Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Over het resterende bedrag is toewijsbaar de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Engeldot Pomp- en Leidingsystemen B.V. (hierna: Engeldot) een vordering ingesteld tegen de vennootschap onder firma A.B.A. Loon - en Grondverzet V.O.F. en haar vennoten (hierna gezamenlijk: A.B.A. c.s.) wegens onbetaalde facturen voortvloeiend uit gesloten overeenkomsten. Engeldot heeft A.B.A. c.s. gedagvaard na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst waarin A.B.A. c.s. zich had verbonden tot betaling van een bedrag van € 13.678,27. Na een gedeeltelijke betaling van € 4.500,00 heeft A.B.A. c.s. de betalingen gestaakt, wat leidde tot de vordering van Engeldot voor het resterende bedrag van € 9.178,27.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat A.B.A. c.s. niet is verschenen op de zitting en haar verweer onvoldoende heeft onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW toewijsbaar is, ondanks de vaststellingsovereenkomst, omdat deze voortvloeit uit een handelsovereenkomst. De rechter benadrukt dat de richtlijn ter bestrijding van betalingsachterstanden bij handelstransacties niet toestaat dat een vaststellingsovereenkomst de aanspraak op wettelijke handelsrente vervalt. De kantonrechter heeft de vordering van Engeldot toegewezen en A.B.A. c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.