ECLI:NL:RBNHO:2017:10957

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 december 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
15/800082-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan poging tot woninginbraak met als chauffeur optreden

Op 12 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een poging tot woninginbraak. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 12 februari 2015 te Purmerend, waar de verdachte samen met medeverdachten naar een woning reed met de intentie in te breken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte als chauffeur optrad en opzettelijk behulpzaam was bij de poging tot inbraak. Tijdens de zitting op 28 november 2017 werd het bewijs gepresenteerd, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte te beperkt was om als medepleger te worden aangemerkt, maar dat er voldoende bewijs was voor medeplichtigheid. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen verklaard. Gezien de omstandigheden, waaronder eerdere veroordelingen en de overschrijding van de redelijke termijn, heeft de rechtbank besloten geen straf of maatregel op te leggen, maar de verdachte wel schuldig te verklaren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800082-15 (P)
Uitspraakdatum: 12 december 2017
Tegenspraak (ex artikel 279 Wetboek van Strafvordering)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 november 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortegegevens verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte]
.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Kubbinga en van hetgeen de raadsvrouw van verdachte, mr. S.C. van Bunnik, waarnemend voor mr. M.L. van Gaalen, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 12 februari 2015 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen [adres aangever] ) weg te nemen geld en/of goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren van zijn/hun gading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- ( met zijn mededader(s)) naar die woning is gereden en/of (vervolgens)
- een schroef (torx) (met behulp van een slotentrekker) in het sleutelgat van de voordeur van die woning heeft/hebben geplaatst,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 12 februari 2015 te Purmerend ter uitvoering van het door hen/hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen [adres aangever] ) weg te nemen geld en/of goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf
te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) van zijn/hun gading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( met zijn mededader(s)) naar die woning is gereden en/of (vervolgens)
- een schroef (torx) (met behulp van een slotentrekker) in het sleutelgat van de voordeur van die woning heeft/hebben geplaatst,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 12 februari 2015 te Purmerend en/of elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] naar de plaats van het misdrijf te rijden (terwijl er in dat voertuig inbrekerswerktuigen, zoals breekijzers en/of een schroevendraaier werden meegevoerd) en/of hij, verdachte, een schroef (torx) (gelijkend aan de schroef die zich in het sleutelgat van de voordeur van die woning bevond) met zich voerde.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft aan de hand van haar pleitnota vrijspraak van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde bepleit. Dat verdachte ten tijde van zijn aanhouding bestuurder was van de Volkswagen Polo, waaruit verbalisant Van Slageren een tweetal mannen had zien stappen, maakt niet dat vastgesteld kan worden dat verdachte een bijdrage geleverd heeft aan het strafbare feit. Voorts kan er geen direct verband worden gelegd tussen het aantreffen van een torxschroef in het schoudertasje van verdachte en de schroef die in het slot bij de woning is aangetroffen. Evenmin kan een verband met het delict worden gelegd op basis van de in de kofferbak van de Volkswagen Polo aangetroffen inbreekwerktuigen, aldus de verdediging.
3.3.
Partiële vrijspraakDe rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte zodanig nauw en bewust met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft samengewerkt dat hij moet worden gezien als medepleger van de poging tot woninginbraak. De gebleken rol van verdachte, zoals hierna is beschreven, was hiervoor te beperkt. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde medeplegen.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder subsidiair ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 12 februari 2015 heeft [aangever] aangifte gedaan van poging tot inbraak in zijn woning [adres aangever] te Purmerend. [2]
Verbalisant Van Slageren bevond zich op 12 februari 2015, rond 19.45 uur, ter hoogte van de hoek Donaulaan met [straatnaam van adres aangever] te Purmerend.
Aldaar zag hij een personenauto van het merk Volkswagen, type Polo, grijs van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] rijden over [straatnaam van adres aangever] en via de Donaulaan rijden in de richting van de rotonde aan de Laan der Continenten. Hij zag dat dit voertuig rechtsaf sloeg en parkeerde ter hoogte van het appartementencomplex aan de Algarve, met de voorzijde van het voertuig in de richting van de Donaulaan.
