ECLI:NL:RBNHO:2017:3405

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
25 april 2017
Zaaknummer
C/15/257696/ KG ZA 17-285
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Publicatieverbod uitzending programma Kassa geweigerd; vrijheid van meningsuiting prevaleert boven bescherming goede naam

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Design Badkamers Utrecht B.V. en de omroepvereniging BNN-VARA, met betrekking tot een publicatieverbod van een uitzending van het consumentenprogramma Kassa. Design Badkamers Utrecht vorderde een verbod op de uitzending van een item dat betrekking had op een geschil met een klant, [gedaagde partij sub 2]. De eiseres stelde dat de uitzending onrechtmatig zou zijn en haar goede naam zou schaden, wat zou kunnen leiden tot faillissement. BNN-VARA verweerde zich door te stellen dat de uitzending een publiek belang diende en dat het vooraf verbieden van de uitzending in strijd was met de vrijheid van meningsuiting.

De voorzieningenrechter overwoog dat de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, een fundamenteel recht is dat slechts onder strikte voorwaarden kan worden beperkt. De rechter concludeerde dat het belang van BNN-VARA bij de uitzending zwaarder woog dan het belang van Design Badkamers Utrecht bij bescherming van haar goede naam. De rechter oordeelde dat er geen voldoende onderbouwing was voor de stelling dat de uitzending onherroepelijk zou leiden tot faillissement van Design Badkamers Utrecht. De vorderingen van Design Badkamers Utrecht werden dan ook afgewezen, en de proceskosten werden aan haar opgelegd.

De uitspraak benadrukt de afweging tussen de bescherming van de goede naam van een onderneming en de vrijheid van meningsuiting, waarbij in dit geval de vrijheid van meningsuiting prevaleerde. De rechter wees erop dat de uitzending ook de mogelijkheid bood voor Design Badkamers Utrecht om haar standpunt naar voren te brengen, wat bijdroeg aan de zorgvuldigheid van de berichtgeving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/257696 / KG ZA 17-285
Vonnis in kort geding van 21 april 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DESIGN BADKAMERS UTRECHT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. C.A. Gobbens te Breda,
tegen
1. de vereniging
OMROEPVERENIGING BNN-VARA,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. van den Brink te Amsterdam,
2.
[gedaagde partij sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde.
Partijen zullen hierna Design Badkamers Utrecht, BNN-VARA en [ged. partij sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 35;
  • productie 36 van de zijde van Design Badkamers Utrecht;
  • producties 1 tot en met 4 van de zijde van BNN-VARA;
  • de conclusie van antwoord van BNN-VARA;
  • de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 20 maart 2017;
  • de pleitnota van Design Badkamers Utrecht en de aanvullende producties 37 en 38;
  • de pleitnota van BNN-VARA;
  • de pleitnota van [ged. partij sub 2] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De uitgangspunten

