ECLI:NL:RBNHO:2017:5569

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juli 2017
Publicatiedatum
4 juli 2017
Zaaknummer
C/15/238426 / FA RK 16-519
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de nietigheid van een Servisch huwelijk en verzoek tot doorhaling van de huwelijksakte

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 5 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek van een man om de registratie van zijn Servische huwelijk met een vrouw te doorhalen. De rechtbank constateert dat het huwelijk niet is ingeschreven in het huwelijksregister van de stad waar het huwelijk zou zijn voltrokken, en dat de huwelijksakte mogelijk vervalst is. De man werd niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot doorhaling van de registratie van de huwelijksakte, omdat de rechtbank niet bevoegd is om wijzigingen in de Basisregistratie Personen (BRP) aan te brengen. De man werd ook niet ontvankelijk verklaard in zijn subsidiaire verzoek tot nietigverklaring van het huwelijk of echtscheiding, omdat er volgens de rechtbank geen huwelijk tot stand is gekomen volgens Servisch recht. De rechtbank adviseert de man om zelf een verzoek tot doorhaling van de registratie in te dienen bij de burgerlijke stand van de gemeente waar hij woont, met de nodige onderbouwing en een afschrift van de beschikking. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de gemeente en de rechtbank in zaken van burgerlijke staat en registratie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Familie & Jeugd
doorhaling huwelijksakte / nietigverklaring huwelijk / echtscheiding
zaak-/rekestnr.: C/15/238426 / FA RK 16-519
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 5 juli 2017
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen: de man,
advocaat mr. M. Nagtegaal, kantoorhoudende te Zaandam,
--tegen--
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen: de vrouw.

