ECLI:NL:RBNHO:2017:3255
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Haarlemmermeer 2016 inzake taxidiensten op Schiphol
Op 20 april 2017 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 26 oktober 2016 op de luchthaven Schiphol taxidiensten heeft aangeboden, terwijl hij niet de bestuurder van het voertuig was. De verdachte werd beschuldigd van overtreding van artikel 5:14E van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Haarlemmermeer 2016, die het aanbieden van taxidiensten door derden in aangewezen gebieden verbiedt. De officier van justitie, mr. P. van Lennep, vorderde bewezenverklaring van het feit. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Tijdens de zitting op 6 april 2017 werd vastgesteld dat verbalisanten de verdachte hadden gezien terwijl hij klanten hielp met hun koffers en hen naar een taxi leidde, wat leidde tot de conclusie dat hij taxidiensten aanbood zonder de bestuurder te zijn. De kantonrechter verwierp het verweer van de verdediging dat de APV onverbindend zou zijn, en oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om gebieden aan te wijzen waar taxidiensten verboden zijn. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastelegging en kreeg een geldboete van € 150,00 opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.