Hij zag dat er een tweetal mannen uitstapte en zich te voet begaf in de richting van de Donaulaan met de hoek [straatnaam van adres aangever] . [3]
Even later, rond 19.50 uur, bevond verbalisant Van Slageren zich ter hoogte van [straatnaam van adres aangever] 2 en zag hij dat één man in de richting van de voordeur van perceel [adres aangever] liep en dat de ander zich ophield in de nabijheid van de hoek van het [straatnaam van adres aangever] met het [straatnaam] , gelegen schuin tegenover [adres aangever] .
Hij zag dat de man bij de voordeur drukke en bonkende bewegingen met zijn armen maakte. Ook zag verbalisant Van Slageren dat de man hier even mee stopte toen er een auto passeerde en dat er kennelijk contact was tussen hem en de man aan de overzijde van de straat. Verbalisant Van Slageren heeft deze bevindingen direct doorgegeven aan de meldkamer en aansluitend contact gehouden.
Verbalisant Van Slageren zag dat beide mannen, kennelijk gestoord door de komst van politiepersoneel, lopend op de vlucht sloegen in de richting van de Donaulaan en hun weg vervolgden in de richting van de rotonde gelegen aan de Laan der Continenten. Ook zag hij dat de lichten van het geparkeerde voertuig werden ontstoken en dat het voertuig kort na de vlucht van beide mannen wegreed in de richting van de Laan der Continenten en op de rotonde rechtsaf sloeg in de richting van de rijksweg A-7. Het voertuig werd op dat moment gevolgd door opvallende politievoertuigen. [4]
Verbalisanten Van der Zanden en Smits hoorden de medewerker van de meldkamer zeggen dat de grijskleurige Volkswagen Polo weg reed. Verbalisanten zagen het voertuig rijden, met daarachter een opvallend politievoertuig. Door het dienstvoertuig voor de grijze Volkswagen Polo te zetten hebben zij de bestuurder gedwongen het voertuig te stoppen op de Laan der Continenten. De bestuurder van dit voertuig is omstreeks 20.00 uur aangehouden en bleek [verdachte] te zijn, wonend op [adres verdachte] te Amsterdam. [5]
Verbalisanten Koster en Van der Veen reden na een omstreeks 19.52 uur ontvangen melding van de meldkamer richting [straatnaam van adres aangever] en reden vervolgens de Donaulaan te Purmerend op. Zij zagen ter hoogte van de brug drie jongens van vermoedelijk Noord-Afrikaanse afkomst lopen. Verbalisanten stopten het dienstvoertuig ter hoogte van de drie jongens en Koster zei dat zij moesten stoppen. Vervolgens zag Koster twee van de drie jongens voor zich wegrennen. Verbalisanten zagen dat zij vanaf de Donaulaan, over de rotonde van de Laan der Continenten in de richting van de Amazonelaan renden. Vervolgens hebben verbalisanten ter hoogte van de Trinidadstraat één persoon klemgereden. Dit was [medeverdachte 1] , wonend te Amsterdam, die is aangehouden omstreeks 19.55 uur.
Verbalisanten omschrijven [medeverdachte 1] als volgt:
-man, ongeveer 25 jaar, ongeveer 1.70 meter lang, normaal postuur, Noordafrikaans uiterlijk, kort zwart haar, lichte baardgroei en lichte snor, donkerkleurige dun gewatteerde jas tot op de heupen, donkere broek en lichte sportschoenen met grijze veters. [6]
Verbalisanten De Vaal en Van Donselaar zagen op de Amazonelaan twee personen rennen. Zij zagen dat één van hen werd aangehouden. De andere persoon hebben zij aangehouden om 19.56 uur op de Limbostraat en dat betrof [medeverdachte 3] , wonend te Amsterdam. [7]
In de jaszak van [medeverdachte 3] werden vier zwarte torx zelfborende schroeven aangetroffen. [8]
Verbalisant Van Donselaar heeft op 16 februari 2015 [medeverdachte 3] als volgt omschreven: [9]
- Noord Afrikaans uiterlijk
- breed gebouwd
- baardgroei
- Lange jas tot over de heupen
- Donkere trainingsbroek met daarop het logo van de voetbalclub Ajax Amsterdam op een van de broekspijpen
- blauwe sportschoenen van het merk Nike.