1.Procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 12 oktober 2016 en de daarin vermelde stukken;
- de beschikking van deze rechtbank van 8 februari 2017 en de daarin vermelde stukken;
- het F9-formulier, met bijlage, van de advocaat van de man van 13 april 2017;
- de brief van de advocaat van de van man 2 mei 2017, tevens wijziging verzoek.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 12 oktober 2016 heeft de rechtbank de man verzocht bij de gemeente [plaats] , Servië op te vragen:
- een authentiek afschrift (niet ouder dan drie maanden) van de Servische huwelijksakte met nummer [nummer] , betreffende het huwelijk gesloten op [datum] te [plaats] , Servië Montenegro, Republiek Servië ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand [naam] tussen [de man] , geboren op [geboortedatum] en [de vrouw] , geboren op [geboortedatum] ,
voorzien van een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal;
- een authentiek afschrift (niet ouder dan drie maanden) van het bewijs van inschrijving van het huwelijk in het huwelijksregister ( [huwelijksregister] ) van de gemeente [plaats] , Servië, waarop de handtekeningen staan van partijen, de getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand, voorzien van een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal.
2.2.
De rechtbank zal het op 16 oktober 2007 te [plaats] , Servië Montenegro, Republiek Servië, gesloten huwelijk, ingeschreven onder volgnummer [nummer] , hierna zo veel mogelijk vermelden als “het Servische huwelijk”.
Wanneer het uittreksel uit het Servische huwelijksregister wordt besproken, zal de rechtbank dit zo veel mogelijk vermelden als de Servische huwelijksakte.
2.3.
De advocaat van de man heeft de rechtbank 12 januari 2017 een F9-formulier gezonden met als bijlage een Engelstalige mail van een medewerker van het advocatenkantoor [advocatenkantoor] , Servië, van 27 december 2016, waarin deze meedeelt dat de ambtenaar van de gemeente [plaats] heeft verklaard dat het registratienummer waaronder het Servische huwelijk is gesloten niet bestaat en een vervalsing is.
2.4.
De rechtbank heeft de man vervolgens bij beschikking van 8 februari 2017 in de gelegenheid gesteld een schriftelijke verklaring over te leggen van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] waaruit blijkt dat het nummer [nummer] dan wel volgnummer [nummer] voor het jaar 2007, waaronder het Servische huwelijk is ingeschreven, niet bestaat en welke conclusie de ambtenaar daaraan verbindt.
2.5.
De advocaat van de man heeft bij F9-formulier van 13 april 2017 overgelegd
een verklaring van de stad [plaats] , republiek Servië, afdeling voor Algemeen Bestuur en Gemeenschappelijke Zaken, Bureau van de Burgerlijke Stand voor het [district] , nummer [nummer] en gedateerd 23 maart 2017. In deze verklaring deelt de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, gelet op de bijgevoegde, beëdigde vertaling in het Nederlands, mede dat onder volgnummer [nummer] , voor het jaar 2007, geen inschrijving van een huwelijk is verricht, voor het gebied van de gemeente [gemeente] en de gemeente [gemeente] , tussen [de vrouw] en [de man]
2.6.
De advocaat van de man heeft vervolgens bij brief van 2 mei 2017 medegedeeld dat op basis van de hierboven vermelde verklaring van de stad [plaats] , Servië overduidelijk blijkt dat de in de gemeente [gemeente] ingeschreven huwelijksakte vals is, dan wel vervalst is omdat de gemeente [gemeente] nooit een akte heeft opgemaakt met het volgnummer [nummer] voor het jaar 2007 en de betreffende huwelijkspartijen niet als zodanig bekend zijn.
De man heeft vervolgens zijn verzoek gewijzigd en verzoekt thans:
primair: doorhaling te gelasten van de huwelijksakte van de gemeente [gemeente] betreffende het huwelijk tussen de man en [de vrouw] met volgnummer [nummer] , zoals gesloten op [datum] , welke huwelijksakte op 6 maart 2008 bij de gemeente [gemeente] is ingeschreven;
subsidiair: het huwelijk tussen partijen op [datum] te [plaats] , (Servië) gehuwd, nietig te verklaren;
meer subsidiair: tussen partijen, op [datum] te [plaats] , (Servië) gehuwd, de echtscheiding uit te spreken.
De rechtbank overweegt als volgt
2.7.
Zoals reeds overwogen in rechtsoverweging 5.3 van de beschikking van 12 oktober 2016 wordt in Servië een huwelijk nadat het is voltrokken ingeschreven in het huwelijksregister van de plaats waar het huwelijk is voltrokken en het geboorteregister van beide echtgenoten.
2.8.
Op grond van de hiervoor vermelde verklaring van het stadsbestuur van de stad [plaats] , republiek Servië, afdeling voor Algemeen Bestuur en Gemeenschappelijke Zaken, Bureau van de Burgerlijke Stand voor het [district] , genummerd [nummer] van 23 maart 2017, constateert de rechtbank dat onder volgnummer [nummer] , voor het jaar 2007, geen inschrijving van een huwelijk is verricht. Het op [datum] gesloten Servische huwelijk is dus niet ingeschreven in het daartoe bestemde huwelijksregister van de stad [plaats] , Servië.
De ambtenaar heeft overigens verzuimd aan deze verklaring een conclusie te verbinden.
2.9.
Hoewel de rechtbank niet in het bezit is gekomen van een afschrift uit het geboorteregister van de vrouw, blijkt uit het op 20 oktober 2015 door het ‘ministery of internal affairs’ te [plaats] , opgestelde ‘certificate of marital status’ dat de vrouw “single” is zodat de rechtbank er vanuit gaat dat het huwelijk ook niet is ingeschreven in het geboorteregister van de vrouw.
2.10.
Op grond van deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het Servische huwelijk, nu het niet is ingeschreven in het daartoe bestemde Servische huwelijksregister en het geboorteregister van de vrouw, naar Servisch recht niet tot stand is gekomen en de Servische huwelijksakte vervalst dan wel vals is.
2.11.
Nu het Servische huwelijk niet tot stand is gekomen verzoekt de man doorhaling van de huwelijksakte van de gemeente [gemeente] (Servië Montenegro) betreffende het huwelijk tussen de man en [de vrouw] , zoals gesloten op [datum] , welke huwelijksakte op 6 maart 2008 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] is ingeschreven.
2.12.
De rechtbank leest het primaire verzoek van de man als een verzoek tot doorhaling van de door de burgerlijke stand van [plaats] gedane registratie van de Servische huwelijksakte, nu zij geen bevoegdheid heeft te bevelen aktes in buitenlandse registers door te halen.
Op grond van artikel 1:24 lid 1 BW kan de rechtbank op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding gelasten, dan wel doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat.
Gebleken is dat de Servische huwelijksakte niet is ingeschreven in het huwelijksregister van de burgerlijke stand in [plaats] – voor aanvulling, doorhaling dan wel verbetering van dergelijke aktes is artikel 1:24 BW bedoeld –, maar slechts is geregistreerd in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP), in dit geval van de gemeente [gemeente] .
Nu het in deze zaak een wijziging in de BRP/persoonslijst van de man betreft, is op grond van artikel 1.4 van de Wet basisregistratie personen niet de rechtbank bevoegd enige wijziging in de registratie van een gemeente met betrekking tot de burgerlijke staat van een persoon te gelasten, maar is het college van burgemeesters en wethouders verantwoordelijk voor het bijhouden van de persoonsgegevens in de BRP overeenkomstig afdeling 1 van hoofdstuk 2 van de wet.
De man zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in zijn primaire verzoek tot doorhaling van registratie van de Servische huwelijksakte.
Op grond van de Wet basisregistratie personen kan de man zelf een met stukken onderbouwd verzoek tot doorhaling van de registratie van het Servische huwelijk indienen bij de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] . Gelet op artikel 2.8 lid 2 van deze Wet is het raadzaam bij het verzoek een afschrift van de onderhavige beschikking te voegen.
2.13.
Ten aanzien van het subsidiaire en meer subsidiaire verzoek overweegt de rechtbank als volgt.
Nu het Servische huwelijk niet is geregistreerd, op grond waarvan de rechtbank, zoals hiervoor overwogen, heeft geconcludeerd dat er in Servië geen huwelijk tussen de man en [de vrouw] tot stand is gekomen, kan de rechtbank dit huwelijk niet nietig verklaren en evenmin een echtscheiding uitspreken. Ook in deze verzoeken is de man dan ook niet ontvankelijk.

3.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart de man niet ontvankelijk in zijn verzoeken
Deze beschikking is gegeven door mr. Ph. Burgers rechter, in tegenwoordigheid van M.P. Joukes, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2017
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.