ECLI:NL:RBNHO:2017:11441
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WIA-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door de verzekeringsarts
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 7 november 2017, staat de beoordeling van de WIA-uitkering van eiser centraal. Eiser, die bekend is met epilepsie en een alcoholverslaving, had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Echter, na een herbeoordeling door de verzekeringsarts, werd vastgesteld dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beslissing dat hij per 10 augustus 2017 geen recht meer had op de WIA-uitkering. Eiser ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank onderzocht de argumenten van eiser, waaronder de claim dat het onderzoek niet door een verzekeringsarts was verricht en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn psychische klachten. De rechtbank oordeelde dat het primaire verzekeringsgeneeskundige onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsartsen voldoende waren onderbouwd. Eiser had geen overtuigende argumenten aangedragen die de conclusies van de verzekeringsartsen konden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat de medische grondslag van het bestreden besluit deugdelijk was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in het medisch onderzoek en de rol van de verzekeringsarts in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.