Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
- het standpunt van de officier van justitie, mr. J. van der Putte, dat ertoe strekt dat de rechtbank verdachte van het primair ten laste gelegde feit zal vrijspreken en het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren, en verdachte hiervoor zal veroordelen tot een werkstraf van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze geheel dient te worden toegewezen;
- hetgeen door verdachte en mr. R. Polderman, raadsman van verdachte, naar voren is gebracht.
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Vrijspraak ten aanzien van het primair ten laste gelegde feit
4.Bewijs ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- Samsung Galaxy S3 € 65,00
- Hoesje telefoon € 15,00
- Diverse kapotte/beschadigde kleding € 325,00
- Schakelketting (zilver) € 69,95
- Eigen risico (ambulancevervoer) € 360,00
- Tandartskosten € 105,13
- Inkomstenderving (2 wachtdagen) € 89,92
- Immateriële schade € 1.350,00
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
nietbewezen wat aan verdachte
primairis ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
bewezendat verdachte het
subsidiairten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. weergegeven.
180 (hondertachtig) uren taakstrafdie bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.380,00 (zegge: tweeduizend driehonderdtachtig euro), bestaande uit € 1.030,00 voor de materiële en € 1.350,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 september 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
33 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.