ECLI:NL:RBNHO:2016:9999
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- H.M. van Dam
- M.J. Smit
- J.I. de Vreese-Rood
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechters in een familiezakenprocedure
Op 30 november 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Maximus. Het verzoek was gericht tegen de rechters mr. Ph. Burgers, mr. A.A.F. Donders en mr. M.T. Goossens, die betrokken waren bij een lopende familiezakenprocedure. Verzoekster had op 27 september 2016 schriftelijk een wrakingsverzoek ingediend, omdat zij meende dat de rechters zich niet onpartijdig hadden opgesteld tijdens eerdere zittingen. Tijdens de behandeling van het verzoek op 16 november 2016 zijn zowel verzoekster als de rechters gehoord, evenals de wederpartij, Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA).
Verzoekster voerde aan dat de rechters door hun uitlatingen over een rapport van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) tijdens eerdere zittingen niet onpartijdig waren. De wrakingskamer overwoog dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De kamer concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechters vooringenomen waren. De wrakingskamer benadrukte dat de kritische vragen die aan verzoekster waren gesteld tijdens de zittingen niet automatisch duiden op partijdigheid.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er geen grond was voor het wrakingsverzoek en wees dit af. De procedure in de hoofdzaak zou worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.