Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigden van beide partijen hebben ter zitting pleitnotities overgelegd.
2.De feiten
3.De vordering
A. de hoofdsom ad € 6.609,52;
B. de contractuele rente ad 1,50% per maand over deze hoofdsom vanaf de vervaldatum
van de facturen tot de voldoening;
C. de buitengerechtelijke kosten ad € 705,48;
D. de proceskosten, waaronder het nasalaris.
Op 10 januari 2014 vermeldde het contract Mondeal als enige huurder. Op die dag hebben zowel de heer [voorletter] [X] als de heer [Directeur Bak] namens Mondeal getekend.
Kort hierop heeft Paribas een kredietcheck gehouden en daaruit bleek dat Mondeal niet kredietwaardig genoeg werd bevonden. Om die reden is een medewerker van RouteVision op 31 januari 2014 nogmaals bij Mondeal en [directeur Bak] langs geweest – beide bedrijven zijn in hetzelfde pand gevestigd – en heeft een gewijzigd contract aan de heer [Directeur Bak] voorgelegd, waarop ook de naam van “Bak Coachgroup Beheer B.V.” als huurder stond vermeld. Dit gewijzigde contract is op die dag door de heer [directeur Bak] nogmaals ondertekend, maar nu namens Bak Coachgroup Beheer B.V. Het contract was hiertoe tevoren aangepast: de naam van Bak Coachgroup B.V. was er met de pen bijgeschreven, alsmede het KvK-nummer van deze B.V.
Paribas betwist dat zij die gegevens erbij heeft geschreven nadat de heer [Directeur Bak] had getekend. Paribas biedt zo nodig bewijs aan van haar stellingen.
4.Het verweer
Op 10 januari 2014 heeft alleen de heer [X] getekend en niet ook de heer [directeur Bak] .
5.De beoordeling
In tegenstelling tot wat Paribas hierover heeft gesteld, komt betekenis toe aan het feit dat de naam van “Bak Coachgroup Beheer B.V.” op het formulier niet in het daarvoor bestemde kader is geplaatst en niet is voorzien van een goedkeurende paraaf. Ook acht de kantonrechter van belang de stelling van [directeur Bak] , dat zij haar privé-BV nooit als contractant verbindt voor dergelijke overeenkomsten.
Daarom rust op grond van artikel 150 Rv de bewijslast op Paribas en zal zij overeenkomstig haar aanbod in de gelegenheid worden gesteld haar stelling(en) te bewijzen.
6.De beslissing
woensdag 15 maart 2017 te 10.30 uur;
beidepartijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;