Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [aangever], d.d. 23 februari 2015 (dossierpagina 46 e.v.);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], d.d. 24 februari 2015 (dossierpagina 55 e.v.);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2015 (dossierpagina 130 e.v.).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
vijftien (15) maanden;
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee (2) jaren;
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.500,-, bestaande uit € 1.500,- voor de materiële en
€ 2.000,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer] voornoemd, of diens wettelijke vertegenwoordigers, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 3.500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
35 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;