ECLI:NL:RBNHO:2017:11070
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van zware mishandeling van een medegedetineerde met een bijtende chemische stof in de Penitentiaire Inrichting
Op 22 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling van een medegedetineerde met een bijtende chemische stof, namelijk ovenreiniger. De zaak vond zijn oorsprong in een incident dat plaatsvond op 22 november 2016 in de Penitentiaire Inrichting. De verdachte werd ervan beschuldigd opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel te hebben toegebracht aan het slachtoffer door de chemische vloeistof in diens gezicht te gooien.
Tijdens de rechtszitting op 8 december 2017 heeft de officier van justitie, mr. K. Sanders, gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. B.L.M. Ficq, pleitte echter voor vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.
Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangever niet voldoende waren om de actieve rol van de verdachte bij het delict te onderbouwen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kon komen.