ECLI:NL:RBNHO:2016:9500

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 november 2016
Publicatiedatum
21 november 2016
Zaaknummer
15/700102-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van bezit van kinderpornografie en dierenpornografie met toepassing van volwassenenstrafrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 november 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografie en dierenpornografie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats, in de periode van 2 december 2013 tot en met 7 oktober 2014 in Bovenkarspel een groot aantal afbeeldingen en gegevensdragers in zijn bezit had die seksuele gedragingen vertoonden waarbij personen onder de 18 jaar betrokken waren. De officier van justitie, mr. A.M.H.G. Peters, heeft gepleit voor de toepassing van het volwassenenstrafrecht, ondanks het advies van de reclassering om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het volwassenenstrafrecht toe te passen, waarbij rekening is gehouden met de psychische en intellectuele beperkingen van de verdachte, die op het moment van de feiten 19 jaar oud was.

De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van de tenlastelegging met betrekking tot het bezit van kinderpornografie, omdat niet kon worden aangetoond dat hij een gewoonte had gemaakt van het bezit van dergelijke afbeeldingen. Echter, de rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte in het bezit was van een laptop en een mobiele telefoon met daarop afbeeldingen van ontuchtige handelingen met zowel mensen als dieren. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, gezien zijn geestelijke beperkingen, en heeft een taakstraf van 60 uur opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden verbonden aan de taakstraf, waaronder reclasseringstoezicht en verplichte behandeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het bezit van kinderpornografie en dierenpornografie bijzonder verwerpelijk is, en dat de verdachte, door zijn handelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar dergelijke beelden. De rechtbank heeft ook de noodzaak van begeleiding en behandeling voor de verdachte onderstreept, gezien zijn kwetsbare positie en het risico op recidive. De uitspraak is gedaan in het belang van zowel de verdachte als de samenleving, met de hoop dat de opgelegde voorwaarden zullen bijdragen aan een positieve ontwikkeling van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700102-15
Uitspraakdatum: 8 november 2016
Tegenspraak
Verkort strafvonnis(art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 oktober 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • het standpunt van de officier van justitie mr. A.M.H.G. Peters dat ertoe strekt dat het volwassenenstrafrecht zal worden toegepast en dat de rechtbank de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en verdachte hiervoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Hieraan vordert zij de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals vermeld in het reclasseringsadvies van 16 juni 2016 alsmede de bijzondere voorwaarde van het toewijzen van een mentor/bewindvoerder;
  • hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2013 tot en met 07 oktober 2014 te Bovenkarspel, gemeente Stede Broec,, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) te weten een mobiele telefoon LG E 430
heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (bestandsnaam VID-20140915-WA00085.mp4)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (bestandsnaam d50fac4d997606eaaf2d606ebb1d8380)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnaam 8f648abd46e1dd1700de90f2697ccb34
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam])
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
hij op of omstreeks 7 oktober 2014 te Bovenkarspel, gemeente Stede Broec, in elk geval Nederland, 968 afbeeldingen, te weten 967 foto(bestand)(en) en/of 1 film(bestand)(en)en/of een gegevensdrager bevattende (een) afbeelding(en) -(te weten: een laptop Asus)
in zijn bezit heeft gehad,
terwijl op die bestanden (telkens) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn , waarbij (telkens) een mens en een dier zijn betrokken;
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) bestond(en) uit:
het penetreren van de cloaca van een kip door een man, en/of een vrouw die het geslachtsdeel van een dier vast houdt, danwel een dier dat ejaculeert bij of tegen het lichaam van personen.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.1