2.1.
Design Badkamers Utrecht heeft een overeenkomst gesloten met [ged. partij sub 2] ter zake het leveren en plaatsen van een badkamer voor een bedrag van in totaal € 36.500,-- inclusief BTW. De door Design Badkamers Utrecht opgestelde opdrachtbevestiging is op 17 februari 2017 door [ged. partij sub 2] voor akkoord ondertekend. In de opdrachtbevestiging is onder “
Installatie Overzicht” het volgende opgenomen:
“(…) Algemeen
- Muren en vloeren egaliseren/uitvlakken voor het verwerken van de door ons te leveren wand- en vloertegels of andere muur- vloer afwerking.
Tegelwerk
- Tegelen formaat groter dan 60x60
- Tegelen formaat Kerlite
(…)”
Onder “
Betalingsvoorwaarden” is het volgende opgenomen:
“15% van totaal – bij opdracht
85% van materiaal – 5 werkdagen voor levering materiaal
50% van installatie – 5 werkdagen voor aanvang werkzaamheden(…)”
2.2.
Design Badkamers Utrecht heeft op 17 februari 2017 een eerste factuur ad
€ 5.475,-- toegezonden aan [ged. partij sub 2] . Na betalingsherinneringen is deze factuur door [ged. partij sub 2] voldaan. Op 13 maart 2017 heeft Design Badkamers Utrecht een tweede factuur ad
€ 25.047,73 toegezonden aan [ged. partij sub 2] . Deze factuur is, ondanks herhaalde aanmaningen, niet voldaan.
2.3.
Tussen Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] is een meningsverschil ontstaan over de te plaatsen tegels en de startdatum voor de uitvoering van de werkzaamheden.
2.4.
BNN-VARA is een omroeporganisatie. Eén van de door BNN-VARA uitgezonden programma’s is het consumentenprogramma Kassa. Onderdeel van dat programma is ‘De Belbus’. In deze rubriek helpt de presentator bij het oplossen van een probleem van een individuele consument. [ged. partij sub 2] heeft Kassa benaderd met het verzoek om, met hulp van de Belbus, haar probleem opgelost te krijgen.
2.5.
Bij e-mail van 6 april 2017 om 10.15 uur heeft de redactie van De Belbus het volgende aan de directie van Design Badkamers Utrecht bericht:
“(…) Het consumentenprogramma Kassa van omroep BNN-VARA is benaderd door één van uw klanten met het verzoek om, met hulp van de Belbus, een consumentenprobleem opgelost te krijgen. Wij hebben uitvoerig naar het dossier gekeken en zijn van mening dat hier inderdaad sprake is van onrecht. Graag willen wij daarom langskomen om het probleem op te lossen.
(…)
Morgen zullen wij langsgaan bij de desbetreffende klant voor een interview. In het kader van journalistieke wederhoor willen wij Design Badkamers graag de mogelijkheid geven een verklaring af te leggen. Wij hebben daarom het voornemenmorgen (vrijdag 7 april) na 14.00met de klant en onze presentator [X] langs te komen bij Design Badkamers Utrecht (…) om het probleem te bespreken en op te lossen.
Wij kunnen ons voorstellen dat u graag wilt weten welke klacht het betreft. Alvorens wij deze informatie verstrekken wil ik Design Badkamers verzoeken vanaf dit moment geen contact meer op te nemen met de klant. (…)”
2.6.
Bij e-mail van 6 april 2017 om 12.52 uur heeft Design Badkamers Utrecht aan [ged. partij sub 2] het volgende bericht:
“Middels dit schrijven willen wij u berichten dat wij buiten onze Algemene Voorwaarden de door u te leveren tegels gaan plaatsen mits deze aan de volgende voorwaarden voldoen;
  • de tegels dienen gerectificeerd te zijn
  • de tegels dienen gekalibreerd te zijn
  • de tegels dienen niet van inferieure kwaliteit te zijn
  • wij geven geen garantie op de tegels en het tegelwerk
Graag ontvangen wij van u hier een bevestiging van.
De start van de werkzaamheden staan gepland in week 16.
(…)
De betaling van de openstaande factuur dient 5 werkdagen voor start werkzaamheden voldaan te zijn.
en diezelfde middag om 13.49 uur:
“Ter aanvulling (...)
Uitgaande dat de tegels bij een erkende dealer gekocht zijn en dat de tegels aan de normen voldoen van een A klasse tegel.
Graag zou ik u willen vragen om ons een bevestiging te sturen van het merk en type tegel zodat wij dit na kunnen gaan.”.
2.7.
Bij e-mail van 7 april 2017 heeft de redactie van De Belbus, voor zover hier van belang, het volgende aan Design Badkamers Utrecht geschreven:
“(…) Inmiddels hebben wij begrepen dat u de klant een voorstel heeft gedaan omtrent de badkamer.
Dit voorstel willen wij graag met de klant en u bespreken. Wij hebben daarom het voornemendinsdag 11 april om 1600umet de klant en onze presentator [X] langs te komen bij Design Badkamers Utrecht.
(…)”
2.8.
Op 7 april 2017 heeft mr. Gobbens zich namens Design Badkamers Utrecht tot de redactie van De Belbus gewend en hebben partijen via e-mail met elkaar gecorrespondeerd. Design Badkamers Utrecht heeft op 10 april 2017 om 14.50 uur een (eind)voorstel gedaan, onder de voorwaarde van geheimhouding en dit voorstel die dag om 19.23 uur nog herhaald.
2.9.
Op 11 april 2017 zijn BNN-VARA en [ged. partij sub 2] op het kantoor van Design Badkamers Utrecht langs geweest en hebben zij filmopnamen gemaakt.

