Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, hierna aangeduid als [werknemer]. De werknemer was in dienst bij KLM als Teammember Baggage Handling en had een vertrouwensfunctie, waarvoor een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) vereist was. De VGB van de werknemer was echter op 17 juni 2015 ingetrokken door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de werknemer had KLM niet geïnformeerd over deze intrekking. KLM stelde dat het handelen van de werknemer ernstig verwijtbaar was, omdat hij had gelogen over de intrekking van de VGB en niet openheid van zaken had gegeven. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven en dat dit, gezien zijn vertrouwensfunctie, als ernstig verwijtbaar kon worden gekwalificeerd. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 7 december 2017 en bepaalde dat KLM geen transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd was. De proceskosten werden toegewezen aan KLM, omdat de werknemer ongelijk kreeg.