Bewijs
De rechtbank grondt de beslissing dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1
Ondanks dat een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen op de mobiele telefoon van verdachte is aangetroffen, kan uit de bewijsmiddelen in het strafdossier niet worden afgeleid dat verdachte in de ten laste gelegde periode een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografie, zodat hij van dit onderdeel in de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
3.2
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1
hij in de periode van 2 december 2013 tot en met 7 oktober 2014 te Bovenkarspel, gemeente Stede Broec, een gegevensdrager bevattende afbeeldingen te weten een mobiele telefoon LG E 430
heeft
in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (bestandsnaam VID-20140915-WA0085.mp4)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (bestandsnaam d50fac4d997606eaaf2d606ebb1d8380)
en
het geheel naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past (bestandsnaam 8f648abd46e1dd1700de90f2697ccb34)
en
het houden van een stijve penis bij het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam]);
Feit 2
hij op 7 oktober 2014 te Bovenkarspel, gemeente Stede Broec, een gegevensdrager bevattende afbeeldingen - te weten: een laptop Asus
in zijn bezit heeft gehad,
terwijl op die bestanden telkens ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een mens en een dier zijn betrokken;
welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit:
het penetreren van de cloaca van een kip door een man, en een vrouw die het geslachtsdeel van een dier vast houdt, dan wel een dier dat ejaculeert bij of tegen het lichaam van personen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft bij haar oordeel omtrent de strafbaarheid van verdachte acht geslagen op het Pro Justitia psychologisch rapport, gedateerd 22 december 2015, opgesteld door J.E.P. Kruikemeier, GZ-psycholoog.
Het Pro Justitia rapport houdt ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte onder meer het volgende in.
Onderzochte heeft een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een licht verstandelijke beperking en een ziekelijke stoornis in de vorm van pdd-nos (een aan autisme verwante stoornis). Ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was er sprake van deze stoornissen. Het is zeer aannemelijk dat onderzochtes mogelijkheden om zijn gedrag te sturen door voornoemde verstandelijke beperking en autisme verminderd zijn geweest. Onderzochte had immers minder intellectuele mogelijkheden, beperktere copingmechanismen en niet het vermogen om zich te verplaatsen in de positie van de ander om zich voldoende de strafbaarheid van de hem ten laste gelegde feiten te kunnen realiseren. Geadviseerd wordt daarom om onderzochte ten aanzien van de hem ten laste gelegde feitenverminderd toerekeningsvatbaarte verklaren.
De rechtbank verenigt zich met bovenstaande conclusie en beschouwt verdachte voor het bewezenverklaarde verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het hiervoor bewezenverklaarde aan verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van een aanzienlijke hoeveelheid kinder- en dierenpornografische afbeeldingen.
Kinderporno is bijzonder verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Het is algemeen bekend dat de nadelige gevolgen die deze kinderen zowel in psychische als in fysieke zin hiervan ondervinden doorgaans bijzonder ingrijpend zijn. Verdachte moet hiervoor mede verantwoordelijk worden gehouden, nu ook hij door zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno en daarmee ook aan het seksuele misbruik en de exploitatie van deze kinderen.
Ten aanzien van de dierenpornografie geldt dat voor de vervaardiging van deze afbeeldingen dieren zijn misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat zolang er mensen zijn die dit materiaal bekijken en bewaren de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 29 september 2016, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld en dan ook als een zogenoemde ‘first offender’ kan worden beschouwd;
- het over verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies gedateerd 22 juni 2016 van P.C. Olie als reclasseringswerker werkzaam bij Reclassering Nederland. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:

Betrokkene is gediagnosticeerd met een autistische stoornis en met een verstandelijke beperking. Vanuit deze aandoening heeft betrokkene veel structuur, veiligheid, begeleiding en behandeling nodig. Dit is nu onvoldoende aanwezig en dat heeft vermoedelijk mede geleid tot de ten laste gelegde feiten. Bij een ongewijzigde woon- en leefsituatie is sprake van een hoog risico op recidive.

Er wordt geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen.
Mocht betrokkene worden veroordeeld dan wordt geadviseerd een (gedeeltelijk) voorwaardelijke sanctie op te leggen en een lange proeftijd. Hierbij zijn de volgende bijzondere voorwaarden geïndiceerd:

Meldplicht

Ambulante behandeling

Locatiegebod

Andere voorwaarden het gedrag betreffende:
o
Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene een overeenkomst afsluit met de zorginstelling en de reclassering. In deze overeenkomst is beschreven wat belangrijk is in de behandeling en de afspraken die de behandel- verblijfsinstelling en de reclassering met betrokkene maken.
o
Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene verplicht is medewerking te verlenen aan het onaangekondigd door de politie laten controleren van digitale gegevensdragers op kinderporno en/of seksueel getinte gesprekken met minderjarigen. De reclassering bepaalt in overleg met de politie in welke gevallen en op welke wijze een controle plaatsvindt.
o
Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene open is over zijn netwerk. In zijn geval houdt dit in dat hij in ieder geval vriendschapsrelaties en partnerrelaties altijd tijdig bekend maakt bij zijn persoonlijk begeleider van de verblijfs- cq behandelinstelling en de toezichthouder van de reclassering.
o
Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene de reclassering op de hoogte houdt van zijn verblijfplaats, indien deze al dan niet tijdelijk anders is dan het bij de reclassering bekende adres.
o
Betrokkene geeft de reclassering schriftelijke toestemming om trajectrelevante informatie in te winnen dan wel te verstrekken aan derden. Dit in het kader van behandeling, begeleiding en recidivebeperking, dan wel het kunnen inschatten van recidive en/of gevaarrisico’s.
o
Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene zal meewerken aan eventuele plannen ten aanzien van een voortgezette behandeling elders en/of nazorg.
Voorts is over de persoon van verdachte een Pro Justitia psychologisch rapport, gedateerd 22 december 2015 uitgebracht, opgemaakt door J.E.P. Kruikemeier, GZ-psycholoog. Dit rapport houdt betreffende het recidiverisico en mogelijke interventies samengevat het volgende in:
De kans op herhaling van het plegen van vergelijkbare feiten, als waarvan onderzochte momenteel wordt verdacht, is groot. Het feit dat onderzochte een sterk gevoel van autonomie heeft, ervan overtuigd is dat hij zelfstandig kan functioneren zonder daarbij door begeleiding ondersteund te worden, geen ziektebesef en -inzicht heeft, geen sociaal netwerk heeft dat hem kan ondersteunen en zo nodig corrigeren én in een woonvoorziening verblijft, waarin het ontbreekt aan voldoende intensieve begeleiding en toezicht, maakt de prognose somber. Een doorbreken van dit patroon is dan ook noodzakelijk om het huidige recidiverisico te doen verminderen.
Er wordt geadviseerd om bij een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde te stellen dat onderzochte zich gedurende de proeftijd richt naar de aanwijzingen van de reclassering. Deze aanwijzingen kunnen inhouden dat:

onderzochte zich onderwerpt aan toezicht door Reclassering Nederland;

onderzochte wordt aangemeld voor een woonsetting met 24-uursbegeleiding voor mensen met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek;

onderzochte dagbesteding gaat volgen gedurende 5 dagen per week;

onderzochte de hem voorgeschreven medicatie gaat gebruiken.
Er wordt geadviseerd om het minderjarigenstrafrecht toe te passen.
Toepassing volwassenenstrafrecht
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats gesteld voor de vraag of het volwassenstrafrecht, dan wel het jeugdstrafrecht moet worden toegepast. Verdachte was ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten 19 jaar oud en komt derhalve in aanmerking voor toepassing van het jeugdstrafrecht op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht (
zoals dit artikel gold ten tijde van het bewezenverklaarde). De psychologisch deskundige heeft aangegeven dat zijn verstandelijke vermogens te vergelijken zijn met een kind van ongeveer 11 jaar.
Ter terechtzitting van 25 oktober 2016 is de heer P.C. Olie, reclasseringswerker, als getuige gehoord. Hij heeft desgevraagd verklaard dat de uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarde van behandeling bij het Forensisch Act van GGZ NHN – indien toepassing wordt gegeven aan het jeugdstrafrecht – op grond van financieringsproblemen bij gemeenten moeilijk is te realiseren. Mocht de rechtbank het volwassenenstrafrecht toepassen, dan kan een verwijzing naar het Forensisch Act van de GGZ NHN eenvoudig worden gerealiseerd. Deskundigheid op het gebied van de beperkingen van verdachte is voorhanden.
Gelet op hetgeen door de heer Olie naar voren is gebracht, ziet de rechtbank – met de officier van justitie – aanleiding toepassing van het jeugdstrafrecht achterwege te laten.
De rechtbank zal verdachte dan ook berechten volgens het volwassenenstrafrecht.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf laten meewegen dat verdachte first offender is, ten tijde van het plegen van de strafbare feiten nog slechts 19 jaar was, de psychische en intellectuele beperkingen van verdachte en het daarmee samenhangende gegeven dat de feiten aan hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de modaliteit van een gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm, ondanks de ernst van de feiten, niet passend.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaand uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze taakstraf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, om verdachte in de toekomst van strafbare gedragingen te weerhouden.
De rechtbank ziet – anders dan de reclassering – geen aanleiding om een locatiegebod als bijzondere voorwaarde aan de voorwaardelijk op te leggen taakstraf te verbinden. De rechtbank acht de overige in het voornoemde reclasseringsadvies genoemde bijzondere voorwaarden wel noodzakelijk. Deze zullen derhalve als bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijk op te leggen taakstraf worden verbonden. Daarnaast acht de rechtbank het noodzakelijk dat een mentor/bewindvoerder wordt benoemd. Een dergelijke voorwaarde zal ook aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen taakstraf worden verbonden.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van
zestig (60) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door dertig (30) dagen hechtenis, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
  • dat verdachte zich moet melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: Drechterwaard 102, 1824 DX te Alkmaar, en zich hierna blijft melden zo frequent en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • dat verdachte zal meewerken aan een intakeprocedure bij de Divisie Forensische Psychiatrie van GGZ-NHN. Indien uit deze intakeprocedure een behandelaanbod voortvloeit dan is verdachte verplicht zich, ter ondersteuning van het beleid van ’s Heeren Loo, tijdens zijn verblijf aldaar te laten behandelen/begeleiden door het Forensisch Act van GGZ NHN, bij voorkeur in de persoon van M. Klijn, of soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling/begeleiding door of namens de instelling c.q. behandelaar zullen worden gegeven;
  • dat verdachte een overeenkomst afsluit met de zorginstelling en de reclassering. In deze overeenkomst is beschreven wat belangrijk is in de behandeling en de afspraken die de behandel- verblijfsinstelling en de reclassering met verdachte maken;
  • dat verdachte zal meewerken aan het onaangekondigd door de politie laten controleren van digitale gegevensdragers op kinderporno en/of seksueel getinte gesprekken met minderjarigen. De reclassering bepaalt in overleg met de politie in welke gevallen en op welke wijze een controle plaatsvindt;
  • dat verdachte open is over zijn netwerk. In zijn geval houdt dit in dat hij in ieder geval vriendschapsrelaties en partnerrelaties altijd tijdig bekend maakt bij zijn persoonlijke begeleider van de verblijfs- cq behandelinstelling en de toezichthouder van de reclassering;
  • dat verdachte de reclassering op de hoogte houdt van zijn verblijfsplaats, indien deze al dan niet tijdelijk anders is dan het bij de reclassering bekende adres;
  • dat verdachte schriftelijke toestemming geeft aan de reclassering om trajectrelevante informatie in te winnen dan wel te verstrekken aan derden. Dit in het kader van behandeling, begeleiding en recidivebeperking, dan wel het kunnen inschatten van recidive en/of gevaarrisico’s;
  • dat verdachte zal meewerken aan eventuele plannen ten aanzien van een voortgezette behandeling elders en/of nazorg;
  • dat verdachte zal meewerken aan benoeming van een mentor/bewindvoerder;
  • dat verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen die door of namens de reclassering aan verdachte zullen worden gegeven;
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden, zolang deze instelling dit, in overleg met de officier van justitie te Noord-Holland, noodzakelijk oordeelt.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. H.E.C. de Wit en mr. A.F. van Hoorn, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.A. Spoelstra,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
8 november 2016.