ECLI:NL:RBNHO:2017:10572
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van conservatoir beslag in het kader van een strafrechtelijke procedure
Op 9 november 2017 is er een klaagschrift ingediend door mr. R.J. Wortelboer, gemachtigde van de klager, bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. Het klaagschrift betreft de opheffing van conservatoir beslag dat op 11 oktober 2017 door het Openbaar Ministerie is gelegd op de bankrekeningen van de klager, ter verhaal van een mogelijke geldboete en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van € 73.387,96, in verband met de verdenking van het kweken en verkopen van hennep. De rechtbank heeft op 4 december 2017 de zaak behandeld in raadkamer, waarbij de klager in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman, en de officier van justitie ook aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat het conservatoir beslag rechtmatig is gelegd, ondanks het ontbreken van een specifiek bedrag op de machtiging van de rechter-commissaris. De rechtbank oordeelt dat de vermelding van een bedrag niet noodzakelijk is voor de rechtmatigheid van het beslag, zolang het duidelijk is voor welk bedrag de machtiging is verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende verdenking bestaat dat de klager zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. De rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard en het beslag gehandhaafd.
De beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos en is openbaar uitgesproken op 15 december 2017. Tegen deze beslissing staat voor de klager beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.