AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Zware mishandeling met een mes in Zuid-Scharwoude
Op 26 juni 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 12 maart 2016 in Zuid-Scharwoude een persoon genaamd [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door deze met een mes in het been te steken. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een openbare terechtzitting op 12 juni 2017, waar de officier van justitie, mr. M.G.T. Kramer, de vordering tot bewezenverklaring van zware mishandeling heeft gedaan. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. I.E. Leenhouwers, pleitte voor vrijspraak, stellende dat het een ongeluk was en dat er geen opzet was op het toebrengen van letsel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat het slachtoffer opzettelijk met een mes in het linker onderbeen was gestoken, wat resulteerde in een ernstige verwonding en ziekenhuisopname. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen als onvoldoende betrouwbaar beoordeeld, gezien de tegenstrijdigheden en de invloed van alcohol en drugs.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zware mishandeling en een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan het slachtoffer van € 8500,-, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de gevolgen voor het slachtoffer, evenals de noodzaak van een passende straf.
Voetnoten
1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van 21 maart 2016, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] , pagina’s T1-3 tot en met T1-5.
3.Proces-verbaal van 12 maart 2016, inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisanten 1 en 2] , pagina’s D1-1 en D1-2.
4.Proces-verbaal van 12 maart 2016, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , pagina’s D3-1 en D3-2.
5.Een schriftelijk stuk, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, pagina Z1-20.
6.Proces-verbaal sporenonderzoek van 31 maart 2016, pagina Z1-36 en Z1-37.
7.Een schriftelijk stuk, te weten een operatieverslag betreffende [slachtoffer] , pagina Z1-7.
8.Een schriftelijk stuk, te weten een brief van S.M.A. Jansen, arts-assistent ICU, mede namens dr. A. van der Wolk, intensivist, pagina Z1-17.
9.Een schriftelijk stuk, te weten een operatieverslag betreffende [slachtoffer] , pagina Z1-10.
10.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] door de rechter-commissaris d.d. 15 december 2016 (los), pagina 2 boven.
11.Proces-verbaal van 12 maart 2016, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] , pagina’s D4-1 tot en met D4-3.
12.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 12 juni 2017.