In deze bodemzaak, uitgesproken door de pachtkamer van de Rechtbank Noord-Holland op 1 februari 2017, heeft de pachter, Steclan Bloembollen B.V., een vordering ingesteld tegen de verpachter, G.J. Verdegaal en ZN B.V., met betrekking tot een perceel grond dat besmet zou zijn met knolcyperus. De pachter heeft niet voldaan aan de bewijsopdracht om aan te tonen dat het land al besmet was voordat hij de bollen plantte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de pachter niet in zijn bewijsopdracht is geslaagd, waardoor de vordering tot schadevergoeding van meer dan 1 miljoen euro is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het rapport van de beëdigd taxateur M. van den Heuvel, dat door de pachter was overgelegd, niet voldoende bewijs bood, omdat het rapport niet was gebaseerd op eigen onderzoek en geen hoor en wederhoor had plaatsgevonden. De pachtkamer heeft ook de andere bewijsstukken van de pachter, zoals luchtfoto's, als onvoldoende beoordeeld.
In reconventie heeft de verpachter vorderingen ingesteld voor onbetaalde pachtsommen van in totaal € 62.487,50. De pachtkamer heeft geoordeeld dat de pachter niet het recht had om de pachtbetaling op te schorten, en heeft de vorderingen van de verpachter toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf 17 september 2014. De pachtkamer heeft de pachter ook veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.