In deze zaak heeft de besloten vennootschap Helder Vastgoed Schilderwerken B.V. op 27 maart 2017 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, hierna aangeduid als [de verweerder]. De ontbinding is aangevraagd op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, naar aanleiding van een incident op 3 maart 2017, waarbij de werknemer zijn leidinggevende heeft bedreigd en een emmer water over hem heeft gegooid. De werknemer had eerder al een officiële waarschuwing ontvangen voor ongepast gedrag. Tijdens de zitting op 20 april 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de werknemer verweer heeft gevoerd tegen de ontbinding en heeft verzocht om een transitievergoeding en een billijke vergoeding.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de werknemer op 3 maart 2017 in strijd met instructies van zijn leidinggevende heeft gehandeld en dat dit gedrag, in combinatie met eerdere waarschuwingen, als ernstig verwijtbaar kan worden aangemerkt. De kantonrechter oordeelt dat er een redelijke grond voor ontbinding is, omdat het vertrouwen in de werknemer ernstig is geschaad. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 juni 2017. De kantonrechter heeft echter ook geoordeeld dat, ondanks het ernstig verwijtbare handelen, er aanleiding is om 50% van de transitievergoeding toe te kennen, gezien het langdurige dienstverband van de werknemer en de persoonlijke omstandigheden. De transitievergoeding wordt vastgesteld op € 23.629,50 bruto. De proceskosten worden toegewezen aan de werkgever, omdat de werknemer overwegend ongelijk heeft gekregen.