Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Integro Bedrijfswageninrichting B.V.,
Obdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton te Alkmaar, op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoekende partij, Integro Bedrijfswageninrichting B.V., heeft verzocht om de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij, [de verweerder], te ontbinden. Dit verzoek is gedaan op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek, waarbij Integro aanvoert dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van [de verweerder] niet meer mogelijk is.
Tijdens de zitting op 25 april 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De verwerende partij heeft erkend dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van Integro kan worden gevergd. Beide partijen zijn het erover eens dat herplaatsing niet meer mogelijk is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in de wet.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 augustus 2017, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.