Door verbalisant Ruijter zijn camerabeelden afkomstig van privébewakingssystemen bekeken. Op camerabeelden van het zijzicht van [adres locatie camera] wordt onder meer het perceel [adres aangever] in beeld gebracht en is er deels zicht op de Donaulaan. De tijdweergave op deze camerabeelden loopt niet synchroon met de werkelijke tijd. In het proces-verbaal wordt gesproken over de tijd afkomstig van de camerabeelden.
Op de beelden van 12 februari 2015 ziet verbalisant Ruijter onder meer het volgende:
- dat er twee personen omstreeks 19:50 uur komende uit de richting van de Donaulaan, [straatnaam van adres aangever] in lopen,
- dat één van deze personen, hierna genoemd NN1, via de rechterkant de voortuin van [adres aangever] inloopt,
- dat de andere persoon, hierna genoemd NN2, over het trottoir langs het perceel loopt en uit het zicht van de camera verdwijnt,
- dat NN1 voor de voordeur staat van perceel 4 (zie foto 4),
- dat NN1 zich naar rechts beweegt en voor het raam van de woning gaat staan,
- dat NN1 naar de ingang van de voortuin loopt en daar contact heeft met NN2 (zie foto 5),
- Dat er omstreeks 19:51 uur een busje de straat in komt rijden waarbij één persoon in het busje stapt (zie foto 6),
- dat NN1 en NN2 bij het zien van het busje weglopen in de richting van de Donaulaan,
- dat NN1 en NN2 na drie seconden weer terug [straatnaam van adres aangever] in lopen,
- dat NN1 en NN2 de achtertuin in lopen van percee1 4 en uit het zicht van de camera verdwijnen,
- dat het licht van de achtertuin van perceel 4 aan gaat,
- dat NN1 en NN2 na ruim één minuut via dezelfde in-uitgang de achtertuin verlaten,
- dat NN1 en NN2 beiden de voortuin in lopen van perceel 4 (zie foto 7),
- dat NN1 de voortuin verlaat en voor de woning op het trottoir gaat staan (zie foto 8),
- dat NN2 voor de voordeur van perceel 4 blijft staan,
- dat NN1 om zich heen kijkend heen en weer voor de woning langs loopt,
- NN2 nog voor de voordeur staat en iets uit zijn jaszak pakt en vervolgens de voortuin via de rechterzijde verlaat,
- dat NN1 en NN2 samen in de richting van de Donaulaan lopen en blijven staan ter hoogte van de in-en uitgang van de tuin van perceel 4,
- dat NN1 en NN2 verder lopen in de richting van de Donaulaan,
- dat NN1 en NN2 na ongeveer twee seconden weer teruglopen in de richting van perceel 4,
- dat NN2 via de rechterzijde de voortuin in loopt,
- dat NN1 op het trottoir voor de woning blijft staan,
- dat NN1 de weg oversteekt en daarbij kijkt naar NN2 die voor de voordeur van de woning staat (zie foto 9),
- dat NN2 met beide handen de deurkruk van de voordeur vast houdt en daarbij duw en trek bewegingen maakt (zie foto 10),
- dat na 25 seconden duwen en trekken aan de deurkruk van de voordeur er een voertuig de straat in komt rijden waarbij NN2 de deurkruk loslaat en de voortuin via de rechterzijde verlaat,
- dat NN2 op dit moment komende vanuit het [straatnaam] , [straatnaam van adres aangever] inloopt en kijkt in de richting van NN1 (zie foto 11),
- dat NN2 ter hoogte van de tuin van perceel blijft staan,
- dat NN2 oversteekt en aan de andere kant van de straat contact maakt met NN1,
- dat na een kort contact NN2 terug loopt naar de woning op perceel 4,
- dat NN2 voor de voordeur van de woning staat en wederom met twee handen de deurkruk van de voordeur vastpakt en daarbij duw en trek bewegingen maakt,
- dat NN1 in de richting van het [straatnaam] loopt en buiten het beeld van de camera verdwijnt,
- dat NN2 voor het raam gaat staan en iets uit zijn jaszak of tas pakt en terug loopt naar de voordeur van perceel 4,
- dat NN2 wederom handelingen verricht aan de voordeur,
- dat NN1 voor de ingang van de voortuin staat en in de richting van de Donaulaan loopt,
- dat er omstreeks 19:58 uur een voertuig de straat in komt rijden waarbij NN1 de voortuin van perceel via de rechterzijde verlaat en achter NN2 aan loopt.
