Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 februari 2017 in de zaak tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres,
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
“4.KOOPPRIJS AANDELEN [A BEDRIJF] EN WIJZE VAN BETALING
“Onvoorwaardelijk Bestanddeel Koopprijs”) een voorwaardelijk gedeelte als nader omschreven in artikel 4.6 (het
“Voorwaardelijk Bestanddeel Koopprijs I”), een voorwaardelijk gedeelte als nader omschreven in artikel 6.7 (het “
Voorwaardelijk Bestanddeel Koopprijs II”), een voorwaardelijk gedeelte als nader omschreven in artikel 7.1 juncto artikel 7.3 (het
“Voorwaardelijk Bestanddeel Koopprijs III”) en een voorwaardelijk gedeelte als nader omschreven in artikel 10.5 (het
“Voorwaardelijk Bestanddeel Koopprijs IV”).
– voor zover van belang – als volgt bepaald:
“8. EINDE MANAGEMENTOVEREENKOMSTEN EN AFWIKKELING KOSTENVERGOEDINGEN
“11.GEEN RESTERENDE SCHULDVERHOUDINGEN
Beslissing
mr. H. de Jong, leden, in aanwezigheid van mr. drs. K.M.E. de Moor, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2017. De voorzitter is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. In zijn plaats tekent de oudste rechter.