Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
Martinair heeft een verweerschrift met producties ingediend.
2.De feiten
In artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek (BW) is het volgende bepaald:
De artikelen 673 en 673a zijn niet van toepassing, indien in een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling (...) een gelijkwaardige voorziening is opgenomen."
In artikel 2 van het per 1 juli 2016 vervallen Besluit overgangsrecht transitievergoeding (hierna: “het BOT”) was - samengevat - bepaald dat indien de werknemer op grond van tussen de werkgever c.q. werkgeversverenigingen, en werknemersverenigingen gemaakte afspraken recht had op “vergoedingen of voorzieningen als bedoeld in artikel XXII, lid 7 WWZ”, de transitievergoeding niet was verschuldigd.
Partijen zijn het erover eens dat artikel 2 van het BOT is vervallen en in deze zaak niet van toepassing is.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Uitgangspunt is, sinds het vervallen van het BOT, dat een in een CAO opgenomen beëindigingsregeling kan cumuleren met de transitievergoeding. Artikel 7:673b BW maakt hierop een uitzondering voor het geval sprake is van een in een CAO neergelegde gelijkwaardige voorziening.
nietgelijkwaardige voorziening. De strekking van het Overgangsrecht was (ook) om CAO partijen in de gelegenheid te stellen hun afspraken af te stemmen op de WWZ en niet in te breken op lopende collectieve regelingen waardoor werkgevers in de problemen zouden komen.
geldende CAO. Deze was immers geëxpireerd op 31 december 2013. Martinair heeft betoogd dat sprake is van nawerkende CAO bepalingen. Op die grond heeft immers ook betaling van de overtolligheidsvergoeding krachtens Bijlage 13 van de CAO plaatsgevonden. Volgens Martinair is hiermee voldaan aan het vereiste dat werknemer aanspraak heeft op een minimaal gelijkwaardige voorziening krachtens “een CAO”.
op het moment van het ontslag geldende CAO. De strekking van artikel 7:673b BW is, dat in het geval een collectieve regeling met representatieve vakbonden tot stand is gekomen inhoudende een minimaal aan de transitievergoeding gelijkwaardige voorziening, geen cumulatie met de transitievergoeding plaatsvindt.
“Met betrekking tot lopende collectieve afspraken met verenigingen van werknemers is in dit Besluit geregeld dat deze voorgaan op de transitievergoeding. (...)Dat geldt ook voor nawerkende CAO bepalingen en bij stilzwijgende verlenging van een CAO. Op grond van artikel XXII, zevende lid van de WWZ en het onderhavige Besluit is beslissend hoe de betreffende collectieve afspraken tot stand zijn gekomen (...) niet of de werknemer er direct of bijvoorbeeld via nawerking rechten aan kan ontlenen.”