Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 oktober 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 23 mei 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
(…) Op 23 mei presenteerden de Nederlandse supermarkten, verenigd in het CBL (…) hun nieuwe inkoopvoorwaarden voor varkensvlees. Daarin geven zij aan vanaf 2015 in Nederland varkensvlees te willen verkopen dat aan een aantal extra bovenwettelijke duurzaamheidseisen voldoet. (…)Dat er sprake is van een akkoord is een misverstand. Er is geen akkoord ondertekend. De CBL inkoopvoorwaarden zijn en blijven de verantwoordelijkheid van de Nederlandse supermarkten zelf. (…
120 Misstanden in de Nederlandse varkenshouderij anno 2015.Met misstanden wordt gedoeld op overtredingen van toepasselijke wet- en regelgeving maar ook op ongerief van varkens dat niet door dergelijke overtredingen wordt veroorzaakt. Het rapport is gebaseerd op wetenschappelijke publicaties.
Risico’s in de vleesketen”) luidt:
wij hiertegen op zullen treden”.
“concrete overtredingen van de wet door specifieke partijen in de “keten” die aan ons leveren”.
3.Het geschil
primairde veroordeling van DRG om uiterlijk eind december 2016, althans op een door de rechtbank te bepalen termijn, te stoppen met alle in- en verkoop van gangbaar varkensvlees en om volledig over te stappen op varkensvlees dat voldoet aan de eisen van BLK1S, althans het Varken van Morgen.
Subsidiairvorderen Varkens in Nood c.s. de veroordeling van DRG om tegen voornoemde tijdstippen te bewerkstelligen dat minstens 90%, althans een door de rechtbank te bepalen percentage, van het varkensvleesaanbod (van DRG) voldoet aan de eisen van BLK1S, althans het Varken van Morgen. Alles met veroordeling van DRG in de proceskosten, met nakosten en eventuele wettelijke rente daarover.