- dat NN1 en NN2 omstreeks 19:59:10 uur in de richting van de Donaustraat lopen,
- dat NN1 en NN2 oversteken op de Donaulaan,
- dat de politie omstreeks 19:59:25 uur komende uit de richting van de Donaulaan, [straatnaam van adres aangever] in komt rijden. [10]
Verbalisant Van Donselaar heeft de camerabeelden eveneens bekeken en omschrijft in zijn proces-verbaal van bevindingen de man die op de beelden van 12 februari 2015, omstreeks 19.55 uur onderaan in beeld langsloopt als volgt: licht getint, Noord Afrikaans uiterlijk, lange jas tot over de heupen, donkere trainingsbroek met een witte streep over de gehele lente van de broekspijpen, blauwe trainingsschoenen (…).
Verbalisant herkent deze persoon als zijnde: [medeverdachte 3] en relateert hem te herkennen omdat hij hem op 12 februari 2015 heeft aangehouden, waarbij hij dezelfde kleding droeg als op de beelden is waargenomen. [11]
Ter terechtzitting van 28 november 2017 zijn de beschreven camerabeelden van 12 februari 2015 bekeken (vanaf systeemtijd 19.50 uur tot en met 20.00 uur).
De rechtbank heeft waargenomen dat de persoon die als eerste bij de voordeur van het perceel staat (NN1) een donkerkleurige broek aan heeft, waarop een witte verticale streep zichtbaar is. Als hij later in beeld komt, is te zien dat hij een jas met een capuchon draagt en dat de jas tot over de heupen reikt. Ook draagt hij blauwe schoenen.
NN2, die als beide personen vanuit de achtertuin teruglopen naar de voordeur, handelingen aan de voordeur van de woning verricht, is wat kleiner dan NN1, draagt een donkerkleurige broek zonder stre(e)p(en), en lichtkleurige schoenen. Als hij op een gegeven moment de straat oversteekt is te zien dat hij op zijn hoofd een muts draagt. [12]
Voorts heeft verbalisant Van der Veen de eerder genoemde camerabeelden bekeken en daarbij geconstateerd dat het signalement van één van de mannen op de beelden voor een groot deel overeenkomt met het signalement van [medeverdachte 1] , die mede door deze verbalisant is aangehouden.
Verbalisant Van der Veen ziet op de betreffende beelden een man van ongeveer 1.70 meter lang, rond de 25 jaar oud, met een normaal postuur, een donkerkleurige jas tot op de heupen en een donkerkleurige broek bij de voordeur staan. Verder ziet hij dat deze persoon opvallend lichte schoenen draagt. Dit komt allemaal overeen met het signalement van [medeverdachte 1] . Op de beelden ziet hij tevens dat deze persoon een donkerkleurige muts op zijn hoofd draagt. Op de beelden is te zien dat de beschreven persoon wegloopt in de richting van de Donaulaan. Kort daarop is te zien dat er twee politieauto’s op de Donaulaan rijden. Verbalisant Van der Veen bestuurde de achterste auto. Daar treffen Van der Veen en zijn collega [medeverdachte 1] aan die vervolgens vlucht in de richting van de Amazonelaan. [13]
[medeverdachte 1] is, na zijn aanhouding, op donderdag 12 februari 2015 omstreeks 20.10 uur door verbalisanten Van der Veen en Koster overgebracht naar het politiebureau. [medeverdachte 1] zat op de achterbank van het dienstvoertuig, achter de bijrijdersstoel en had geen transportboeien om. Op het bureau aangekomen zag verbalisant Van der Veen, dat er een gebreide muts in een opberg vak van het portier zat waar [medeverdachte 1] had gezeten. Het betrof een grijze muts, die door beide verbalisanten niet eerder in het opberg vak van het portier is gezien en verbalisant Van der Veen is er zeker van dat er voor het vervoer van [medeverdachte 1] geen muts in het betreffende opberg vak van het portier zat. Er bestaat een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat verdachte [medeverdachte 1] deze muts tijdens het transport naar het bureau in het opberg vak van het portier heeft gestopt, aldus verbalisant Van der Veen. [14]
Omstreeks 19.45 uur verliet een jonge man de woning van zijn moeder aan het [straatnaam van adres aangever] 8. Hij zag bij het perceel van nummer 4 een tweetal jongens met een Marokkaans uiterlijk.