3.Het geschil

3.1.
Design Badkamers Utrecht vordert - samengevat - na wijziging van haar vordering ter zitting:
BNN-VARA te verbieden het op 11 april 2017 gemaakte beeldmateriaal uit te zenden en/of op andere wijze openbaar te maken en/of te verspreiden,
BNN-VARA te gebieden om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de dragers van het gemaakte beeldmateriaal te vernietigen;
BNN-VARA te verbieden om op enigerlei wijze ruchtbaarheid te geven aan de kwestie tussen partijen,
veroordeling van [ged. partij sub 2] om Design Badkamers Utrecht binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis in staat te stellen om ongehinderd haar werkzaamheden zoals voortvloeiend uit de overeenkomst d.d. 17 februari 2017 uit te voeren, met dien verstande dat door Design Badkamers Utrecht zullen worden gelegd de door [ged. partij sub 2] zelf bestelde tegels, zonder dat dat afbreuk wordt gedaan aan enige garantiebepaling,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en onder hoofdelijke veroordeling van Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten begrepen.
3.2.
Design Badkamers Utrecht heeft aan haar vorderingen jegens BNN-VARA ten grondslag gelegd dat publicatie van het door BNN-VARA gemaakte beeldmateriaal en ruchtbaarheid geven aan de kwestie die speelt tussen Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] onrechtmatig is. Volgens Design Badkamers Utrecht is er sprake van een individueel geschil en draagt publicatie niet bij aan een debat over aangelegenheden van publiek belang. Van een misstand is geen sprake. De discussie met [ged. partij sub 2] rechtvaardigt geen publiciteit, de gevolgen voor Design Badkamers Utrecht bij publicatie zijn niet te overzien, er is geen sprake van een misstand, er is geen enkele steun voor de lezing van [ged. partij sub 2] , de inkleding – in het tv-programma Kassa Belbus – is te vergaand, er is geen gerechtvaardigd doel en er is geen issue dat publiciteit behoeft. Voorts maakt BNN-VARA volgens Design Badkamers Utrecht misbruik van bevoegdheid. Door tot uitzending over te gaan, gaat BNN-VARA aan haar eigen doel, zijnde het helpen van consumenten, voorbij. Zij staat een minnelijke regeling tussen Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] in de weg. Zij laat onverkort haar eigen belangen prevaleren. Er is geen ander doel dan Design Badkamers Utrecht te schaden, aldus Design Badkamers Utrecht.
3.3.
Aan haar vorderingen jegens [ged. partij sub 2] heeft Design Badkamers Utrecht ten grondslag gelegd dat zij recht heeft op nakoming van de overeenkomst door [ged. partij sub 2] .
3.4.
BNN-VARA heeft verweer gevoerd. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat Design Badkamers Utrecht de uitzending moet afwachten en daarna een procedure kan starten als zij meent dat haar onrecht is aangedaan. Het vooraf verbieden van een aflevering die nog niet is uitgezonden is strijdig met het censuurverbod. Alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan een preventieve maatregel worden opgelegd. Daarvoor geldt een zeer hoge drempel, die in deze zaak niet wordt gehaald. De kwestie en het item dat Kassa eraan wil wijden, raakt zonder meer aan een ‘debate of general interest’. Voorts zal door BNN-VARA op een afgewogen, zorgvuldige manier aandacht worden besteed aan de kwestie.
3.5.
[ged. partij sub 2] heeft ook verweer gevoerd. Zij betwist dat Design Badkamers Utrecht spoedeisend belang heeft bij de jegens haar ingestelde vordering. Voorts stelt zij zich op het standpunt dat zij de overeenkomst terecht heeft ontbonden.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ten aanzien van de jegens BNN-VARA gevorderde verboden

