ECLI:NL:RBNHO:2017:6186

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2017
Publicatiedatum
20 juli 2017
Zaaknummer
5173177
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van een rentebeding in een consumentenovereenkomst en de gevolgen van niet-betaling van facturen

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Netpoint Factoring B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, met betrekking tot onbetaalde facturen van een orthodontiepraktijk. De vordering betreft een bedrag van € 713,05, vermeerderd met contractuele rente van 1% per maand, die door de gedaagde niet volledig is voldaan. De gedaagde heeft betwist dat zij nog een bedrag van € 195,95 verschuldigd is, en heeft bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat zij een deel van de facturen heeft betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in totaal € 945,94 aan facturen verschuldigd was, waarvan zij al € 600,00 had betaald. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde ook een betaling van € 150,00 had gedaan, waardoor het nog te betalen bedrag op € 195,95 kwam. De kantonrechter heeft echter ook ambtshalve de contractuele rente van 1% per maand getoetst en deze als oneerlijk aangemerkt, omdat deze aanzienlijk hoger was dan de wettelijke rente. Het rentebeding is vernietigd, en de daarop gebaseerde rentevordering is afgewezen.

Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de aanmaningen niet voldeden aan de wettelijke eisen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 195,95 aan Netpoint, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5173177 \ CV EXPL 16-5664
Uitspraakdatum: 22 maart 2017
Vonnis in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Netpoint Factoring B.V.
gevestigd te Kaatsheuvel
eiseres
verder te noemen: Netpoint
gemachtigde: GGN Amsterdam
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
Netpoint heeft bij dagvaarding van 9 juni 2016 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Netpoint heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De (minderjarige) zoon van [gedaagde] , [naam zoon] , heeft een behandeling ondergaan bij Orthodontiepraktijk [naam praktijk] . De factuur van 3 oktober 2013 ter hoogte van € 908,53 en de factuur van 5 december 2013 ter hoogte van € 37,41 zijn niet (tijdig) betaald.
2.2.
De vordering op [gedaagde] is door Orthodontiepraktijk [naam praktijk] gecedeerd aan Netpoint.
2.3.
Er is tussen partijen een betalingsregeling overeengekomen. [gedaagde] heeft echter niet alle termijnen betaald.

3.De vordering

3.1.
Netpoint vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 713,05, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand over dit bedrag vanaf 9 juni 2016 tot aan de dag van algehele betaling.
3.2.
Netpoint legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] te kort schiet in de nakoming van de overeenkomst, nu zij de facturen zoals genoemd onder r.o. 2.1. niet volledig heeft voldaan. Omdat [gedaagde] de facturen, ondanks herhaalde aanmaning, niet betaalde, is zij de contractuele rente en de buitengerechtelijke kosten (ad
€ 141,89) als schadevergoeding aan Netpoint verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering gedeeltelijk. Zij voert aan – samengevat – dat Netpoint nog slechts € 117,87 van haar te vorderen heeft. Zij heeft de facturen voor het overige betaald. Zij heeft de betalingsbewijzen overgelegd over de periode 18 maart 2014-20 juli 2015 (betreffende 1x € 78,08 / 2x € 75,00 / 4x € 150,00). Netpoint haalt dossiernummers door elkaar. Er is reeds eerder een dagvaarding uitgebracht door Netpoint in deze zaak, maar die is doorgehaald.

5.De beoordeling

5.1.
Bij dagvaarding van 28 september 2015 heeft Netpoint [gedaagde] en haar partner gedagvaard met betrekking tot dezelfde vordering als thans in geschil is. Deze procedure heeft Netpoint laten doorhalen. Het gevolg hiervan is dat die procedure beëindigd is voordat door de kantonrechter over die zaak is beslist. Het stond Netpoint vrij om [gedaagde] op later tijdstip wederom voor deze vordering te dagvaarden. De door Netpoint ten aanzien van de eerste dagvaarding gemaakte kosten worden thans niet door Netpoint gevorderd.
5.2.
Het totaal van de onder r.o. 2.1. genoemde facturen is € 945,94. Niet in geschil is dat [gedaagde] reeds € 600,00 heeft voldaan. [gedaagde] voert aan dat zij op 27 februari 2014
€ 78,08 heeft voldaan en op 21 april 2015 € 150,00.
5.3.
Netpoint heeft gesteld dat de betaling op 27 februari 2014 als kenmerk 1546745 had en zag op een ander dossier. Het bedrag is op dat dossier afgeboekt. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] dit onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken, zodat deze betaling niet in mindering op de onderhavige hoofdsom kan strekken.
5.4.
Netpoint heeft voorts gesteld dat de betaling op 21 april 2015 kenmerk 3553660 had. Dat dossier was op dat moment al afgewikkeld. Het bedrag is volgens Netpoint daarom door haar op een andere vordering afgeboekt. Bij brief van 26 januari 2016 heeft Netpoint echter aan [gedaagde] gemeld dat in maart 2015 dossier 3553660, met betrekking op de factuur van 3 oktober 2013, is samengevoegd met dossier 3557693, met betrekking op de factuur van 5 december 2015, waardoor nog enkel het dossier met het laatste nummer bestaat, met een hoofdsom van € 945,94. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat Netpoint ten onrechte de betaling van 21 april 2015 ter hoogte van € 150,00 niet heeft afgeboekt op de hoofdsom van € 945,94 (het geheel van de dossiernummers 3553660 en 3557693 samen).
5.5.
De nog door [gedaagde] te betalen hoofdsom bedraagt dan ook € 945,94 min € 600,00 min € 150,00 is € 195,95.
5.6.
Netpoint stelt dat partijen een contractuele rente van 1% per maand zijn overeengekomen. Gesteld noch gebleken is dat dit beding individueel met [gedaagde] is uit onderhandeld, zodat er van uitgegaan moet worden dat sprake is van een beding opgenomen in algemene voorwaarden. Gelet op het feit dat [gedaagde] een consument is, is de kantonrechter - conform de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie - gehouden ambtshalve te toetsen of sprake is van een oneerlijk beding als bedoeld in de Richtlijn 93/13/ EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
5.7.
Het beding betreft een rente van 12% per jaar. De kantonrechter is van oordeel dat het gestelde rentebeding dient te worden aangemerkt als een oneerlijk beding waarop Netpoint naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toekomt. Gelet op de bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG, artikel 1 aanhef en onder e, wordt het opleggen van een onevenredig hoge schadevergoeding wegens het niet nakomen van verbintenissen door een consument aangemerkt als een oneerlijk beding. De kantonrechter is op grond van de omstandigheid dat het hier gaat om een aanmerkelijk hogere rente dan de in Nederland geldende wettelijke rente en marktrente van oordeel dat het rentebeding oneerlijk is in de zin van de richtlijn (vgl. gerechtshof Amsterdam, 3 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:165) en vernietigt het rentebeding. De daarop gebaseerde rentevordering wordt dan ook afgewezen.
5.8.
Netpoint maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Bij brieven van 2 en 14 januari 2014 heeft Netpoint verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten aangezegd.
De door de eisende partij verzonden aanmaning voldoet niet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen, nu de gevolgen van het uitblijven van betaling van het verschuldigde en de maximaal toegestane vergoeding daarin in zodanig bewoordingen zijn vermeld (
“dat wij dit bedrag niet ineens in rekening zullen brengen maar stapsgewijs de kosten zullen verhogen.”), dat niet wordt voldaan aan de strekking van voormelde bepaling om de consument te waarschuwen voor de gevolgen van niet-betaling. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
5.9.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Netpoint van € 195,95;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter