Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
onder 2 tot en met 7 en 9ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
“een man, gekleed in een grijs joggingvest met capuchon,met een donkerblauwe broek, blauwe sportschoenen met twee witte strepen in de breedte en witte veters, verder draagt hij een grijze platte pet. In de linkerhand heeft de man een sigaret die hij voor zijn mond houdt.” Volgens [verbalisant 2] is op de beelden van de pintransactie op 17 juni 2015 om 17.49 uur bij de Rabobank, Julianapark te Haarlem dezelfde man te zien die ook op de beelden van bovenstaande pintransactie staat. [5] Hij omschrijft de persoon op de beelden uit Haarlem als een man
“tussen de 25-35 jaar oud, vermoedelijk 1.85 m, piloten zonnebril, grijze hoodie, sigaret in linkerhand met daarbij sigaret in hand voor de mond, linker ringvinger goudkleurige grote ring, rechter ringvinger tatoeage”. [6]
(161785352) een transactie bij geldautomaat (1814JP8) van de Rabobank gevestigd aan de Frederik Hendriklaan 8 te Alkmaar is gedaan. Daarbij is een bedrag van € 5000,- opgenomen. Tevens had er eerder die dag (rond 14.50 uur) met de weggenomen bankpas een transactie plaatsgevonden op de Dres 36 te Stompetoren. Daarbij was een bedrag van 1250 euro opgenomen. [10] De camerabeelden van deze pintransacties zijn door verbalisant [verbalisant 2] bekeken. Verbalisant [verbalisant 2] ziet op de beelden van de Rabobank, vestiging Alkmaar, een man, gekleed in een lichtblauwe spijkerbroek en een donkerblauwe sweater met capuchon voorzien van witte letters ‘ADIDAS’. De man heeft een zonnebril op, draagt een platte pet en lichtgekleurde schoenen. In zijn linkerhand heeft hij een sigaret die hij voor zijn mond houdt. Om zijn linkerringvinger draagt hij een opvallende goudkleurige ring. [11] Op de beelden van Stompetoren ziet hij een man, gekleed in een donkere sweater met capuchon met opschrift op borsthoogte ‘ADIDAS’, hij draagt een platte pet, een goudkleurige ketting, licht gekleurde schoenen, licht blauwe spijkerbroek. Met de linkerhand houdt hij een sigaret voor zijn mond. [12]
- 1 juni 2015 om 12.55 uur 1200 euro bij de Rabobank in Sliedrecht.
- 1 juni 2015 om 13.23 uur 1000 euro bij Rabobank Alblasserdam
- 2 juni 2015 te 11.39 (1750), 11.40 (1750) en 11.41 (1500) uur drie maal bij de Rabobank in Haarlem een totaalbedrag van 5000 euro.. [15]
- op 11 juni 2015 te 16.22 uur een geldbedrag van € 250,- is opgenomen bij de ‘Rabo Gelderse Vall”
- op 13 juni 2015 te 00.21 uur een geldbedrag van € 1000,- is opgenomen bij de ‘ING bank Zwolle”.
“De man draagt hetzelfde sweatshirt met de tekst Adidas. Draagt dezelfde zonnebril, ook de ring aan de linkervinger is identiek. De man houdt wederom zijn linkerhand voor zijn gezicht ter afscherming voor herkenning.”.Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant 2] de beelden van de pintransactie op 11 juni 2015 bij Rabobank Gelderse Vallei opgehaald in Putten. Tevens heeft hij beelden ontvangen van de ING Zwolle betreffende de transactie op 13 juni 2015 en concludeert:
“Op deze beelden was te zien een manspersoon met hetzelfde signalement als in Alkmaar, Stompetoren(de rechtbank begrijp zaak 3)
en Voorthuizen” (de rechtbank begrijpt zaak 6). [26] In een aanvullend proces-verbaal merkt [verbalisant 2] nog op dat de betaalautomaat van de Rabobank Gelderse Vallei is gevestigd op de Van den Berglaan 2 te Voorthuizen. [27]
- € 1750,- Westfriesland 1715EB1 17-11-2015
- € 1750,- Westfriesland 1715EB1 17-11-2015
- € 1500,- Westfriesland 1715EB1 17-11-2015” [29]
“Man gekleed in een shirt vermoedelijk met capuchon. Man draagt een zonnebril en een pet. Tijdens het pinnen heeft de man zijn linkerhand voor zijn mond/gezicht. De man heeft een sigaret in zijn linkerhand. De zonnebril is van gelijkend model als de zonnebril van de pinner in Haarlem (zaak 2), Alkmaar (zaak 3), Alblasserdam (zaak 4), Spanbroek (zaak 5), Voorthuizen en Zwolle (zaak 6), Zwolle en Voorthuizen (zaak 6). Gezien deze kenmerken van de pinner kan gesteld worden dat dit meer dan vermoedelijk dezelfde pinner is als in de hiervoor gerelateerde zaken” [37] (de rechtbank begrijpt de zaken 2 tot en met 7).
