ECLI:NL:RBNHO:2017:11573
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- J.M. Janse van Mantgem
- M.J. Smit
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 8 september 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoekster tegen mr. E.B. de Vries – van den Heuvel, de rechter in een aanhangige bestuursrechtelijke zaak. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 28 juli 2017 en nader aangevuld op 30 juli 2017. De verzoekster stelde dat de rechter niet onpartijdig was, onder andere omdat zij geen gehoor had gegeven aan verzoeken om een ordemaatregel en omdat er onomkeerbare schade aan een beschermde diersoort zou zijn veroorzaakt. De rechtbank overwoog dat een negatieve procesbeslissing op zich geen grond voor wraking is, tenzij deze dermate onbegrijpelijk is dat deze een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid oplevert. De rechtbank concludeerde dat de rechter gemotiveerd had gehandeld en dat er geen objectieve redenen waren voor de vrees van verzoekster voor partijdigheid.
Tijdens de zitting op 29 augustus 2017 was verzoekster vertegenwoordigd door gemachtigden, terwijl de rechter en andere betrokkenen niet verschenen. De rechtbank stelde vast dat de rechter in haar beslissingen niet onbegrijpelijk had gehandeld en dat de door verzoekster aangevoerde gronden voor wraking niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was. De rechtbank benadrukte dat de subjectieve vrees van verzoekster niet doorslaggevend was en dat de feiten en omstandigheden niet wezenlijk genoeg waren om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter. Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen en werd bevolen dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.