Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
[naam]als reclasseringswerkster verbonden aan
Reclassering Nederland te Alkmaar.
8.Vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van (bij wijze van voorschot) € 15.516,29 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
2. extra gereden kilometers in verband met bezoeken aan advocaat,
officier van justitieheeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de hoogte van het bedrag aan vergoeding van immateriële schade.
de verdedigingaangevoerd, dat de (blijvende) gevolgen niet stevig zijn onderbouwd. Er is geen medische onderbouwing voor de psychische schade.
rechtbankis van oordeel dat de onbetwiste materiële schade ten aanzien van de posten 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 11, totaal tot een bedrag van € 1.745,79, rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten . De alarminstallatie komt niet voor vergoeding, nu deze keuze niet als rechtstreekse schade kan worden aangemerkt. Ten aanzien van het verlies aan arbeidsvermogen is de rechtbank van oordeel dat behandeling van deze vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
[slachtoffer 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 8.742,17 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
officier van justitieheeft zich op het standpunt gesteld dat alle verzochte vergoedingen kunnen worden toegewezen nu zij voldoende zijn onderbouwd en in voldoende causaal verband met de overval staan.
de verdedigingaangevoerd, dat de (blijvende) gevolgen niet stevig zijn onderbouwd. Er is geen medische onderbouwing voor de psychische schade.
rechtbankis van oordeel dat de materiële schade ten aanzien van de posten 2, 3, 4 en 5, totaal tot een bedrag van € 438,54, rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten. De alarminstallatie komt niet voor vergoeding in aanmerking, nu de keuze voor een alarminstallatie in de nieuw te betrekken woning niet kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade. Voorts komen de jas en de schoenen niet voor vergoeding in aanmerking wegens onvoldoende onderbouwing van het causaal verband.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
[slachtoffer 3]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 7.875,60 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
officier van justitieheeft zich op het standpunt gesteld dat onder nummers 1 t/m 4 verzochte vergoedingen kunnen worden toegewezen nu zij voldoende zijn onderbouwd en in voldoende causaal verband met de overval staan. De officier van justitie heeft verzocht het verlies aan arbeidsvermogen te schatten, nu de hoogte daarvan niet exact is vast te stellen.
de verdedigingaangevoerd, dat de (blijvende) gevolgen niet stevig zijn onderbouwd. Er is geen medische onderbouwing voor de psychische schade.
rechtbankis van oordeel dat de materiële schade ten aanzien van de posten 2 en 3, totaal tot een bedrag van € 175,60, rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten. De alarminstallatie komt niet voor vergoeding in aanmerking nu de keuze voor deze aanschaf niet als rechtstreekse schade kan worden aangemerkt. Ten aanzien van het verlies aan arbeidsvermogen is de rechtbank van oordeel dat behandeling van deze vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
36 (zesendertig) maanden.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 9.245,79(zegge: negenduizend tweehonderdvijfenveertig euro en negenenzeventig cent), bestaande uit € 1.745,79 voor de materiële en € 7.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
81 (eenentachtig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.938,54(zegge: zesduizend negenhonderdachtendertig euro en vierenvijftig cent), bestaande uit € 438,54 voor de materiële en € 6.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
69 (negenenzestig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.675,60(zegge: vijfduizend zeshonderdvijfenzeventig euro en zestig cent), bestaande uit € 175,60 voor de materiële en € 5.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
63 (drieënzestig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.