ECLI:NL:RBNHO:2017:11723

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
5703686 \ CV EXPL 17-1286
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag wegens tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst

In deze zaak heeft de eiseres, een besloten vennootschap, op 26 januari 2017 een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die verzocht om uitstel voor het voeren van verweer. Dit uitstel werd verleend, maar een tweede verzoek om uitstel werd afgewezen. De eiseres vorderde betaling van € 11.508,77, stellende dat de gedaagde tekortgeschoten was in de nakoming van een overeenkomst die betrekking had op PR, marketing, communicatie en grenswetenschappelijke behandelingen. De gedaagde heeft de vordering niet weersproken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoofdsom niet betwist is en heeft de vordering toegewezen. De eiseres had ook aanspraak gemaakt op wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de wettelijke rente verschuldigd was vanaf 14 juli 2016, na een ingebrekestelling. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden toegewezen, omdat deze voldeden aan de eisen van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 11.431,51, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier op 28 juni 2017.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5703686 \ CV EXPL 17-1286
Uitspraakdatum: 28 juni 2017
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres]
gevestigd en kantoorhoudend te [plaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: Van Arkel Gerechtsdeurwaarders & Incasso Eindhoven
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.R. Backer

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 26 januari 2017 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld.
1.2.
[gedaagde] heeft bij brief van 13 februari 2017 uitstel gevraagd voor het voeren van verweer. Dit uitstel is haar verleend. Het namens haar door mr. Backer op 10 april 2017 ingediende tweede verzoek om uitstel is bij brief van 19 april 2017 door de kantonrechter afgewezen.

2.De vordering

2.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 11.508,77. Zij stelt dat partijen een overeenkomst zijn aangegaan ten behoeve van onder meer de PR, marketing, communicatie en grenswetenschappelijke behandelingen. [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de op grond van de overeenkomst op haar rustende betalingsverplichting.
2.2.
Het gevorderde bedrag bestaat uit vergoedingen voor verrichte behandelingen, dit betreft een bedrag van € 8.320,00 en een vergoeding in verband met het verzuim in de nakoming van afspraken van € 400,00, beide bedragen te vermeerderen met BTW. Daarnaast vordert [eiseres] € 77,26 aan wettelijke rente vanaf tien dagen na factuurdatum, de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 880,51, alsmede de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de vordering niet weersproken. De niet betwiste vordering zal daarom worden toegewezen, zoals hierna omschreven.
3.2.
De hoofdsom is niet betwist en zal worden toegewezen zoals gevorderd. [eiseres] vordert daarnaast wettelijke rente vanaf tien dagen na factuurdatum. Op de overgelegde factuur d.d. 7 juli 2016 staat, naast ‘
Het totaalbedrag dient binnen 10 dagen te worden voldaan(..).’, ook vermeld: ‘
Voorwaarden: 30 dagen’, zodat uit de factuur onvoldoende duidelijk blijkt welke betalingstermijn partijen zijn overeengekomen. De stelling van [eiseres] dat met [gedaagde] een betalingstermijn is overeengekomen wordt daarom als onvoldoende gegrond afgewezen. In de op de factuur volgende brief d.d. 27 juni 2016 wordt [gedaagde] de gelegenheid geboden binnen veertien dagen na ontvangst van de brief te betalen; deze brief zal als ingebrekestelling worden beschouwd, zodat vanaf 14 juli 2016 de wettelijke rente is verschuldigd.
3.3.
[eiseres] maakt voorts aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eiseres] heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. De gevorderde incassokosten zullen worden toegewezen.
3.4.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat zij ongelijk krijgt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] een bedrag van € 11.431,51 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 10.551,00 vanaf 14 juli 2016 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 85,14
griffierecht € 470,00
salaris gemachtigde € 300,00
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter