ECLI:NL:RBNHO:2017:1682

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 maart 2017
Publicatiedatum
3 maart 2017
Zaaknummer
5393262 CV EXPL 16-8683
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen reflexwerking voor ondernemer van consumentenbescherming

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Bedrijvenpagina Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die handelde onder een handelsnaam. De vordering betreft een factuur van € 465,85 voor een advertentieplaatsing op de website van Bedrijvenpagina Nederland, die volgens de eiser is ontstaan uit een mondelinge overeenkomst die op 31 maart 2016 tot stand zou zijn gekomen. De gedaagde heeft de factuur niet voldaan en betwist de vordering, stellende dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen en dat hij de overeenkomst op 14 april 2016 heeft ontbonden binnen de wettelijke termijn van 14 dagen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde bedrijfsmatig handelde en niet als consument, waardoor de bescherming van consumentenrecht niet van toepassing is. De rechter heeft de geluidsopname van het telefoongesprek op 31 maart 2016 als bewijs geaccepteerd, waaruit blijkt dat de gedaagde het aanbod tot het sluiten van de overeenkomst heeft aanvaard. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde gebonden is aan de overeenkomst en dat hij de factuur dient te voldoen. De vordering van Bedrijvenpagina Nederland wordt grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde contractuele rente, omdat de algemene voorwaarden niet uitdrukkelijk door de gedaagde zijn aanvaard.

De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 535,73, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft de proceskosten voor zijn rekening gesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. L.M. de Vries op 1 maart 2017 in Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5393262 \ CV EXPL 16-8683
Uitspraakdatum: 1 maart 2017
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Bedrijvenpagina Nederland B.V.
gevestigd te Alkmaar
eiseres
verder te noemen: Bedrijvenpagina Nederland
gemachtigde: L.V. Snijder
tegen
[gedaagde]handelende onder de naam [handelsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Bedrijvenpagina Nederland heeft bij dagvaarding van 21 september 2016 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Bedrijvenpagina Nederland heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Vonnis is na aanhouding bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 31 maart 2016 is [gedaagde] telefonisch benaderd door een medewerker van Bedrijvenpagina Nederland. Dit telefoongesprek is met medeweten van [gedaagde] opgenomen.
2.2.
Op 1 april 2016 heeft Bedrijvenpagina Nederland een mail naar [gedaagde] verzonden met zijn inloggegevens en meegedeeld dat “ [handelsnaam] ” inmiddels is geplaatst op Bedrijvenpagina.nl.
2.3.
Op 5 april 2016 heeft Bedrijvenpagina Nederland een bedrag van € 465,85 bij [gedaagde] in rekening gebracht met de volgende omschrijving:
“Factuur voor uw bedrijfspresentatie op www.bedrijvenpagina.nl, n.a.v. uw telefonische opdracht van 31 maart 2016 volgens onderstaande specificaties: (…)”.Onderop de factuur staat dat op alle overeenkomsten de leveringsvoorwaarden van Bedrijvenpagina Nederland van toepassing zijn en dat deze op aanvraag toegezonden kunnen worden. Ook wordt verwezen naar de website.
2.4.
Artikel 7.3 van de algemene voorwaarden van Bedrijvenpagina Nederland luidt:
“Annulering van een gegeven advertentieopdracht, mits de desbetreffende Advertentie nog niet op de Site is geplaatst, dient uiterlijk binnen zeven (7) kalenderdagen na factuurdatum per aangetekende post, danwel via het online Opzeggingsformulier bij Bedrijvenpagina te zijn ingediend. Na deze termijn is annulering niet meer toegestaan en is Adverteerder gehouden aan alle in de Advertentieovereenkomst gemaakte afspraken.”
2.5.
Op 14 april 2016 heeft [gedaagde] daarop als volgt gereageerd:
“Onder verwijzing naar mijn rechten inzake bedenktijd voor koop op afstand heb ik besloten de gemaakte afspraak teniet te doen. De door u telefonisch voorgestelde gang van zaken is in mijn ogen in werkelijkheid anders (…).
2.6.
Per mailbericht van 18 april 2016 heeft Bedrijvenpagina Nederland aan [gedaagde] laten weten dat de opdracht niet binnen de gestelde termijn is geannuleerd.
2.7.
[gedaagde] heeft de factuur niet voldaan.

3.De vordering

3.1.
Bedrijvenpagina Nederland vordert (samengevat) dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 558,40, bestaande uit € 465,85 incl. btw aan hoofdsom, € 69,88 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 22,67 aan contractuele rente van 1 % per maand berekend tot 21 september 2016, een en ander vermeerderd met de wettelijke handelsrente subsidiair de wettelijke rente over de hoofdsom.
3.2.
Bedrijvenpagina Nederland legt – kort weergegeven – aan de vordering de mondelinge overeenkomst van 31 maart 2016 ten grondslag ingevolge waarvan Bedrijvenpagina Nederland de bedrijfsgegevens van [gedaagde] onder de branche Belastingadviesbureaus op www.bedrijvenpagina.nl heeft vermeld voor de periode tot 31 maart 2017. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Bedrijvenpagina Nederland van toepassing. Nu [gedaagde] de overeenkomst niet binnen de daarin gestelde termijn van zeven dagen na factuurdatum heeft geannuleerd, is [gedaagde] gehouden tot betaling van de factuur.
3.3.
Op grond van de algemene voorwaarden vordert Bedrijvenpagina Nederland tevens de noodzakelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten en de rente.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat er geen mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen op 31 maart 2016, maar dat Bedrijvenpagina Nederland daar, gelet op de mail van 1 april 2016, wel vanuit is gegaan. Toen [gedaagde] vervolgens op
5 april 2016 een factuur ontving, heeft hij de overeenkomst op 14 april 2016 ontbonden, derhalve binnen de wettelijke termijn van 14 dagen. Nu [gedaagde] gebruik heeft gemaakt van zijn recht tot ontbinding van een overeenkomst van koop op afstand, is hij niets verschuldigd.