Een van de twee droeg een zwarte jas tot op de heup en een grijze muts. [15]
Verbalisanten Ter Veen en Verdam hadden naar aanleiding van de melding om 19.52 uur ontdekt dat in het slot van de voordeur van de woning [adres aangever] een schroef was geboord. Om de zwarte schroef was een zogenoemde kerntrekker bevestigd, die door hen in beslag is genomen. Zij constateerden dat de schroef, die in het cilinderslot was gedraaid, een Torx-schroef betrof. Zij hebben foto’s gemaakt van deze schroef en van de schroeven die bij een van de verdachten – de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] – zijn aangetroffen, welke schroeven volgens verbalisanten een sterke gelijkenis vertonen. [16]
Verbalisant Rietveld heeft op een plattegrond de locaties van [adres aangever] , de geparkeerde Volkswagen Polo en de aanhoudingen van de diverse verdachten ingetekend en daarbij de tijdstippen van melding en aanhouding vermeld. Ook is aan de hand van google maps inzichtelijk gemaakt dat de eerste waarneming van verdachten door de aanrijdende politie op de Donaulaan plaatsvond op een afstand van ongeveer 92 meter van het perceel [adres] (de rechtbank begrijpt: [adres aangever] ). [17]
De politie constateert tijdens het onderzoek dat de verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] elkaar kennen. Zij zijn omstreeks 5 november 2014 in een voertuig aangetroffen en aangehouden op verdenking van poging tot woninginbraak. [18]
3.5.
Bewijsoverweging
Uit het proces-verbaal van verbalisant Van Slageren volgt dat deze vanaf het moment dat hij een tweetal personen uit de Volkswagen Polo ziet stappen tot aan de aankomst van de politie zicht heeft gehouden op de betreffende personen. De rechtbank stelt verder vast dat er tussen het laatstelijk weglopen van deze personen bij de voordeur van het [adres aangever] richting de Donaulaan, de signalering door de meldkamer, het wegrijden van de Volkswagen Polo richting de Donaulaan en de daaropvolgende aanhouding van de verdachten slechts zeer beperkte tijd is verstreken. Vanaf de melding door de centralist tot de aanhouding van de verdachten is respectievelijk 3, 4 en 8 minuten verstreken.
De rechtbank is van oordeel dat, mede gelet op de korte tijdspanne tussen het tijdstip waarop getuige Van Slageren bedoelde Volkswagen Polo ziet, waaruit een tweetal mannen stapt en het tijdstip waarop de politie [verdachte] als bestuurder in dezelfde auto aantreft, het niet anders kan zijn dan dat [verdachte] ook degene was die zijn medeverdachten in de nabijheid van de plaats van het misdrijf heeft afgezet en aldaar op hen heeft gewacht, wetende dat zij van plan waren in te breken in bedoelde woning. Gelet op het feit dat de auto in de nabijheid van bedoelde woning stond geparkeerd en de medeverdachten na bedoelde poging tot woninginbraak wegholden in de richting waar dit voertuig met verdachte als bestuurder wachtte, was deze auto klaarblijkelijk als vluchtauto bedoeld.
Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking het feit dat verdachte - evenals zijn medeverdachten - in Amsterdam woonachtig is en dat hij geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor zijn aanwezigheid in de avonduren aldaar in Purmerend en voor het feit dat hij met de auto is gevlucht toen de politie ter plaatse kwam. Een dergelijke verklaring mocht gelet op de voor verdachte belastende omstandigheden die duiden op betrokkenheid bij bedoelde poging tot inbraak, wel worden verwacht. De rechtbank stoelt haar overtuiging daarom mede op het gegeven dat verdachte de ernstige aanwijzingen voor zijn betrokkenheid bij het strafbare feit niet heeft ontzenuwd door het afleggen van een verklaring terzake.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verdachte wist wat zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] gingen doen op het moment dat zij de auto verlieten. Verdachte is, door als chauffeur voor hen op te treden, terwijl hij in de wetenschap verkeerde van hetgeen zij gingen doen, opzettelijk behulpzaam geweest bij het plegen van deze poging tot woninginbraak. Hiermee is de strafbare betrokkenheid gegeven.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] tezamen en in vereniging hebben getracht in te breken in de woning [adres aangever] te Purmerend en dat verdachte daarbij opzettelijk behulpzaam is geweest, in de zin van medeplichtigheid.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de medeplichtigheid aan die poging tot woninginbraak en acht daarom het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
3.6.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 12 februari 2015 te Purmerend ter uitvoering van het door hen voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen [adres aangever] weg te nemen geld en/of goederen van hun gading, toebehorende aan [aangever] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, naar die woning zijn gereden en vervolgens een schroef (torx) met een slotentrekker in het sleutelgat van de voordeur van die woning hebben geplaatst, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 12 februari 2015 te Purmerend opzettelijk behulpzaam is geweest door met voornoemde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] naar de plaats van het misdrijf te rijden.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
- medeplichtigheid aan poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de afdoening

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gelet op de werking van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en onder verwijzing naar de forse straffen die sinds de pleegdatum van het onderhavige misdrijf aan verdachte zijn opgelegd, alsmede gelet op de overschrijding van de redelijke termijn, gevorderd dat verdachte schuldig zal worden verklaard zonder dat aan hem een straf of maatregel zal worden opgelegd.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft subsidiair, in geval van bewezenverklaring, bepleit dat verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel en meer subsidiair een geheel voorwaardelijke straf zal worden opgelegd, op grond van bovengenoemde door de officier genoemde aandachtspunten.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat uit het bewezenverklaarde blijkt dat verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest bij een poging tot inbraak in vereniging. Woninginbraken en pogingen daartoe zorgen voor gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de maatschappij. De ervaring leert dat mensen zich nog lange tijd nadat er in hun woning is gepoogd in te breken thuis onveilig voelen.
Uit het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd
14 november 2017, blijkt dat verdachte voor onderhavige pleegdatum herhaaldelijk terzake van onder meer vermogensdelicten, onherroepelijk tot vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld.
Gelet op voormelde omstandigheden zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend zijn.
Nu verdachte na de pleegdatum van het onderhavige feit is veroordeeld tot zeer forse gevangenisstraffen, in totaal tientallen maanden belopend, is artikel 63 Sr van toepassing, hetgeen een matigende werking heeft op de op te leggen straf. Daarnaast houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met een overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM, in dit geval een overschrijding met tien maanden (uitgaand van de dag van aanhouding op 12 februari 2015 als aanvangsdatum, 12 februari 2017 als datum twee jaar na aanvang en 12 december 2017 als datum eindvonnis), welke overschrijding niet aan de verdediging te wijten is.
De rechtbank acht het gelet op voornoemde omstandigheden passend en geboden om verdachte geen straf op te leggen en te volstaan met een schuldigverklaring.

