Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Lorna Consultancy en Thuiszorg B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
€ 10,23, te weten € 2.145,23 bruto per maand.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiseres [x] Lorna Consultancy en Thuiszorg B.V. gedagvaard in kort geding, waarbij zij vorderde dat de kantonrechter Lorna zou veroordelen tot betaling van loon vanaf 1 juli 2016. De arbeidsovereenkomst van [x] was aangegaan voor bepaalde tijd en was per 1 januari 2016 verlengd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gemiddelde urenomvang van de arbeidsovereenkomst 209,70 uur per maand bedraagt, wat leidt tot een loonaanspraak van €2.145,23 bruto per maand. De vordering is gebaseerd op het vermoeden van een gemiddelde arbeidsomvang, zoals geregeld in artikel 7:610b BW.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Lorna niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er na 11 juni 2016 minder uren zijn gewerkt. De rechter heeft vastgesteld dat de gevolgen van een conflict tussen [x] en de feitelijk leidinggevende van Lorna, [z], voor rekening van Lorna komen. Dit conflict heeft geleid tot het niet meer werken van [x] na 21 juli 2016. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [x] vanaf 22 augustus 2016 aanspraak heeft op loon op grond van ziekte, conform artikel 7:629 BW.
De kantonrechter heeft de vordering van [x] tot loonbetaling toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging en rente, en Lorna veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige vorderingen zijn afgewezen.