4.1.
Omdat de uitzending van BNN-VARA gepland staat op 22 april 2017 heeft Design Badkamers Utrecht spoedeisend belang bij haar vordering tegen BNN-VARA. Dat de ingestelde vorderingen tegen BNN-VARA ruimer zijn geformuleerd dan een verbod op de voorgenomen uitzending van 22 april 2017, maakt dat niet anders.
4.2.
De voorzieningenrechter begrijpt de vorderingen van Design Badkamers Utrecht aldus dat onder haar vorderingen mede is begrepen de vordering tot het verbieden van BNN-VARA om zaterdag 22 april 2017 een item te wijden aan het geschil met [ged. partij sub 2] waarin Design Badkamers Utrecht verwikkeld is geraakt. Door Design Badkamers Utrecht is dat ook in deze zin ter zitting toegelicht. Dit deel van de vordering is het mindere van de voorts algemeen geformuleerde vordering. De voorzieningenrechter zal allereerst overgaan tot beoordeling van dit deel van de vordering. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
Toewijzing van het door Design Badkamers Utrecht gevorderde publicatieverbod zou een beperking inhouden van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) neergelegde grondrecht van BNN-VARA op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt, indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (zie artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake, indien de voorgenomen uitzending van BNN-VARA op 22 april 2017 onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse – in beginsel gelijkwaardige – belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van BNN-VARA is er met name in gelegen dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van Design Badkamers Utrecht is er met name in gelegen dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en dat haar goede naam niet onnodig wordt geschonden. Bij deze belangenafweging dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.
4.4.
Volgens BNN-VARA staat het gevorderde verbod op gespannen voet staat met artikel 7 Grondwet (Gw). Het uitgangspunt van dit artikel – te weten dat een uiting alleen achteraf kan worden beoordeeld – is, aldus BNN-VARA, een van de fundamenten van een democratische rechtsstaat. Met BNN-VARA is de voorzieningenrechter van oordeel dat artikel 7 Gw niet per definitie betekent dat een publicatie niet van tevoren mag worden verboden. Als voldoende bekend is over de voorgenomen publicatie om de onrechtmatigheid hiervan te kunnen vaststellen, kan uit het oogpunt van effectieve rechtsbescherming een verbod vooraf worden uitgesproken. Dit kan echter – zoals ook volgt uit het Mosley-arrest van 10 mei 2011 van het EHRM (EHRC 2011/108) – slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden plaatsvinden. Dit plaatst BNN-VARA op een voorsprong in de onder 4.3. genoemde belangenafweging.
4.5.
De juistheid van de verwijten, althans de feitelijke onderbouwing en de inkleding daarvan, vormen onder meer omstandigheden die in voornoemde belangenafweging betrokken dienen te worden. Daarbij is voorts van belang dat bij een consumentenprogramma als Kassa het publiek eerder zal aannemen dat in dit programma gedane feitelijke beweringen juist en gebezigde kwalificaties en geuite beschuldigingen gegrond zullen zijn dan wanneer het gaat om beweringen, kwalificaties en beschuldigingen in het algemeen. Van de samenstellers van een informatief en kritisch consumentenprogramma mag daarom worden verwacht dat zij een grote mate van zorgvuldigheid betracht, waarbij dient te worden gewaakt tegen nodeloos grievende uitlatingen, verdraaiingen van de feiten, ongefundeerde verdachtmakingen of schending van het recht van wederhoor. Aan de andere kant hoeft van BNN-VARA niet te worden verwacht dat de juistheid van hetgeen zij uitzendt onomstotelijk vast is komen te staan.
4.6.
BNN-VARA heeft toegezegd dat de directeur-groot aandeelhouder van Design Badkamers Utrecht in de gelegenheid zal worden gesteld om weerwoord te geven voorafgaande aan de uitzending op 22 april 2017, te weten op 21 april 2017. Die gelegenheid is hem ook al op 7 april 2017 en 11 april 2017 geboden doch daarvan heeft hij geen gebruik gemaakt. BNN-VARA zal met haar cameraploeg op 21 april 2017 bij Design Badkamers Utrecht aanwezig zijn, nu de directeur-groot aandeelhouder van Design Badkamers Utrecht heeft aangevoerd de gelegenheid te willen krijgen tot het geven van weerwoord als zijn vordering tot het verbieden van de uitzending wordt afgewezen. Ook is door BNN-VARA toegezegd dat het standpunt van Design Badkamers Utrecht ten aanzien van het geschil met [ged. partij sub 2] in de uitzending zal worden betrokken. In dit kader heeft zij concreet toegezegd aandacht te besteden aan het standpunt van Design Badkamers Utrecht dat wel zou zijn overeengekomen dat de tegels besteld moeten worden bij een van hun vaste leveranciers en dat zij niet met meerdere partijen wil werken, om de kwaliteit te kunnen waarborgen en garantie te kunnen bieden. De voorzieningenrechter gaat er voorts van uit dat hetgeen de directeur-groot aandeelhouder van Design Badkamers Utrecht op 21 april 2017 tegenover de cameraploeg zal verklaren eveneens in de uitzending zal worden verwerkt.
4.7.
Voorts is relevant in dit verband dat BNN-VARA heeft toegezegd geen medewerkers in beeld te brengen en geen namen van medewerkers te noemen. Design Badkamers Utrecht en BNN-VARA twisten over de vraag of er een cameraploeg bij Design Badkamers Utrecht naar binnen is geweest. Het antwoord op die vraag kan echter in het midden blijven, nu in ieder geval door BNN-VARA is toegezegd dat er geen beelden zullen worden getoond die bij Design Badkamers Utrecht binnen zijn gemaakt.
