ECLI:NL:RBNHO:2017:3111

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 april 2017
Publicatiedatum
14 april 2017
Zaaknummer
5591319 CV EXPL 16-11478
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente in zorgverzekeringskwestie

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft betaling van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, voortvloeiend uit een zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde heeft op 7 december 2016 een dagvaarding ontvangen, waarna hij schriftelijk heeft geantwoord. Zilveren Kruis heeft haar vordering vervolgens verminderd, maar de gedaagde heeft de vordering betwist.

De feiten van de zaak tonen aan dat de gedaagde een zorgverzekeringsovereenkomst had met Zilveren Kruis, waarbij hij een maandelijkse premie verschuldigd was. Er zijn verschillende betalingen gedaan door de gedaagde, maar Zilveren Kruis heeft deze betalingen niet altijd correct afgeboekt. De gedaagde heeft betoogd dat hij bij elke betaling duidelijk heeft aangegeven waarop deze betrekking had en dat hij ten onrechte is aangemaand voor een betalingsachterstand die niet bestond.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de aanmaning van Zilveren Kruis onterecht was, aangezien de gedaagde de premie voor mei 2016 al had betaald. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, evenals de vordering tot betaling van wettelijke rente, omdat deze niet correct was berekend. De kantonrechter heeft Zilveren Kruis veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan op 5 april 2017.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5591319 \ CV EXPL 16-11478
Uitspraakdatum: 5 april 2017
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Flanderijn & van Eck
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 7 december 2016 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Zilveren Kruis heeft hierop schriftelijk gereageerd en haar vordering verminderd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Vonnis is na aanhouding bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft met Zilveren Kruis een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] bij vooruitbetaling een maandelijkse premie van € 353,34 verschuldigd is.
2.2.
Op 29 augustus 2016 heeft Zilveren Kruis van [gedaagde] in totaal € 373,34 ontvangen, waarvan zij € 31,08 heeft afgeboekt op premiemaand mei 2016.
2.3.
Op 30 augustus 2016 heeft [gedaagde] € 353,34 betaald onder vermelding van
“poliskosten 01/05/16 – 01/06/16”.Zilveren Kruis heeft daarvan € 160,22 afgeboekt op de zorgkostennota van 12 juli 2016 en € 199,04 op het restant van de zorgkostennota van
17 augustus 2016.
2.4.
Op 11 oktober 2016 heeft de incassogemachtigde van Zilveren Kruis [gedaagde] aangemaand tot betaling van een tussen 1 maart 2016 en 1 juni 2016 ontstane betalingsachterstand van € 322,26 met de mededeling dat [gedaagde] buitengerechtelijke kosten verschuldigd is, indien hij niet op uiterlijk 26 oktober 2016 betaalt.
2.5.
Op 6 december 2016 heeft Zilveren Kruis van [gedaagde] tweemaal een bedrag van € 353,34 ontvangen, welke door haar zijn afgeboekt op de premiemaanden oktober en december 2016.
2.6.
Op 13 december 2016 heeft [gedaagde] de premiemaand december 2016 betaald. Zilveren Kruis heeft het ontvangen bedrag van € 353,34 op 15 december 2016 teruggestort in verband met teveel betaalde premie voor december 2016.
2.7.
Op 19 december 2016 heeft [gedaagde] dit bedrag opnieuw aan Zilveren Kruis overgemaakt met als omschrijving:
“Terugstorting onterecht terugontvangen premie december 2016 (…) eerdere aflettering onjuist, zie mijn omschrijvingen!”. Daarvan is
€ 322,26 door Zilveren Kruis afgeboekt op het restant van de premiemaand mei 2016 en is het overige bedrag van € 31,08 in mindering gebracht op premiemaand januari 2017.

3.De vordering

3.1.
Zilveren Kruis vordert – na vermindering van eis - dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 62,22 aan wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan de verminderde vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] zich niet houdt aan zijn betalingsverplichting voortvloeiende uit de overeenkomst tussen partijen. Nu de hoofdsom pas na dagvaarding op 19 december 2016 is betaald, is [gedaagde] nog wel wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij bij iedere betaling vermeldt waarop deze betrekking heeft. De (volledige) premie voor de maand mei 2016 heeft hij op 30 augustus 2016 betaald en dit blijkt ook uit zijn rekeningafschrift. Ten onrechte heeft de incassogemachtigde van Zilveren Kruis hem op 11 oktober 2016 aangemaand tot betaling hiervan en hem de buitengerechtelijke kosten aangezegd en hem vervolgens wegens de gestelde premieachterstand van mei 2016 in rechte betrokken. [gedaagde] is daarom niets verschuldigd.
4.2.
Dat Zilveren Kruis de door hem verrichte betalingen steeds op onjuiste wijze afboekt, heeft er zelfs toe geleid dat hij de maandpremie over december 2016 kreeg teruggestort, omdat hij deze premie volgens Zilveren Kruis al zou hebben betaald. [gedaagde] heeft vervolgens de premie voor december 2016 opnieuw betaald op 19 december 2016.

5.De beoordeling

5.1.
Zilveren Kruis vordert wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] betwist de verschuldigdheid daarvan. Zilveren Kruis heeft in haar nadere reactie erkend dat zij de door [gedaagde] op 30 augustus 2016 betaalde premie abusievelijk heeft afgeboekt op twee openstaande zorgkostennota’s van juli en augustus 2016, die op dat moment nog niet (geheel) waren voldaan. Zilveren Kruis persisteert bij haar verminderde vordering, die door [gedaagde] wordt betwist, en stelt zich daarbij op het standpunt dat - indien zij de betaling van 30 augustus 2016 op juiste wijze had afgeboekt - de zorgkostennota’s van juli en augustus 2016 zouden openstaan. Al met al had [gedaagde] ten tijde van dagvaarden een betalingsachterstand en is hij rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, aldus Zilveren Kruis.
5.2.
Overwogen wordt dat de aanmaningsbrief van 11 oktober 2016 ziet op de premiemaand mei 2016. Vaststaat dat deze premie reeds was betaald op 30 augustus 2016 en dat [gedaagde] hiervoor dus ten onrechte is aangemaand. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] tot betaling van de zorgkostennota’s van juli en augustus 2016 is aangemaand. De vordering ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten zal dan ook worden afgewezen. Het feit dat [gedaagde] een betalingsachterstand uit andere hoofde had op het moment van dagvaarden, maakt dat niet anders.
5.3.
De gevorderde wettelijke rente is berekend over de reeds betaalde premiemaand mei 2016. Nu een renteberekening over de zorgkostennota’s van juli en augustus 2016 ontbreekt zal dit deel van de vordering eveneens worden afgewezen.
5.4.
Nu de vorderingen van Zilveren Kruis worden afgewezen zal zij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter