Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[naam eiser2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 699,00 per maand.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vorderen de eiseressen, die een huurovereenkomst hebben met de gedaagde, dat voor recht wordt verklaard dat de huurovereenkomst van kracht is zonder beperkingen op grond van de Leegstandwet. De gemeente Medemblik had eerder een vergunning verleend voor tijdelijke verhuur, maar deze vergunning werd ingetrokken. De eiseressen stellen dat de huurovereenkomst niet van korte duur is, zoals bedoeld in artikel 7:232 lid 2 BW, en dat de opzegging door de gedaagde niet rechtsgeldig is. De gedaagde betwist dit en stelt dat de huurovereenkomst wel degelijk van korte duur is en dat de opzegging rechtsgeldig is.
De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de vergunning rechtskracht heeft en dat de huurbescherming van toepassing is. De huurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan niet als een overeenkomst van korte duur worden gekwalificeerd. De vordering van de eiseressen wordt toegewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De tegenvordering van de gedaagde wordt afgewezen, omdat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd. De rechtbank concludeert dat de huurovereenkomst tussen partijen van kracht is zonder beperkingen op grond van de Leegstandwet.