4.8.
Daar gelaten de vraag of Design Badkamers Utrecht in het geschil dat is gerezen tussen haar en [ged. partij sub 2] juridisch in haar recht staat, is ter zitting naar voren gekomen dat er bij [ged. partij sub 2] , zijnde een consument, sprake is van teleurgestelde verwachtingen in verband met de aankoop van een luxe badkamer en voorts sprake is van een teleurstelling over de reactie van Design Badkamers Utrecht op de door haar geuite klachten. Dit op zichzelf kan, anders dan Design Badkamers Utrecht betoogt, worden aangemerkt als een misstand die de samenleving raakt.
4.9.
Door Design Badkamers Utrecht is verder betoogd dat de gevolgen voor Design Badkamers Utrecht, indien tot uitzending zou worden overgegaan niet te overzien zijn. Volgens Design Badkamers Utrecht zou dit onherroepelijk leiden tot haar faillissement. Als potentiële klanten van Design Badkamers Utrecht op internet, het meest gebruikte medium in de branche, zien dat er een item aan haar is gewijd in Kassa zullen deze klanten direct afhaken, ook zonder het desbetreffende item te hebben gezien. De inhoud van het item is daarbij van ondergeschikte waarde voor de potentiële klanten.
4.10.
De voorzieningenrechter houdt er ernstig rekening mee dat Design Badkamers Utrecht door de uitzending op 22 april 2017 zal worden geschaad in haar goede naam. Dat dit onherroepelijk tot haar faillissement zal leiden, is echter onvoldoende aannemelijk geworden. Deze stelling is door Design Badkamers Utrecht immers onvoldoende onderbouwd. Gesteld noch gebleken is dat van ondernemingen waaraan Kassa in haar uitzending aandacht heeft besteed, het faillissement is aangevraagd als gevolg van die uitzending in Kassa. Dat er mogelijk schadelijke gevolgen zullen zijn door het geschil met [ged. partij sub 2] waarin Design Badkamers Utrecht verwikkeld is geraakt, behoort tot het ondernemingsrisico van Design Badkamers Utrecht.
4.11.
Concluderend dient, gezien bovengenoemde omstandigheden, in dit geval het belang van BNN-VARA bij de vrijheid van meningsuiting te prevaleren boven het belang van Design Badkamers Utrecht bij de bescherming van haar goede naam.
4.12.
Het voorgaande maakt eveneens dat van misbruik van bevoegdheid door BNN-VARA geen sprake is. Dat Design Badkamers Utrecht alleen een minnelijke regeling met [ged. partij sub 2] wil aangaan indien BNN-VARA geen ruchtbaarheid geeft aan de kwestie en dat BNN-VARA aan een minnelijke regeling tussen Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] in de weg staat omdat zij hieraan wel ruchtbaarheid wil geven, maakt dat niet anders. De vordering tot het verbieden van BNN-VARA om zaterdag 22 april 2017 een item te wijden aan het geschil met [ged. partij sub 2] waarin Design Badkamers Utrecht verwikkeld is geraakt, zal derhalve worden afgewezen.
4.13.
De vordering tot het in zijn algemeenheid verbieden van BNN-VARA om het op 11 april 2017 in de kwestie tussen Design Badkamers Utrecht en [ged. partij sub 2] gemaakte beeldmateriaal openbaar te maken en de vordering om BNN-VARA te verbieden om ruchtbaarheid te geven aan deze kwestie, zijn gelet op het vorenoverwogene evenmin toewijsbaar. Deze vorderingen zijn bovendien dermate algemeen geformuleerd dat toewijzing daarvan disproportioneel zou zijn.
Ten aanzien van de vordering jegens [ged. partij sub 2]
4.14.
Design Badkamers Utrecht heeft zich op het standpunt gesteld dat zij spoedeisend belang heeft bij haar vordering jegens [ged. partij sub 2] omdat alle materialen gereed liggen en ook de planning gereed is. Als eerst een bodemprocedure moet worden doorlopen, zal [ged. partij sub 2] een andere badkamer hebben. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het voorgaande onvoldoende voor het oordeel dat van Design Badkamers Utrecht niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Deze vordering zal derhalve wegens het ontbreken van spoedeisend belang worden afgewezen.
De proceskosten
4.15.
Design Badkamers Utrecht zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, welke kosten aan de zijde van BNN-VARA worden begroot op € 618,- aan verschotten en op € 816,- aan salaris van de advocaat, en aan de zijde van [ged. partij sub 2] worden begroot op € 287,- aan verschotten.
4.16.
De door BNN-VARA gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen;
5.2.
veroordeelt Design Badkamers Utrecht in de kosten van het geding, welke kosten aan de zijde van BNN-VARA worden begroot op € 618,- aan verschotten en op € 816,- aan salaris van de advocaat, en aan de zijde van [ged. partij sub 2] worden begroot op € 287,- aan verschotten;
5.3.
veroordeelt Design Badkamers Utrecht in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van BNN-VARA, begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat, indien betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en Design Badkamers Utrecht niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan;
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling en de veroordeling in de nakosten met betrekking tot BNN-VARA uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Kanninga-Jonker, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. Kliffen op 21 april 2017. [1]

Voetnoten

1.type: EK