Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] handelend onder de naam FA. STUIJT -TERRA,
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure in de zaak 16-274
2.De procedure in de zaak 16-415
3.De feiten
“
BouwblokgesprekkenVoor agrariërs die op korte termijn, concrete uitbreidingsplannen hebben die buiten het bouwvlak vallen of de vorm van het bouwvlak willen wijzigen, worden zogenaamde ‘bouwblokgesprekken’ georganiseerd. Tijdens deze gesprekken worden de wensen geïnventariseerd en de mogelijkheden voor de directe aanpassing van het bouwvlak in het nieuwe bestemmingsplan besproken. Van belang daarbij is dat bij het vergroten van het bouwvlak in het nieuwe bestemmingsplan een grondexploitatieovereenkomst moet worden afgesloten, waarin de gemaakte kosten worden vastgelegd en zaken als planschade worden geregeld.”
- Voor agrarische bedrijven die in de toekomst willen uitbreiden (hun bouwblok willen vergroten tot 2 hectare), wordt een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen.
- Voor agrarische bedrijven die nu al redelijk concrete uitbreidingsplannen hebben die buiten het bouwvlak vallen of de vorm van het bouwvlak willen wijzigen, worden bouwblokgesprekken georganiseerd.
- In beide gevallen, zal een exploitatieovereenkomst moeten worden afgesloten.
- Gesprekken worden in maart 2012 gevoerd, duren een half uur
- Doel: inventariseren wensen van de ondernemer en bespreken mogelijkheden voor directe aanpassing van het bouwvlak in het bestemmingsplan.
- Voorwaarden:- uitbreiding moet redelijk concreet zijn.- uitbreiding moet op korte termijn gerealiseerd worden (binnen circa 2 jaar).- er moet een exploitatieovereenkomst worden afgesloten.
- Wanneer een bestemmingsplan nieuwe bouwmogelijkheden biedt (zoals bij het vergroten van een bouwvlak) is de gemeente VERPLICHT om de kosten te verhalen op de betreffende initiatiefnemers.
- Het gaat hierbij om de planontwikkelingskosten (plankosten, onderzoekskosten, ambtelijke kosten e.d.)
- Bij de verdeling van de kosten wordt rekening gehouden met de betreffende vergroting van de bouwmogelijkheden.
- Kostenverhaal vindt plaats door een exploitatieovereenkomst af te sluiten met de betreffende initiatiefnemers.
- Als geen overeenkomst kan worden gesloten, is de gemeente verplicht om een exploitatieplan vast te stellen.
- In een exploitatieovereenkomst worden afspraken gemaakt over het verhalen van de door de gemeente te maken kosten.
- Onderdeel van de overeenkomst is een planschade-overeenkomst.”
Ik heb geen reactie van u gehad over een eventuele wijziging van de overeenkomst en ik heb de overeenkomst nog niet van u ondertekend retour gekregen. Als u het vergroten van uw bouwblok mee wilt laten nemen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland moeten wij uiterlijk 23 januari 2013 de getekende overeenkomst hebben ontvangen. Dan hebben wij nog de ruimte om u een factuur te sturen die u voor 30 januari 2013 moet betalen. Als wij de overeenkomst niet ontvangen, zijn wij genoodzaakt de uitbreiding van uw bouwblok niet op te nemen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland.”
“(…) De Wet ruimtelijke ordening schrijft verplichtend voor, dat indien een bouwblok dusdanig wordt uitgebreid dat er extra = nieuwe bouwmogelijkheden ontstaan, de plankosten moeten worden verhaald. De gemeente heeft hierin geen keus. (…) Het is dus niet de gemeente, die dit “zomaar verzint”, maar het is de wet die ons de verplichting heeft opgelegd. Voor de hoogte van de bijdrage is, zoals ik uw adviseur heb uitgelegd, de regeling Plankosten van toepassing; ook een rijksregeling. Deze regeling is door de Raad van State aangemerkt als de meest objectieve wijze om de hoogte van de te verhalen kosten vast te stellen. (…)”
Betaalplanologiehet volgende, voor zover hier van belang, geschreven:
“(…) Voorlopig zal het oppervlak tot ca. 5000 m2 beperkt blijven.
