In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij de gemeente Enkhuizen, bezwaar aangetekend tegen de salarisspecificatie van februari en november 2015, waarin hij geen forensenvergoeding ontving na de fusie van zijn gemeente met andere gemeenten tot de SED organisatie. Eiser ontving voorheen een maandelijkse forensenvergoeding van € 24,38, maar na de fusie is deze regeling gewijzigd, waardoor hij geen recht meer had op deze vergoeding. Eiser heeft zijn bezwaar tegen de salarisspecificatie ingediend via de FNV, die ook bezwaar maakte tegen de wijziging van de forensenvergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de SED organisatie een sociaal statuut en een onderhandelingsakkoord heeft vastgesteld, waarin de nieuwe arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd. Eiser meent recht te hebben op volledige compensatie van de forensenvergoeding op basis van het sociaal statuut, maar de rechtbank oordeelt dat de regeling correct is vastgesteld en dat er geen recht bestaat op compensatie van vervallen onkostenvergoedingen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst erop dat de uitkomst van het onderhandelingsproces kan leiden tot nadelige gevolgen voor werknemers. De uitspraak is gedaan door rechter W.B. Klaus op 30 augustus 2017.