorgesteld, welke niet van de grond is gekomen doordat partijen niet tot een gezamenlijke keuze van een mediator konden komen. De gemachtigde van InterXion heeft aangegeven met beide voorgaande gemachtigden van [werkneemster] constructief overleg te hebben gepleegd, maar dat dit niet tot een oplossing heeft geleid omdat [werkneemster] zelf zich uiteindelijk steeds terug trok uit het overleg. [werkneemster] heeft een, in het licht van de wettelijke bepalingen, volstrekt onrealistische eis op tafel gelegd van 2 bruto jaarsalarissen en is tot en met de zitting in de onderhavige procedure niet aanspreekbaar gebleken op het realiteitsgehalte daarvan. Mede tegen deze achtergrond is de kantonrechter van mening dat [werkneemster] veroordeeld dient te worden in de proceskosten.
4.7.
Nu aan de ontbinding een vergoeding wordt verbonden, namelijk toekenning van de transitievergoeding, zal InterXion gelet op artikel 7:686a lid 6 BW in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn.
Indien InterXion het verzoek intrekt, zal zij de proceskosten van [werkneemster] moeten betalen. Aangezien [werkneemster] zich niet door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan, worden de proceskosten bepaald op nihil.
4.8.
Het verzoek van [werkneemster] om InterXion te veroordelen tot afgifte van een goed getuigschrift zal (slechts) worden toegewezen voor zover het betreft afgifte van een getuigschrift op de voet van artikel 7:656 lid 2 BW. Het getuigschrift dient te vermelden:
“a. de aard van de verrichte arbeid en de arbeidsduur per dag of per week;b. de begindatum en de einddatum van het dienstverband;c. een opgave van de wijze waarop de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan;d. een opgave van de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd;e. indien de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, de reden daartoe.”In artikel 7:656 lid 3 BW is bepaald:
“De in lid 2, onderdelen c, d en e, genoemde gegevens worden slechts op verzoek van de werknemer in het getuigschrift vermeld.”

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
bepaalt dat de termijn, waarbinnen InterXion het verzoek kan intrekken (door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffier, met toezending van een kopie daarvan aan de (gemachtigde van de) wederpartij), zal lopen tot en met 28 juli 2017.
Voor het geval de werkgever het verzoek niet binnen die termijn intrekt:
5.2.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 september 2017;
5.3.
.veroordeelt InterXion om aan [werkneemster] een transitievergoeding te betalen van € 9.566,-- bruto;
5.4.
veroordeelt InterXion om aan [werkneemster] € 5.000,-- bruto ter zake de bonus over 2016 te betalen;
5.5.
veroordeelt InterXion om aan [werkneemster] een getuigschrift te verstrekken;
5.6.
veroordeelt [werkneemster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van InterXion tot en met vandaag vaststelt op € 717,-- te weten:
€ 117,-- griffierecht
€ 600,-- salaris gemachtigde
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Voor het geval de werkgever het verzoek binnen die termijn intrekt:
5.8.
veroordeelt InterXion tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [werkneemster] tot en met vandaag vaststelt op nihil.
Deze beschikking is gewezen door T.S. Pieters, kantonrechter en op 21 juli 2017 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter