ECLI:NL:RBNHO:2017:11223

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 december 2017
Publicatiedatum
5 januari 2018
Zaaknummer
15/111800-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige woninginbraken met diverse goederen weggenomen, gevangenisstraf en benadeelde partijen

Op 4 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere woninginbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats, zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak in verschillende woningen in de gemeente Haarlemmermeer. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van diverse goederen, waaronder elektronica, sieraden en geld, toebehorende aan verschillende slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van alle feiten gesteund, maar heeft de verdachte vrijgesproken van feit 4, omdat er onvoldoende bewijs was voor opzetheling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waarbij de vorderingen van enkele slachtoffers zijn toegewezen en andere zijn afgewezen wegens onduidelijkheid over de schade. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de impact op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/111800-17 (P)
Uitspraakdatum: 4 december 2017
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 november 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande,
thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. R. Hagemeier en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A. Petrescu, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
(zaaksdossier 01)
hij op of omstreeks 19 juni 2017 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres1] , aldaar) heeft weggenomen
- een tas (Blauwe Hoogvliet, type Shopperbag) en/of
- twee, althans een of meer Ipad(s) en/of
- vijf, althans een of meer flesje(s) parfum/eau de toilette en/of
- een verzameling losse munten en/of
- een glazen pot (vorm beer) gevuld met een hoeveelheid munten en/of
- een doosje, waarin vier, althans een of meer horloge(s) en/of twee, althans een of meer manchetknopen en/of een broche en/of een deel van een horlogeband en/of vier, althans een of meer munten en/of een reparatiebon en/of
- een (zilverkleurige) PSP etui (met een zwart / zilverkleurige PSP) en/of
- een beautycase, waarin diverse doosjes van juweliers en/of diverse kettingen en/of armbanden en/of een horloge en/of klein muntgeld.
- elf, althans een of meer horloge(s) en/of
- een stopwatch en/of
- dertien, althans een of meer antieke theelepeltjes en/of
- twee, althans een of meer scheermesjes (merk Gillette) en/of
- een hoeveelheid geld en/of briefjes van spaans geld (zie blz 66 tot en met 70 van het dossier), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Feit 2
(zaaksdossier 02)
hij op of omstreeks 17 juni 2017 te Spaarndam, gemeente Haarlem dan wel gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres2] ) heeft weggenomen
- een koffer en/of
- een motorrugzak (merk MAP) en/of
- een hoeveelheid geld (plm 350,00 euro) en/of
- een of meer electronische appara(at(en), te weten een tablet (merk Samsung galxy note 10.1 serie nummer RF2D100HJNP) en/of een laptop (merk acer aspire 7730/7330 model ZY6 serie nummer MU.APA00.005) en/of een televisie en/of een afstandsbediening (merk Samsung) en/of een digitenne decoder en/of een antenne en/of afstandsbediening (merk KPN) en/of twee, althans een of meer koffie-appara(a)t(en) (merk Senseo en/of Philips/Krups) en/of een waterkoker (merk Philips) en/of
- een hoeveelheid tabak (merk Marlboro) en/of een sigarettenmaker en/of
- een hoeveelheid sieraden, te weten een armband en/of een ketting en/of drie, althans een of meer ring(en) (zie blz 162 en blz 164), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
Inklimming.
Feit 3
(zaaksdossier 03)
hij op of omstreeks 14 mei 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres3] ) heeft weggenomen
diverse goederen, te weten een sleutelbos en/of drie , althans een of meer zonnebril(len) (merk Ray-Ban en/of Cartier) en/of twee, althans een of meer staatslot(en) en/of (sport)schoenen (merk Nike en/of Warner) en/of een leren motorjas en/of een of meer jas(sen) (merk Stone Island en/of Canada Goose) en/of een spijkerbroek (merk Diesel)
en/of een Ipad en/of twee, althans een of meer laptop(s) en/of een hoeveelheid geld en/of aftershave (merk Bulgari) en/of acht, althans een of meer horloge(s) (waaronder van het merk Cartier en/of Panarajjumjnair en/of lord Elgin en/of TW steel) en/of een aantal
gouden manchetknopen en/of een draadloze box (merk Boombox) en/of een hoeveelheid sieraden (waaronder een armband goud en/of een armband zilver, merk Feelgood) en/of twee, althans een of meer Iphones (4 en/of 5) en/of een colbert (merk Ferre) en/of Festool frees (zie blz 195 van het dossier), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Feit 4(zaaksdossiers 04 en 05)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 13 mei 2017 tot en met 19 juni 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of elders in de Haarlemmermeer, althans in Nederland een of meer goederen, te weten een horloge (merk DKNY) en/of een Macbook (merk Apple) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen).
Feit 5(zaaksdossier 06)
hij op of omstreeks 15 mei 2017 te Boesingheliede , gemeente Haarlemmermeer
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres4] )
heeft weggenomen diverse goederen, te weten (onder meer)
- een hoeveelheid parfum en/of cosmetica (zie blz 295 van het dossier) en/of
- een hoeveelheid kleding en/of schoenen (zie blz 297/298 van het dossier) en/of
- een hoeveelheid sieraden (zie blz 293 van het dossier) en/of
- een of meer electronische appara(a)t(en) [waaronder drie, althans een of meer Ipad(s), merk Apple en/of een smartphone, merk Samsung] en/of twee, althans een of meer oplader(s), merk Apple en/of een speaker (merk Harman en Kardon)] (zie blz 300 van het dossier) en/of
- drie, althans een of meer zonnebril(en) (merk Gucci en/of Tom Ford en/of Prada) (zie blz 302 van het dossier) en/of diverse andere dan hiervoor genoemde goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Feit 6(zaaksdossier 07)
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 13 mei 2017 tot en met 01 juni 2017 te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 5] ) heeft weggenomen twee, althans een of meer laptop(s) (merk Apple) en/of een e-reader (merk Archos) (zie blz 319 van het dossier), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of_verbreking en/of inklimming.
Feit 7(zaaksdossier 08)
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 06 mei 2017 tot en met 13 mei 2017 te Dordrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 6] ) weg te nemen een of meer goed(eren) dan wel een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoofer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/haar/hun
bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming
- zich naar die woning heeft/hebben begeven en/of
- de/een (uitzet)beugel van een/het bovenlicht van die woning heeft verwijderd en/of
- vervolgens (door dat bovenlicht) die woning naar binnen is/zijn gegaan en/of
- de benedenverdieping en/of de bovenverdieping van die woning heeft/hebben doorzocht en/of een gereedschapskist heeft/hebben opengemaakt en/of doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
Gelet op de bevindingen omtrent feit 1 en de verklaring van verdachte ter zitting afgelegd dat hij de inbraak - zoals ten laste gelegd onder feit 1 - met twee andere personen heeft gepleegd, is de officier van justitie van mening dat verdachte deel uit maakt van een groep personen die zich schuldig maakt aan mobiel banditisme. Nu de modus operandi bij de overige inbraken sterke gelijkenissen vertoont met de wijze waarop verdachte en zijn mededaders te werk zijn gegaan bij de onder feit 1 ten laste gelegde inbraak, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het niet anders kan dan dat verdachte de overige inbraken ook tezamen en in vereniging met een ander, dan wel anderen, heeft gepleegd.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier voldoende bewijsmiddelen bevat om tot een bewezenverklaring te komen van de ten laste gelegde feiten 1, 2, 3, 5, 6 en 7. Wel heeft zij aangevoerd dat zich – behoudens feit 1 – geen bewijsmiddelen in het dossier bevinden die wijzen op het medeplegen van de overige ten laste gelegde woninginbraken. Het enkele feit dat de modus operandi overeen komt met de inbraak welke onder feit 1 ten laste is gelegd, maakt niet dat dit kan leiden tot een bewezenverklaring van het medeplegen van de (poging) woninginbraken die onder feit 2, 3, 5, 6 en 7 zijn ten laste gelegd.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsvrouw opgemerkt dat het dossier te weinig bewijs bevat om tot de conclusie te komen dat verdachte in de woningen zou hebben ingebroken. Om deze reden heeft de officier van justitie er daarom klaarblijkelijk voor gekozen het feit als opzetheling ten laste te leggen. Ter zitting heeft verdachte echter verklaard dat het mogelijk is dat hij in die periode meerdere woninginbraken heeft gepleegd maar zich de exacte plekken niet meer te kunnen herinneren. Gelet op deze verklaring en de modus operandi van de woninginbraken ten grondslag liggend aan de ten laste gelegde opzetheling, is het niet geheel onwaarschijnlijk dat verdachte heeft ingebroken in de betreffende woningen. Indien bij de rechtbank enige twijfel bestaat of verdachte in de woningen heeft ingebroken, dient vrijspraak te volgen voor hetgeen onder feit 4 is ten laste gelegd. Het is immers niet mogelijk om als heler veroordeeld te worden wanneer de inbraak zelf is gepleegd. Daarnaast bevat het dossier ook te weinig bewijsmiddelen om tot een veroordeling van de ten laste gelegde opzetheling te komen. Het enkel aanwezig hebben van foto’s van een fractie van de gestolen goederen, betekent niet dat verdachte op enig moment ook de beschikking heeft gehad over deze goederen. De enige conclusie die volgens de raadsvrouw getrokken kan worden uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen is dat verdachte foto’s op zijn telefoon heeft staan van mogelijk gestolen goederen.
Gelet op bovenstaande dient verdachte vrijgesproken te worden van hetgeen aan verdachte onder feit 4 is ten laste gelegd, aldus de raadsvrouw.
3.3.
Vrijspraak
Vrijspraak feit 4Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 4 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe dat zij het standpunt van de raadsvrouw deelt dat gelet op het dossier en hetgeen verdachte ter zitting heeft verklaard, niet valt uit te sluiten dat verdachte zelf bij de betreffende woningen heeft ingebroken. Dit heeft tot gevolg dat opzetheling dan niet bewezen kan worden verklaard. Voorts acht de rechtbank ook het enkel voorhanden hebben van foto’s van gestolen goederen in de telefoon van verdachte onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen voor opzetheling.
Partiële vrijspraak feiten 2, 3, 5, 6 en 7
Naar het oordeel van de rechtbank is voorts niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen de (poging) woninginbraken heeft gepleegd zoals ten laste gelegd onder de feiten 2, 3, 5, 6 en 7. Het dossier bevat geen bewijsmiddel(len) die anderen dan verdachte koppelen aan deze woninginbraken. De rechtbank is van oordeel dat het enkele gegeven dat de modus operandi van de woninginbraken overeenkomsten vertoont met de woninginbraak van feit 1, onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen van het medeplegen van de overige ten laste gelegde (poging) woninginbraken.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder feit 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
Feit 1:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juni 2017, dossierpagina 83;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juni 2017, dossierpagina 91;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 21 juni 2017, dossierpagina 65;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen uitlezen camera achterzijde Sloterweg 283 Badhoevedorp d.d. 21 juni 2017, dossierpagina 95;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal uitslag sporenonderzoek
d.d. 11 juli 2017, dossierpagina 74.
3.5.
Redengevende feiten en omstandigheden feiten 2, 3, 5, 6 en 7 [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder feit 2, 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Feit 2:
Op 17 juni 2017 wordt door [adres2] aangifte gedaan van een inbraak in haar woning op het adres Spaarndammerdijk 28 te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede Ca. Bij thuiskomst ziet zij dat het uitzetraam van de keuken is geforceerd. Nadat zij met de politie de woning is betreden ziet zij dat het hele huis overhoop is gehaald en geeft zij de volgende goederen op als gestolen:
  • Zwartkleurige rolkoffer;
  • Motorrugzak van het merk MAP. Geel- en zwartkleurig;
  • Contant geld ter hoogte van € 350,00;
  • Samsung Galaxy Note 10.1 tablet, serienummer RF2D100HJNP;
  • Laptop donkerblauw/zwart, merk Acer Aspire 7730/7330 model ZY6, serienummer MU.APA00.005;
  • Samsung UHD tv wit inclusief afstandsbediening;
  • Digitenne decoder inclusief antenne en afstandsbediening;
  • Twee losse afstandsbedieningen;
  • Senseo koffiezetapparaat;
  • Koffiezetapparaat Phillips of Krups;
  • Waterkoker Phillips, kleur zwart;
  • Bus tabak Marlboro Light, sigaretten hulzen, merk Mascotte en een sigarettenmaker, kleur blauw, merk Mascotte;
  • Armband, grof zilverkleur met grote zwarte steen;
  • Ketting, turquoise met zilverkleur;
  • Ring, zilver vlinder;
  • Ring, zilver muzieknoot;
  • Ring, zilver met zwart steentje.
Wanneer later weer contact met het slachtoffer wordt gezocht, worden haar verschillende goederen getoond, die zijn aangetroffen onder de verdachten Dohotariu en Constantinescu bij hun aanhouding op 19 juni 2017. Zij herkent een aantal van deze goederen als zijnde haar goederen. [2]
De politie verricht sporenonderzoek in de woning van het slachtoffer, mede omdat het slachtoffer in de woning een blikje drinken in de spoelbak ziet staan en er een sigarettenpeuk in de woning ligt die beide niet van haar zijn. [3] De sigarettenpeuk is veiliggesteld in verband met mogelijke aanwezigheid van speeksel (AAKI7912NL). [4]
Het monster is vervolgens door het NFI getest en hierbij is een match gevonden met afgenomen DNA materiaal van verdachte [verdachte] . [5]
Naast voornoemde sporen treft de politie ook nog een schoenafdruk aan, welke wordt vastgelegd onder SIN (AAKI7915NL). [6] Uit het onderzoek naar de sporen komt naar voren dat de aangetroffen schoenafdruk (AAKI7915NL) is veroorzaakt door de schoen die onder [verdachte] in beslag is genomen op 19 juni 2017 en is vastgelegd onder (AAKR7469NL). [7]
Uit onderzoek naar de telefoon van verdachte komt voorts naar voren dat deze telefoon ten tijde van de inbraak gebruik maakte van de zendmast in de buurt van de woning van het slachtoffer. [8]
Feit 3:
Op 14 mei 2017 wordt door [slachtoffer 3] aangifte gedaan van inbraak in een aan hem toebehorende woning aan de [adres3] te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. De aangifte wordt mede namens [slachtoffer 3] gedaan die in de woning verblijft. [slachtoffer 3] verklaart dat de ruit naar de keukendeur in zijn geheel was verwijderd en naast het kozijn stond. Welling komt – na kort onderzoek – tot de conclusie dat de volgende goederen zijn weggenomen:
  • 2x Laptop, merk HP Probook;
  • Sleutelbos;
  • 2x zonnebril, merk Ray Ban;
  • 2x Staatslot;
  • Sportschoenen, merk Nike;
  • Schoenen, merk Warner;
  • Leren motorjas, kleur zwart;
  • Freesmachine, merk Frestool;
  • 2x vest/sweater, merk Stone Island;
  • Jas, merk Stone Island kleur geel/beige;
  • 2x sportbroek, merk Craft;
  • Winterjas, merk Canada Goose, kleur donkerblauw;
  • 2x spijkerbroek, merk Diesel;
  • Aantal colberts, diverse merken;
  • IPad;
  • Geldbedrag ter hoogte van € 3.200,00;
  • Zonnebril, merk Cartier
  • After shave, merk Bulgari;
  • 8x horloge, diverse merken;
  • Gouden manchetknopen;
  • Sieraden;
  • Draadloze box (Boombox);
  • IPhone 4 en IPhone 5.
Tijdens het sporenonderzoek worden er verschillende dactyloscopische sporen veiliggesteld. Zo worden er 8 vingerafdrukken aangetroffen op de uitgenomen ruit die allen worden vastgelegd onder de SIN’s (AAJE0017NL), (AAJE0018NL), (AAJE0019NL), (AAJE0020NL), (AAJE0021NL), (AAJE0022NL), (AAJE0023NL) en (AAJE0024NL). [10] De afgenomen dactyloscopische sporen zijn vervolgens nader onderzocht. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat twee van de sporen, namelijk AAJE0022NL en AAJE0023NL konden worden geïndividualiseerd en toebehoren aan verdachte [verdachte] . [11]
Voorts blijkt uit onderzoek naar de telefoon van verdachte dat deze telefoon ten tijde van de inbraak gebruik maakte van de zendmast in de buurt van de woning van het slachtoffer. [12]
Feit 5:
Op 15 mei 2017 doet [slachtoffer 4] mede namens [slachtoffer 4] aangifte van een inbraak in haar woning aan [adres4] Boesingheliede, gemeente Haarlemmermeer. Bij thuiskomst ziet zij dat de ruit naast de voordeur is geforceerd en dat de hele woning overhoop is gehaald waarbij de dader(s) diverse dure kleding, schoenen, sieraden, elektronica, parfum en zonnebrillen hebben weggenomen. De weggenomen goederen staan opgesomd in een bijlage welke als bijlage I aan dit vonnis is gehecht. [13]
Tijdens het sporenonderzoek worden er verschillende mogelijke sporen veiliggesteld. Aan de voorzijde van de woning wordt een oortje van een headset aangetroffen, waarvan de aangeefster verklaart dat deze niet van haar is. Dit oortje is bemonsterd op mogelijke aanwezigheid van biologische sporen en vastgelegd onder SIN (AAJE0033NL). [14] Het monster is vervolgens door het NFI getest en hierbij is een match gevonden met afgenomen DNA materiaal van verdachte Dohotariu. [15]
Voorts komt naar voren dat de mobiele telefoon van [verdachte] gebruik maakt van een zendmast in de buurt van de woning ten tijde van de inbraak. [16]
Feit 6:
Op 1 juni 2017 doet [slachtoffer 5] aangifte van een inbraak in zijn woning aan de [adres 5] te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede Ca. Op 31 mei 2017 omstreeks 19.30 uur hebben de laatste personen die aanwezig waren in de woning, de woning afgesloten en verlaten. [17] Wanneer [slachtoffer 5] op 1 juni 2017 rond 16.45 uur bij zijn woning aan komt, ziet hij dat het raam van één van de tuindeuren is ingegooid. [slachtoffer 5] besluit te kijken of er goederen uit zijn woning zijn weggenomen en hij komt er achter dat er een e-reader (merk Archos) is weggenomen, evenals twee Apple laptops. [18]
Tijdens het sporenonderzoek wordt een leeg bierflesje aangetroffen waarvan de bewoner niet heeft gedronken. Het bierflesje wordt bemonsterd op de aanwezigheid van biologische spoormateriaal (speeksel) en vastgelegd onder SIN (AAKR6676NL). [19] Het monster is vervolgens door het NFI getest en hierbij is een match gevonden met DNA-materiaal afgenomen van verdachte [verdachte] . [20]
Feit 7:
Op 13 mei 2017 doet [slachtoofer 6] aangifte van een inbraak in zijn woning te [adres 6] , Dordrecht. [slachtoofer 6] verklaart dat hij op 6 mei 2017 voor het laatst in de woning is geweest. Toen hij 13 mei 2017 weer bij de woning kwam zag hij verschillende goederen op plaatsen liggen waar deze normaal niet liggen. Bij nadere inspectie ziet hij dat er een bovenlicht open staat en dat de uitzetbeugel van dit bovenlichtje op het pad achter de woning ligt. Hij zag dat de gereedschapskist was opengemaakt. Er zijn volgens aangever geen goederen uit de woning weggenomen maar hij treft wel een flesje Spa en een tweetal sigarettenpeuken aan die niet aan hem toebehoren. [21]
Tijdens het sporenonderzoek stellen de agenten de door aangever aangewezen sigarettenpeuken en het flesje Spa veilig en bemonsteren zij deze goederen op de aanwezigheid van spoormateriaal. Het monster van de Spa fles wordt veiliggesteld onder SIN (AAKJ0362NL), terwijl de monsters van de sigarettenpeuken wordt veiliggesteld onder SIN (AAKJ0361NL) en (AAKJ0365NL). [22]
De monsters zijn vervolgens door het NFI getest en hierbij is ten aanzien van de sporen veiliggesteld op de Spa fles (AAKJ0362NL) en het spoor op één van de sigarettenpeuken (AAKJ0361NL) een match gevonden met DNA-materiaal afgenomen bij verdachte [verdachte] . [23]
Voorts worden er op de telefoon, welke onder verdachte [verdachte] in beslag is genomen, verschillende foto’s van de woning aangetroffen, gedateerd op 12 mei 2017, waarbij dient te worden opgemerkt dat een aantal foto’s zijn gemaakt in de woning. [24]
3.6.
Bewijsoverweging
Ter terechtzitting heeft verdachte zich, met betrekking tot de hem ten laste gelegde woninginbraken, beroepen op zijn zwijgrecht of heeft hij verklaard het zich niet meer precies te kunnen herinneren. Verdachte heeft ter zitting bij herhaling verklaard dat indien er DNA of andere sporen van hem bij de betreffende woningen zijn aangetroffen, hij dan de diefstal zou hebben gepleegd. Uit de hierboven onder 3.5 vastgestelde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de ten laste gelegde (poging) woninginbraken heeft gepleegd.
3.7.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2, 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
(zaaksdossier 01)
hij op 19 juni 2017 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres1] , aldaar) heeft weggenomen:
- een tas (Blauwe Hoogvliet, type Shopperbag), en
- twee Ipads, en
- vijf flesjes parfum/eau de toilette, en
- een verzameling losse munten, en
- een glazen pot (vorm beer) gevuld met een hoeveelheid munten, en
- een doosje, waarin vier horloges en twee manchetknopen en een broche en een deel van een horlogeband en vier munten en een reparatiebon, en
- een (zilverkleurige) PSP etui (met een zwart / zilverkleurige PSP), en
- een beautycase, waarin diverse doosjes van juweliers en diverse kettingen en armbanden en een horloge en klein muntgeld, en
- elf horloges, en
- dertien antieke theelepeltjes, en
- twee scheermesjes (merk Gillette), en
- een hoeveelheid briefjes van Spaans geld ,
toebehorende aan [slachtoffer 1] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van verbreking.
Feit 2
(zaaksdossier 02)
hij op 17 juni 2017 te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres2] ) heeft weggenomen:
- een koffer, en
- een motorrugzak (merk MAP), en
- een hoeveelheid geld (plm 350,00 euro), en
- elektronische apparaten, te weten een tablet (merk Samsung galaxy note 10.1 serie nummer RF2D100HJNP), en een laptop (merk Acer Aspire 7730/7330 model ZY6 serie nummer MU.APA00.005), en een televisie en een afstandsbediening (merk Samsung), en een digitenne decoder, en een antenne en afstandsbediening (merk KPN), en twee koffie-apparaten en een waterkoker (merk Philips), en
- een hoeveelheid tabak (merk Marlboro), en een sigarettenmaker, en
- een hoeveelheid sieraden, te weten een armband en een ketting en drie ringen, toebehorende aan [adres2] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Feit 3
(zaaksdossier 03)
hij op 14 mei 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres3] ) heeft weggenomen diverse goederen, te weten:
- een sleutelbos, en
- drie zonnebrillen (merk Ray-Ban en Cartier), en
- twee staatsloten, en
- ( sport)schoenen (merk Nike en Warner), en een leren motorjas en jassen (merk Stone Island en Canada Goose), en een spijkerbroek (merk Diesel), en
- een Ipad en twee laptops, en
- een hoeveelheid geld, en
- aftershave (merk Bulgari), en
- acht horloges, en een aantal gouden manchetknopen,
- en een draadloze box (merk Boombox,) en
- een hoeveelheid sieraden, en
- twee IPhones, en
- een colbert, en
- Festool frees,
toebehorende aan [slachtoffer 3] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Feit 5
(zaaksdossier 06)
hij op 15 mei 2017 te Boesingheliede, gemeente Haarlemmermeer, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres4] )
heeft weggenomen diverse goederen, te weten (onder meer):
- een hoeveelheid parfum en cosmetica, en
- een hoeveelheid kleding en schoenen, en
- een hoeveelheid sieraden, en
- elektronische apparaten [waaronder drie IPads, merk Apple en een smartphone, merk Samsung] en twee opladers, merk Apple en een speaker (merk Harman en Kardon, en
- drie zonnebrillen (merk Gucci en Tom Ford en Prada),
toebehorende aan [slachtoffer 4] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Feit 6
(zaaksdossier 07)
hij op een tijdstip gelegen in de periode van 31 mei 2017 tot en met 01 juni 2017 te Spaarndam, gemeente Haarlemmerliede, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 5] ) heeft weggenomen:
twee laptops (merk Apple) en een e-reader (merk Archos),
toebehorende aan [slachtoffer 5] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak .
Feit 7(zaaksdossier 08)
hij op een tijdstip gelegen in de periode van 06 mei 2017 tot en met 13 mei 2017 te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 6] ) weg te nemen een of meer goed(eren), toebehorende aan [slachtoofer 6] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van verbreking
- zich naar die woning heeft begeven, en een uitzetbeugel van het bovenlicht van die woning heeft verwijderd, en
- vervolgens door dat bovenlicht die woning naar binnen is gegaan, en
- de benedenverdieping en de bovenverdieping van die woning heeft doorzocht, en een gereedschapskist heeft opengemaakt,,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van verbreking.
Feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van verbreking.
Feit 5:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van verbreking.
Feit 6:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van braak.
Feit 7:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren, met aftrek van het reeds ondergane voorarrest.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt bij het bepalen van de strafmaat aansluiting te zoeken bij de LOVS-oriëntatiepunten. Daarnaast merkt zij op dat verdachte in Nederland first offender is en de door de Roemeense autoriteiten verstrekte justitiële documentatie onduidelijk is en niet voldoet aan de eisen die daaraan behoren te worden gesteld. Hierdoor zou deze informatie niet meegenomen mogen worden bij het bepalen van de strafmaat.
Gelet op bovenstaande is de raadsvrouw van mening dat een gevangenisstraf voor de duur van 17 maanden een passende en geboden straf zou zijn.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich eenmaal schuldig gemaakt aan een woninginbraak gepleegd met twee andere personen en nog eens vijf andere woninginbraken, waarvan één poging. De rechtbank tilt zwaar aan woninginbraken, omdat hierdoor niet alleen – vaak grote – materiële schade wordt toegebracht aan de slachtoffers, maar ook ernstige inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers en omwonenden.
Bovendien zorgen dergelijke feiten voor gevoelens van onrust en onbehagen in de samenleving in bredere zin.
Verdachte heeft gedurende het onderzoek en de behandeling ter terechtzitting geen volledige openheid van zaken willen geven over de door hem gepleegde woninginbraken en heeft slechts mondjesmaat iets willen zeggen. Hoewel verdachte heeft verklaard naar Nederland te zijn gekomen voor het opbouwen van een nieuw werkzaam leven, lijkt hij – al dan niet onder invloed van drank – bezig te zijn geweest met inbreken in woningen, die enigszins geïsoleerd lagen. Na eenmaal door middel van een raam of deur de toegang te hebben verschaft, werden de woningen grondig doorzocht naar waardevolle goederen en ook een aanzienlijke hoeveelheid (waardevolle) goederen is weggenomen. Verdachte heeft ook enige tijd in één van de woningen verbleven. De rechtbank heeft zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat verdachte met een vooropgezet plan te werk is gegaan bij het plegen van deze feiten.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 27 oktober 2017, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit. In het dossier bevindt zich tevens een uitdraai en vertaling van zijn Roemeense justitiële documentatie, gedateerd 17 oktober 2017, waaruit blijkt dat verdachte zowel in Roemenië als elders meermalen ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk is veroordeeld. Deze veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren. Het door de raadsvrouw gevoerde verweer dat deze justitiële documentatie dermate onduidelijk zou zijn waardoor hier geen rekening mee gehouden dient te worden, is op geen enkele wijze onderbouwd en volgt de rechtbank niet.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vordering benadeelde partij

Feit 1:
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.173,63 ingediend tegen verdachte wegens materiële- en immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 1 ten laste gelegde zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
Materiële schade:
  • Tweemaal uitzetijzer AXA: € 84,30
  • Gouden collier en armband: € 800,00
Immateriële schade:
- Extra kosten t.b.v. beveiliging woning: € 289,33
------------------
Totaal gevorderde schadebedrag
€ 1.173,63, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2017.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde schade met betrekking tot de twee uitzetijzers die vervangen moesten worden en de extra kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt ten behoeve van de beveiliging van zijn woning direct voortvloeien uit het bewezen verklaarde feit en voldoende zijn onderbouwd. De vordering zal dan ook betreffende die schadeposten (in totaal € 373,63) worden toegewezen, vermeerderd met de rente over dit bedrag vanaf
19 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Met betrekking tot de post die betrekking heeft op de gouden collier en armband is de rechtbank van oordeel dat deze schadepost niet voor vergoeding vatbaar is. De benadeelde partij geeft in zijn onderbouwing aan dat deze schade wellicht door de verzekeraar wordt vergoed. Nu het niet duidelijk is voor de rechtbank of de verzekeraar de schade zal vergoeden, is zij van oordeel dat de vordering op dit punt te onduidelijk is. Om deze redenen zal de rechtbank de benadeelde partij in zijn vordering voor dat deel niet ontvankelijk verklaren.
Tot slot dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.7 met betrekking tot feit 1 bewezen verklaarde handelen [diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen met dien verstande dat de rechtbank dit zal bepalen tot een derde van het totaalbedrag gelet op de gebleken veroordeling van de twee medeverdachten.
Feit 2:
De benadeelde partij [adres2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.400,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële- en immateriële schade die zij als gevolg van het onder feit 2 ten laste gelegde zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
Materiële schade:
- Weggenomen goederen: € 1.000,00
Immateriële schade:
- Smartengeld: € 400,00
------------------
Totaal gevorderde schadebedrag
€ 1.400,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2017.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde immateriële schade direct voortvloeit uit het bewezen verklaarde en voor vergoeding in aanmerking komt. De vordering zal dan ook betreffende deze schadepost (in totaal € 400,00) worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de materiële schade is de rechtbank van oordeel dat deze schadepost niet voor vergoeding in aanmerking komt. Blijkens de onderbouwing is door de verzekeraar een deel van de geleden schade uitgekeerd (op basis van de dagwaarde). Het is voor de rechtbank zonder nadere informatie onmogelijk om op een eenvoudige wijze na te gaan of, en zo ja, hoeveel schade ten aanzien van deze post nog voor vergoeding in aanmerking komt. De behandeling van de vordering ten aanzien van deze post vormt aldus een onevenredige belasting van het strafgeding, zodat de benadeelde partij ten aanzien van de materiële schade niet in haar vordering zal kunnen worden ontvangen.
Tot slot dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.7 met betrekking tot feit 2 bewezen verklaarde handelen [diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Feit 4:
De benadeelde partij [slachtoffer feit 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.500,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder feit 4 ten laste gelegde zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit smartengeld ter hoogte van € 1.500,00
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 4 is ten laste gelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 24c, 36f, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 4 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2, 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.7 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ACHTENTWINTIG [28] MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 373,63, bestaande uit € 84,30 als vergoeding voor de materiële en € 289,33 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Daarbij bepaalt de rechtbank dat indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 124,55 ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] , bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal van dit bedrag hechtenis wordt toegepast voor de duur van 2 dagen en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2017, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[adres2]geleden schade tot een bedrag van
€ 400,00, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [adres2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 400,00 ten behoeve van slachtoffer [adres2] , bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal van dit bedrag hechtenis wordt toegepast voor de duur van 8 dagen en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2017, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer feit 4]niet-ontvankelijk in de vordering. Dat laat onverlet dat nog getracht kan worden om de vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. van Beek, voorzitter,
mr. J.M. Sassenburg en mr. D.G.M. van den Hoogen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.J. Meuldijk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 december 2017.
mr. J. van Beek en mr. D.G.M. van den Hoogen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 19 juli 2017, dossierpagina 170.
3.Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2017, dossierpagina 162.
4.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 18 juni 2017, dossierpagina 172b.
5.Een geschrift, zijnde een rapport DNA-onderzoek van ing S. Tuinman werkzaam bij het NFI, d.d. 1 augustus 2017, losse bijlage (pagina 7).
6.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 18 juni 2017, dossierpagina 172b.
7.Proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 11 juli 2017, dossierpagina 175.
8.Proces-verbaal van bevindingen telecom d.d. 14 augustus 2017, dossierpagina 156.
9.Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 juni 2017, dossierpagina 191.
10.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 15 mei 2017, dossierpagina 198.
11.Proces-verbaal van bevindingen dacty d.d. 29 juni 2017, dossierpagina 201; Rapport dactyloscopisch onderzoek d.d. 28 juni 2017, dossierpagina’s 207 – 208 en Rapport dactyloscopisch onderzoek d.d. 23 juni 2017, dossierpagina’s 213 – 214.
12.Proces-verbaal van bevindingen telecom d.d. 14 augustus 2017, dossierpagina 156.
13.Proces-verbaal van aangifte d.d. 28 mei 2017, dossierpagina’s 288 – 289 met bijlage dossierpagina’s 291- 300.
14.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 16 mei 2017, dossierpagina 305.
15.Een geschrift, zijnde een rapport DNA-onderzoek van ing S. Tuinman werkzaam bij het NFI, d.d. 1 augustus 2017, losse bijlage (pagina 5).
16.Proces-verbaal telecom d.d. 14 augustus 2017, dossierpagina 156.
17.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 juni 2017, dossierpagina 317.
18.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 juni 2017, dossierpagina’s 317 – 319.
19.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 2 juni 2017, dossierpagina 345.
20.Een geschrift, zijnde een rapport DNA-onderzoek van ing S. Tuinman werkzaam bij het NFI, d.d. 1 augustus 2017, losse bijlage (pagina 6)..
21.Proces-verbaal van aangifte d.d. 13 mei 2017, dossierpagina 353.
22.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 23 mei 2017, dossierpagina 355.
23.Een geschrift, zijnde een rapport DNA-onderzoek van ing S. Tuinman werkzaam bij het NFI, d.d. 1 augustus 2017, losse bijlage (pagina’s 5 en 6)..
24.Proces-verbaal gebruiker Samsung GT5 d.d. 10 augustus 2017, dossierpagina 149.