5.De beoordeling

5.1.
Vooropgesteld moet worden dat [gedaagde] bij het sluiten van de onderhavige overeenkomst bedrijfsmatig handelde en niet als consument. Het is niet geheel duidelijk wat [gedaagde] bedoelt met een “schijnovereenkomst”. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Bij repliek heeft Bedrijvenpagina Nederland een geluidsopname van het telefoongesprek van 31 maart 2016 overgelegd. [gedaagde] heeft desgevraagd bevestigd hiermee bekend te zijn. Uit de overgelegde geluidsopname van het bewuste telefoongesprek volgt dat [gedaagde] een aanbod is gedaan en dat vervolgens met hem de essentialia van de overeenkomst zijn besproken (de inhoud van hetgeen vermeld wordt op de website, de duur, de prijs en de betalingstermijnen). [gedaagde] antwoordt bevestigend op al die vragen en geeft desgevraagd zijn e-mailadres op om de inloggegevens te ontvangen. De conclusie is dan ook dat hij het aanbod tot het sluiten van de overeenkomst, inhoudende het plaatsten van zijn gegevens op de website ‘bedrijvenpagina’ voor de duur van één jaar tegen een prijs van € 385,00 exclusief btw heeft aanvaard. Een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen.
5.2.
[gedaagde] voert verder aan dat hij de overeenkomst alsnog heeft geannuleerd en wel op 14 april 2016. Hij voert aan dat hij binnen een wettelijke termijn van 14 dagen alsnog kon ontbinden en dat Bedrijvenpagina Nederland ten onrechte, blijkens haar voorwaarden, een termijn van 7 dagen hanteert. Naar de kantonrechter begrijpt, doelt [gedaagde] op artikel 6:230o Burgerlijk Wetboek (BW). De Colportagewet, waar ook Bedrijvenpagina Nederland naar verwijst, is immers in 2014 komen te vervallen. Het betreffende wetsartikel ziet op overeenkomsten met consumenten, terwijl niet ter discussie staat dat [gedaagde] in dezen bedrijfsmatig handelde. Voor zover [gedaagde] met zijn verweer al heeft bedoeld een beroep te doen op de zogenaamde reflexwerking, in die zin dat [gedaagde] eenzelfde bescherming geniet als een consument, merkt de kantonrechter op dat [gedaagde] verzuimd heeft dit op enigerlei wijze met feiten te onderbouwen.
Voor zover [gedaagde] met zijn mailbericht van 14 april 2016 de overeenkomst heeft willen vernietigen op grond van dwaling, faalt ook dit verweer nu hij de gestelde dwaling op geen enkele wijze heeft onderbouwd.
Dit onderdeel van het verweer faalt dan ook. [gedaagde] was gebonden aan de overeenkomst. De gegevens zijn op de website geplaatst en [gedaagde] is gehouden de gefactureerde hoofdsom te voldoen. Dit onderdeel van de vordering ligt voor toewijzing gereed.
5.3.
Bedrijvenpagina Nederland vordert verder contractuele rente ad 1% per maand op grond van haar algemene voorwaarden. [gedaagde] heeft de toepasselijkheid hiervan betwist. Bedrijvenpagina Nederland heeft wederom naar het telefoongesprek verwezen. Letterlijk wordt daarin namens Bedrijvenpagina Nederland gezegd:
“Voor de algemene voorwaarden, die kunt u nalezen op www.bedrijvenpagina.nl en dan schuine streep voorwaarden.”[gedaagde] antwoordt met:
“Ja, daar uhh heb ik net gekeken”.Voor zover Bedrijvenpagina Nederland zich op het standpunt stelt dat [gedaagde] daarmee heeft ingestemd met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden op de overeenkomst, kan de kantonrechter haar niet volgen. Voor het toepasselijk zijn van de algemene voorwaarden dienen deze uitdrukkelijk door [gedaagde] te zijn aanvaard, waarbij het niet uitmaakt of [gedaagde] de inhoud van die voorwaarden kende op dat moment kende. Van een verzoek tot aanvaarding van de algemene voorwaarden is geen sprake, van een aanvaarding evenmin, zodat de algemene voorwaarden van Bedrijvenpagina Nederland niet van toepassing zijn op onderhavige overeenkomst. De gevorderde contractuele rente dient derhalve te worden afgewezen.
De overigens gevorderde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW kan wel worden toegewezen.
5.4.
Bedrijvenpagina Nederland heeft ook de buitengerechtelijke kosten gevorderd. Voor zover gevorderd op grond van de algemene voorwaarden wordt de vordering ter zake afgewezen. Gelet echter op het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 BW, kan ook dit onderdeel van de vordering worden toegewezen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij grotendeels ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Bedrijvenpagina Nederland van € 535,73, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 465,85 vanaf de data der verschuldigdheid tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Bedrijvenpagina Nederland tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 80,77
griffierecht € 471,00
salaris gemachtigde € 200,00 ;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter