Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Mevrouw [eiseres] is na langdurige ziekte herplaatst.De huidige leidinggevende, zo meldt mevrouw [eiseres] , is niet bekend met de beperkingen die zijn opgemaakt indertijd zie FML 13-03-2014. Mevrouw is aanvankelijk gedetacheerd naar De Waaier, maar ze beschrijft de werkzaamheden daar als fysiek boven krachten. Vervolgens wordt ze nu ingezet op de locatie Baljuwstraat van Zeemeeuw waar ze de werkzaamheden [Y] aankan.Wel geldt mijns inziens nog steeds de aanbeveling haar geen slaapdiensten te laten doen, zie ook FML 13-03-2014.(…)”
“Mevrouw [eiseres] heeft me 14-01-2015 op de hoogte gesteld van actuele ontwikkelingen in haar gezondheid die duidelijk maken dat deze onder druk staat. Hierop is behandeling ingezet. Ze wil proberen te blijven functioneren mits ze geen slaapdiensten hoeft te doen.(…)Ik adviseer de leidinggevende haar voorlopig 3 maanden te ontzien op slaapdiensten, gaande de behandeling, dan handelen naar bevindingen, handig om haar dan eerst terug te zien hier.(…)”
“Er is sprake van toegenomen beperkingen door dezelfde ziekteoorzaak binnen 5 jaar na einde wachttijd WIA of beëindiging WIA. Toetsing herleving WIA-recht is aan de orde.Er is sprake van verminderde benutbare mogelijkheden als rechtstreeks gevolg van een zelfde ziekte of gebrek per 05-03-2015. Hierdoor is cliënt aangewezen op werkzaamheden conform de nieuwe opgestelde functionele mogelijkhedenlijst. Client kan deze mogelijkheden duurzaam benutten.”
“(…)Op 5 maart 2015 heeft mevrouw [eiseres] zich weer ziek gemeld. Volgens onze arts is er sprake van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak. Daarnaast vond de ziekmelding plaats binnen de vijf jaar na de datum van de vorige beoordeling.Daarom geldt er nu geen wachttijd meer van 104 weken, maar is er direct per datum ziekmelding sprake van een herziening van de WIA-rechten of WIA-uitkering.Door de toegenomen beperkingen kan mevrouw [eiseres] niet alleen het oorspronkelijke werk nog steeds niet doen, maar ook alle destijds geduide functies niet meer.(…)”
“Ik heb het weekend veel nagedacht over mijn re-integratie. Hoe verder?Esdege stopt per 1 december met betalen, dus mijn eerste reactie was, dan hoef ik ook niet meer te werken. Natuurlijk zei ik dit uit frustratie en een hoop verdriet.En juist in het gesprek wat morgen zou plaatsvinden wilde ik graag melden dat ik mijn uren wilde gaan uitbreiden. (…)Na veel denken wil ik jullie mededelen dat ik natuurlijk graag verder wil gaan met mijn re-integratie, maar voor nu red ik het even niet. (…)”
“(…) Ik heb nog als opmerking bij 4.2 dat de reintegratie niet alleen gestopt is doordat er geen belasting mogelijk is. Want dit heeft ook te maken dat ik alleen op at basis werk en daardoor niet betaald wordt. Terwijl ik al een paar weken gewerkt had die 4 uren. Jullie weigeren mij echter hersteld te melden voor deze uren. (…)”
“(…) het werk dat je op het cluster van [X] deed, had geen loonvormende waarde. Het was puur bedoeld om je weer aan het arbeidsritme te laten wennen. Zie ook het verslag van de bedrijfsarts van 7 januari. Het is dan ook niet reëel om je voor deze uren hersteld te melden.”
3.De vordering
1. veroordeelt tot betaling van het overeengekomen loon van [eiseres] , te vermeerderen met
de wettelijke verhoging vanaf 1 december 2015;
2. veroordeelt het loon van [eiseres] te blijven voldoen, tot het moment van geldige
beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
3. veroordeelt tot uitbetaling van 36 vakantie-uren van [eiseres] opgebouwd in 2015;
4. gelast om [eiseres] te laten re-integreren in haar eigen functie op een wijze als
aangegeven door [eiseres] en om, met dat doel, mee te werken aan een arbeidskundig
onderzoek door een arbeidskundige van het UWV op straffe van verbeurte van een
dwangsom van € 2.000,00 voor elke dag dat Esdégé-Reigersdaal na betekening van het
daartoe strekkende vonnis in gebreke blijft daaraan te voldoen;
5. veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4
november 2016.
werkt 4 uur per week en heeft verzocht voor deze uren te worden beter gemeld. Dit verzoek is afgewezen, omdat volgens Esdégé-Reigersdaal geen sprake is van loonvormende waarde. [eiseres] wordt niet in de gelegenheid gesteld haar eigen werkzaamheden als cliëntbegeleider te verrichten. Dit is in strijd met artikel 7:658a BW. Een verklaring van een deskundige kan achterwege blijven, omdat de situatie als bedoeld in artikel 7:658b lid 2 BW zich voordoet.
4.Het verweer
Esdégé-Reigersdaal voert verder verweer tegen de vordering tot meewerken aan re-integratie en de gevorderde dwangsom. [eiseres] heeft tot 14 december 2015 re-integratie-werkzaamheden verricht. Zij werkte niet zelfstandig en kon de tijdsbesteding en werkzaamheden naar eigen inzicht indelen. Vanaf 14 december 2015, nadat [eiseres] ervan op de hoogte was dat Esdégé-Reigersdaal het loon niet langer doorbetaalde, heeft [eiseres] de werkzaamheden gestaakt. [eiseres] heeft zich nadien niet beschikbaar gesteld voor arbeid of om re-integratie verzocht. Verder ontbreekt een oordeel van het UWV of een deskundige.