7.Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

De rechtbank oordeelt ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, blijkens de beslaglijst van 27 oktober 2017 te weten drie telefoontoestellen, een schroevendraaier, een sleutel, een paar handschoenen, een mes, een muts, en twee USB-sticks als volgt:
  • 1 telefoontoestel, kleur wit, Blackberry 9320 (goednummer: PL1100-2015038110-392044), dient te worden teruggegeven aan verdachte;
  • 1 telefoontoestel, Blackberry (goednummer: PL1100-2015038110-392055), dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt;
  • 1 telefoontoestel, Blackberry (goednummer: PL1100-2015038110-392061), dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt;
  • 1 schroevendraaier (goednummer: PL1100-2015038110-392076) dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit of het feit waarvan hij wordt verdacht. Dit voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten;
  • 1 (auto) sleutel (met blanco houder) (goednummer: PL1100-2015038110-392057) dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit of het feit waarvan hij wordt verdacht. Dit voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten;
  • 1 paar handschoenen, kleur zwart (goednummer: PL1100-2015038110-392056), dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt;
  • 1 (vlees) mes (goednummer: PL1100-2015038110-392049), dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit of het feit waarvan hij wordt verdacht en het ongecontroleerde bezit van dat voorwerp is in strijd met de wet of het algemeen belang;
  • 1 muts, kleur grijs, (goednummer: PL1100-2015038110-394706), dient te worden verbeurd verklaard, nu het een voorwerp betreft met behulp waarvan het feit is begaan of voorbereid;
  • 2 USB-sticks (goednummers: PL1100-2015038110-392054 en PL1100-2015038110-392059) dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt;

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 33, 33a, 36b, 36c, 45, 48, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het onder 3.6. bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Verklaart verbeurd:
1 muts, kleur grijs, (goednummer: PL1100-2015038110-394706).
Onttrekt aan het verkeer:
  • 1 schroevendraaier (goednummer: PL1100-2015038110-392076);
  • 1 (auto) sleutel (met blanco houder) (goednummer: PL1100-2015038110-392057);
  • 1 (vlees) mes (goednummer: PL1100-2015038110-392049).
Gelast de teruggave aan verdachte:
1 telefoontoestel, kleur wit, Blackberry 9320 (goednummer: PL1100-2015038110-392044).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
  • 1 telefoontoestel, Blackberry (goednummer: PL1100-2015038110-392055);
  • 1 telefoontoestel, Blackberry (goednummer: PL1100-2015038110-392061);
  • 1 paar handschoenen, kleur zwart (goednummer: PL1100-2015038110-392056);
  • 1 USB-stick (goednummer: PL1100-2015038110-392054);
  • 1 USB-stick (goednummer: PL1100-2015038110-392059).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. D.D.M. Hazeu en mr. H.E. van Harten, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier O. Bergmans,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 december 2017.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van aangifte van 12 februari 2015, inhoudende de verklaring van [aangever] , dossierpagina’s 85 en 86.
3.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant B. van Slageren, dossierpagina 95.
4.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant B. van Slageren, dossierpagina 95.
5.Proces-verbaal van 13 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisanten W. van der Zanden en M. Smits,
6.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen door verbalisanten A.I. Koster en T. van der Veen, dossierpagina 57 en proces-verbaal van 14 februari 2015, inhoudende de bevindingen door verbalisanten A.I. Koster en T. van der Veen, dossierpagina’s 59-60.
7.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisanten M. van Donselaar en T. de Vaal,
8.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen door verbalisanten T. de Vaal en M. van Donselaar, dossierpagina 80.
9.Proces-verbaal van 16 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant M. van Donselaar, dossierpagina 79.
10.Proces-verbaal van 17 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant J. Ruijter, dossierpagina’s 103-105.
11.Proces-verbaal van 16 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant M. van Donselaar, dossierpagina 81.
12.De eigen waarneming van de rechtbank ter zitting van 28 november 2017 van de beelden van de cd-rom die deel uitmaakt van het dossier met beelden van zijzicht [adres locatie camera] 12-2.
13.Proces-verbaal van 17 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant T. van der Veen, dossierpagina 62.
14.Proces-verbaal van 17 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant T. van der Veen, dossierpagina 62.
15.Proces-verbaal van verhoor van 14 februari 2015, inhoudende de (niet ondertekende) verklaring van [getuige] , dossierpagina’s 101-102.
16.Proces-verbaal van 12 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisanten M. ter Veen en P. Verdam, dossierpagina’s 88 en 89 en Bijlage foto’s dossierpagina’s 90-94.
17.Proces-verbaal van 14 februari 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant N. Rietveld (dossierpagina 122 en bijlage dossierpagina 124).
18.Proces-verbaal van 10 maart 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant N. Rietveld, dossierpagina 128 in samenhang met de Uittreksels Justitiële Documentatie van [medeverdachte 1] en verdachte d.d. 14 november 2017 (los in dossier).