Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse (gelet op de toen geldende omstandigheden toegestaan en/of verantwoord was en/of
- met een snelheid die zo hoog was dat hij niet in staat is gebleken om
(a) zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
(b) zijn motorrijtuig voortdurend onder controle te houden en/of
- daarbij (niet handsfree) handelingen verrichtend op/met zijn mobiele telefoon:
immers verdachte heeft -rijdend als hiervoor omschreven- een voor hem bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht genegeerd en is vervolgens met onverminderde snelheid het kruisingsvlak van voornoemde kruising of splitsing opgereden en is (daarna) in botsing of aanrijding gekomen met de bestuurder van een snorfiets, genaamd [slachtoffer] , die, bij groen licht, over (het verplichte fietspad van) de Zuidtangent bezig was het kruisingsvlak met de Westtangent over te steken, waardoor de bestuurder van die snorfiets werd gedood, terwijl verdachte geen voorrang heeft verleend;
- met een (veel) hogere snelheid dan ter plaatse (gelet op de toen geldende omstandigheden) toegestaan en/of verantwoord was en/of
- met een snelheid die zo hoog was dat hij niet in staat is gebleken om
(a) zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
(b) haar motorrijtuig voortdurend onder controle te houden en/of (vervolgens) en/of
- daarbij (niet handsfree) handelingen verrichtend op/met zijn mobiele telefoon en/of (vervolgens) geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers niet is gestopt voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood licht uitstraalde, waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht, en/of door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
(De rechtbank leest: De bromfiets reed over het brom/fietspad van de Zuidtangent wat de Westtangent kruist.)(…) De kruising werd middels verkeerslichten geregeld. Alle daartoe behorende lichten werkten en straalden op hun frequentie/moment licht uit.
Voertuig 1: Een personenauto van het merk: Citroen, type: Berlingo 1.9d, kleur: rood, voorzien van het [kenteken]
Bestuurder: [verdachte]
Voertuig 2: Een snorfiets van het merk: Znen, type: Senzo, kleur: zwart/beige, voorzien [kenteken]
Bestuurder: [slachtoffer]
(de rechtbank begrijpt: betreffende verdachte)en fase 25
(de rechtbank begrijpt: betreffende het slachtoffer)1 seconde bedraagt. Dat betekent dat fase 25 pas groen krijgt nadat fase 8 1 seconde op rood staat.
Met het betrokken voertuig was tijdens de aanrijding een remspoor getrokken met een lengte van ongeveer 20.8 meter. Dit remspoor was een zogenaamd blokkerend remspoor. Zwart van aftekening op het asfalt en met kenmerkende profiel aftekening. Dit duidde op een krachtig remmen waarbij het rempedaal maximaal en hard werd ingedrukt. Zodanig hard dat de beide voorwielen vast/stil stonden en de wielen blokkeerden.
4.Nader onderzoek en berekening
(...)
Bij een werkelijk gereden snelheid van 50 kilometer per uur zou de verdachte zijn voertuig (…) voor de botsplaats tot stilstand hebben kunnen brengen.
De letsels bevinden zich met name aan de linker zijde van het lichaam, dit past bij de door de politie beschreven toedracht.
Conclusie: niet natuurlijke dood
primairten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
- met een veel hogere snelheid dan ter plaatse toegestaan was en
- met een snelheid die zo hoog was dat hij niet in staat is gebleken om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was,
immers verdachte heeft, rijdend als hiervoor omschreven, een voor hem bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht genegeerd en is vervolgens met onverminderde snelheid het kruisingsvlak van voornoemde kruising opgereden en is in botsing gekomen met de bestuurder van een snorfiets, [slachtoffer] , die, bij groen licht, over het verplichte fietspad van de Zuidtangent bezig was het kruisingsvlak met de Westtangent over te steken, waardoor de bestuurder van die snorfiets werd gedood, terwijl verdachte geen voorrang heeft verleend.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
6 (zes) maanden.
3 (drie) jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 179, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
1 (één) jaar,
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.