Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
en daarmee voorafgaand aan de tenlastegelegde datum– heeft [aangever 1] verklaard dat hij op een zondagavond, waarschijnlijk 11 september, een sms-bericht had gestuurd naar een meisje dat haar diensten aanbood en met haar had afgesproken dat zij op zondag naar hem toe zou komen. Er kwam echter niemand. Rond half twee ’s nachts werd er op het raam geklopt, waardoor [aangever 1] wakker werd. [aangever 1] opende de voordeur en zag een donkere man aan de zijkant van zijn woning staan. [5] Deze donkere man zei tegen hem dat hij een dame had gereserveerd en hiervoor moest betalen. De man was intimiderend en dwingend en duldde geen tegenspraak. Hij zei meerdere keren dat [aangever 1] moest betalen. [6] [aangever 1] voelde zich niet veilig en wilde niet bij de man in de taxi stappen. Hij reed in zijn eigen auto naar de ABN AMRO en de donkere man reed achter hem aan. Bij de ABN AMRO heeft [aangever 1] geld gepind en aan de donkere man gegeven.
“Ik heb nog nooit iemand zo hard weg zien lopen en probeer je nooit meer om bij vreemde in huis te staan ga werken voor je geld. Probeer niet nog een keer komen met je vrouwen handel. (…)”
Wij komen binnenkort langs meer geld innen voor deze situatie ivm met zieke dames en respect’. [17]
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Het initiatief om dit te doen lag bij verdachte. Een en ander vond plaats bij de woning van aangever, hetgeen een ernstige inbreuk betekent op het recht van een ieder op een ongestoord privéleven. Een feit als het onderhavige wordt over het algemeen door de slachtoffers als buitengewoon bedreigend en beangstigend ervaren.
7.Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
9 (negen) maanden.