ECLI:NL:RBNHO:2017:10545
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- W.J. van Andel
- H.M. van Dam
- C.A.M. van der Heijden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2017 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F.W. Verbaas. Het verzoek was gericht tegen mr. A.J. van Putten, de rechter die betrokken was bij de hoofdzaak, waarin de verzoekster beroep had ingesteld tegen een besluit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van 8 mei 2017, dat haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel als kennelijk ongegrond had afgewezen. De wraking werd aangevraagd na een zitting op 1 juni 2017, waar de rechter had aangekondigd mondeling uitspraak te doen en het onderzoek te sluiten, zonder de verzoekster de gelegenheid te geven om haar standpunt te verduidelijken.
De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden van het verzoek tot wraking beoordeeld aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om het verzoek tot aanhouding af te wijzen een procesbeslissing is, die in beginsel geen grond voor wraking oplevert. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter, en dat de vrees voor partijdigheid van de verzoekster niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond opleveren voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bevolen dat de procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.