4.Het geschil
in de zaak 16-274
- aan [eiser 1] van een bedrag van € 5.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 maart 2013 tot de dag van algehele voldoening,
- aan [eiser 2] van een bedrag van € 1.642,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 13 december 2012 tot de dag van algehele voldoening en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 9.164,00 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 9 februari 2015 tot aan de dag van algehele voldoening,
- aan [eiser 3] van een bedrag van € 3.413,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 2 november 2012 tot de dag van algehele voldoening en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 5.498,00 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 9 februari 2015 tot aan de dag van algehele voldoening;
1. a. [eiser 1] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 5.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na datum vonnis tot de dag van betaling;
b. [eiser 2] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.618,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na datum vonnis tot de dag van betaling;
niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vorderingen en verzoeken de rechtbank om de gemeente bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van deze procedur
5.De beoordeling
Is het juist – zo vraagt de CDA-fractie zich af – dat gemeenten pas verplicht zijn een exploitatieplan op te stellen als zij ook een bestemmingsplan vaststellen? Vóór dat moment bestaat er tussen partijen volledige contractsvrijheid.
extrakosteningevolge een anterieure overeenkomst vergeleken met een exploitatieplan, in relatie tot het ‘kopen’ van planologische medewerking.
De gemeente heeft aangevoerd dat zij aan de hand van de Plankostenscan de werkelijk gemaakte kosten heeft berekend die zij op grond van het exploitatieplan in rekening had kunnen brengen. In het licht van dit gemotiveerde verweer hebben eisers niet onderbouwd gesteld dat sprake is van een onjuiste toepassing van de Plankostenscan, dat de berekening niet correct is en dat, indien een exploitatieplan zou zijn opgesteld, de op eisers verhaalbare plankosten substantieel lager zouden zijn. Het lag op de weg van eisers een vergelijking te maken van de anterieur in rekening gebrachte plankosten en de kosten die op grond van een exploitatieplan in rekening hadden kunnen worden gebracht, hetgeen zij niet hebben gedaan. Zonder nadere toelichting van eisers, die ontbreekt - terwijl op hen de stelplicht en bewijslast rust – valt niet in te zien dat de gemeente een te hoge (disproportionele) bijdrage aan plankosten bij hen in rekening heeft gebracht en onevenredig meer kosten heeft verhaald dan mogelijk in het publiekrechtelijke spoor. Van belang daarbij is ook dat de gemeente onvoldoende weersproken heeft gesteld dat in de zaak [eiser 2] het in rekening gebrachte bedrag, gebaseerd op de Plankostenscan, lager is dan de werkelijk gemaakte kosten zoals die in een e-mail van 9 juli 2014 van de heer [naam 2] van de gemeente aan de adviseur van [eiser 2] inzichtelijk zijn gemaakt.
Tegenover dit gemotiveerde verweer hebben Klaver-Romein, Pater, Appelman en [eiser 1] onvoldoende gesteld dat zij door de handelwijze van de gemeente niets anders konden dan instemmen met de grondexploitatieovereenkomsten. Gesteld noch gebleken is dat de gemeente hun planologisch aanvaarde bouwplannen op financiële gronden anders zou hebben geweigerd. Gelet op het onvoldoende weersproken betoog van de gemeente is niet komen vast te staan dat bij het uitblijven van een anterieure overeenkomst de bouwplannen van Klaver-Romein, Pater, Appelman en [eiser 1] helemaal geen doorgang zouden vinden, ook niet op een later tijdstip via een wijzigingsplan. Dat, zoals gesteld, het alternatief van het wachten en het later vragen om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in werkelijkheid geen keuzemogelijkheid was, blijkt nergens uit. [eiser 3] en [eiser 2] hebben voorts geen nadere, aanvullende stellingen naar voren gebracht die ertoe leiden dat de gemeente haar bevoegdheid in hun specifieke geval heeft misbruikt.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft in het licht van het voorgaande geen nadere bespreking.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)
904,00(2 punten × tarief € 452,00)
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.