Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Partiele vrijspraak
4.Bewijs
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
- meldplicht
- gedragsinterventie (GI-RN Cognitieve Vaardigheden)
8.Beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
- Overgemaakt geld en paysafecards € 5.220,80
- Immateriële schade € 1.275,00
- Aankoop paysafecards € 257,40
- Kosten consult arts € 130,00
- Kosten studievertraging € 4.075,00
- Reiskosten € 9,40
- Immateriële schade € 1.275,00
- Overgemaakt geld € 2.000,00
- Immateriële schade € 1.275,00
- Kosten psycholoog € 950,00
- Immateriële schade € 1.275,00
- Girale overboeking € 3.000,00
- Paysafecards € 2.007,96
- Kosten psycholoog, eigen bijdrage € 143,17
- Opname verlofuren € 78,32
- Immateriële schade € 1.275,00
- Transacties naar goksites € 1.601,00
- Paysafecards € 407,92
- Overgemaakt geldbedrag € 800,00
- Paysafecards € 200,00
- Immateriële schade € 250,00
- Paysafecards € 102,48
- Immateriële schade € 2.500,00
- Overgemaakte geldbedragen en Paysafecards € 27.530,32
- Immateriële schade € 1.275,00
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.
groot 12 (twaalf) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich op een nader te bepalen datum, die door de reclassering zal worden doorgegeven, zal melden bij Reclassering Nederland op Vincent van Goghweg 73 te Zaandam. Hierna moet hij zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zal deelnemen aan een gedragsinterventie, bestaat uit de training GI-RN Cognitieve Vaardigheden, waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan veroordeelde zullen worden gegeven.
verbeurdde voorwerpen, vermeld op de beslaglijst onder nummers 1-24, 27, 30-32.
teruggave aan verdachtevan de voorwerpen, vermeld op de beslaglijst onder nummers 25 en 28.
teruggave aan de rechthebbendevan de voorwerpen, vermeld op de beslaglijst onder nummer 26 en 29.
€ 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.1 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.495,80, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.1 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
67 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.541,80, bestaande uit € 266,80 voor de materiële en
€ 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.2 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 4]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.541,80, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.2 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
25 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 3.275,00,bestaande uit € 2.000,00 voor de materiële en
€ 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 6] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 6]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 3.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
42 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.275,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 21] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 21]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 6.833,32,bestaande uit € 5.558,32 voor de materiële en
€ 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.5 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 7] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 7]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.833,32, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.5 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
69 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.275,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 23] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 23]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 2.008,92,bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.7 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 10] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 10]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 2.008,92, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.7 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
30 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.250,00, bestaande uit € 1.000,00 voor de materiële en
€ 250,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 11] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 11]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.275,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 28] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 28]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.377,48, bestaande uit € 102,48 voor de materiële en
€ 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 13] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 13]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.377,48, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
23 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.275,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 30] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 30]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.275,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 31] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 31]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.275,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 300,00, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 15] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 15]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 300,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
6 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 28.805,32,bestaande uit € 27.530,32 voor de materiële en € 1.275,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.14 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 20] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 20]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 28.805,32, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf genoemde data onder punt 9.14 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
179 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
1.Het onderdeel van het vonnis dat hersteld dient te worden
2.Beslissing
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 1] in plaats van 67 dagen hechtenis moet worden gelezen 40 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 4] in plaats van 25 dagen hechtenis moet worden gelezen 9 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 6] in plaats van 42 dagen hechtenis moet worden gelezen 20 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 21] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 7] in plaats van 69 dagen hechtenis moet worden gelezen 42 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 23] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 10] in plaats van 30 dagen hechtenis moet worden gelezen 12 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 11] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 28] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 13] in plaats van 23 dagen hechtenis moet worden gelezen 8 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 30] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 31] in plaats van 22 dagen hechtenis moet worden gelezen 7 dagen hechtenis;
- Ten aanzien van de [benadeelde partij 15] in plaats van 6 dagen hechtenis moet worden gelezen 1 dag hechtenis.