Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
.
3.Het verzoek
26 en 27 oktober 2016 zonder enige reden niet op het werk verschenen.
De andere personeelsleden willen ook niet meer met [werknemer] samenwerken.
4.Het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek
De door Hightide aangevoerde omstandigheid dat zij [werknemer] een baan en onderdak heeft aangeboden is in dat kader geen argument. Hightide zocht een bedrijfsleider. En het wonen in de strandtent is noodzakelijk geworden doordat Hightide geen salaris aan [werknemer] betaalde. [werknemer] heeft Hightide niet bedrogen. [werknemer] zag er slecht uit doordat hij overwerkt was en het trauma van de inbraak van 19 juli 2016 niet had verwerkt. Voor zover de arbeidsrelatie al verstoord is, is dat aan Hightide te wijten, doordat zij het salaris van [werknemer] niet (tijdig) heeft betaald en door onterechte beschuldigingen te uiten aan zijn adres. Bovendien heeft Hightide geen poging gedaan om tot herstel van de verstoorde arbeidsverhouding te komen. Niet gebleken is dat de arbeidsverhouding met het overige personeel verstoord is geraakt. Hightide heeft pas gesteld dat de arbeidsrelatie verstoord is na de ziekmelding van [werknemer].
Ook van andere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub h BW is gelet op het vorenstaande geen sprake.
5.De beoordeling
21 september 2016 tussen partijen over het vermeende drugsgebruik van [werknemer] is gesproken, dat [werknemer] dit heeft ontkend en dat daarop door Hightide geen actie is ondernomen, in die zin dat Hightide niet schriftelijk heeft gewaarschuwd dat zij het bewaren, aanbieden of gebruik van drugs op het werk niet tolereert. Ook in de brief van Hightide van 26 oktober 2016 waarin Hightide een ontbinding met wederzijds goedvinden voorstelt wordt niet over de drugskwestie gesproken. Bovendien heeft Hightide geen aangifte van de drugskwestie gedaan. Een en ander had naar het oordeel van de kantonrechter wel op haar weg gelegen. Vaststaat dat de overige door Hightide overgelegde (ongedateerde) verklaringen pas zijn afgelegd na de ziekmelding van [werknemer]. Niet gebleken is dat deze verklaringen met [werknemer] zijn besproken. Daartegenover staan een aantal door [werknemer] in het geding gebrachte verklaringen, waarin de beschuldigingen van Hightide over drugsgebruik of drugsverslaving van [werknemer] worden tegengesproken. Ook de huisarts van [werknemer] heeft een verklaring van 2 december 2016 afgelegd, inhoudende dat [werknemer] al enkele maanden bij hem onder behandeling is wegens klachten van burn-out, een paniekstoornis en PTSS klachten, dat [werknemer] zich destijds bij hem heeft gemeld met een verhaal over een hoge werkdruk en een inbraak en dat de huisarts geen aanwijzingen heeft dat deze klachten zijn veroorzaakt door een andere ziekte of aandoening.