- de ‘pinhouding’ (De pinner heeft op diverse beelden zijn hand op een bepaalde manier voor zijn mond. Soms met een sigaret in zijn hand. Kortgezegd de modus operandi is telkens hetzelfde.)
- de overeenkomende kleding (jas, pet en zonnebril)
- de ringen van de pinner (meerdere malen is op de beelden een ring te zien aan de linker ringvinger. Dit is een goudkleurige ring die een glad gedeelte heeft dat overgaat in schakeltjes. Om de rechter ringvinger draagt hij ook telkens een ring. Deze ring heeft een plat gedeelte met een steentje er in. Vanaf dat platte gedeelte vertoont de ring kleine schakeltjes waarna de schakeltjes overgaan in een dunner glad gedeelte.
- De persoon op de foto heeft een moedervlek op de linkerzijde van zijn kin. [verdachte] heeft een moedervlek welke overeenkomt met de persoon op de foto. De plek van de moedervlek en de grootte komen overeen.
- De persoon op de foto heeft volle lippen. De lippen van [verdachte] komen sterk overeen met de persoon op de foto.
- De vorm van de oren van [verdachte] komen overeen met de oren van de persoon op de afbeelding. Beide personen hebben een afwijkend knikje net boven de oorlel.
- De baard en baardgroei komen overeen met [verdachte] en met de persoon op de afbeelding. Onder de neus is een verticaal streepje te zien waar geen haar groeit. Dit is te zien op de foto en op het gezicht van [verdachte] . Tevens is aan de rechterzijde van de kin een plek waar geen haar groeit. De plek en de vorm komen overeen met [verdachte] en de persoon op de afbeelding.
- De vorm van de neus [verdachte] komt overeen met de persoon op de afbeelding. Deze heeft een soortgelijke bolling.
- De persoon op de afbeeldingen draagt een ring aan zijn ringvinger van zijn rechter hand. Deze ring bestaat uit kleine schakeltjes en een plat gedeelte in vorm van een vierkant. Wij, verbalisanten, zagen, vandaag 23 mei 2016, dat [verdachte] in zijn fouillering een gouden ring had. Deze gouden ring is voorzien van schakeltjes en een plat gedeelte met steentjes in de vorm van een vierkant. Deze ring komt overeen met de ring van de persoon op de afbeeldingen. Wij herkennen deze ring als een soortgelijke ring.
- Tevens komt het uiterlijk van [verdachte] overeen met de persoon van de afbeeldingen. Het, zoals boven beschreven, afwijkende knikje boven de oorlel komt ook overeen. Op de bijgevoegde afbeeldingen zagen wij, verbalisanten, dat de persoon op de afbeelding een platte pet draagt. Tijdens de aanhouding van [verdachte] (in verband met de inbraak Kuinre) is een soortgelijke platte zwarte pet en een zwarte baseball cap aangetroffen. [39]
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de herkenning van verdachte voldoende betrouwbaar is om voor het bewijs te worden gebruikt.
6.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de sanctie
10.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 250,- zijnde 5 biljetten van € 50,- die zijn gestolen uit de woning;
- € 9028,80, zijnde het met de gestolen bankpas opgenomen geldbedrag alsmede de met de gestolen bankpas gedane betalingen.
- € 6187,- ,zijnde het met de gestolen bankpas opgenomen geldbedrag alsmede de met de gestolen bankpas gedane betalingen;
- € 6700,-, zijnde het contante geld dat is weggenomen bij de inbraak en niet is vergoed door de verzekering.
- € 1250,-, zijnde het met de gestolen bankpas opgenomen geldbedrag;
- € 14.000,- zijnde het spaargeld dat uit de kluis is gestolen bij de inbraak;
- € 50,- zijnde de waarde van 1 pak shell zegels;
- € 110,- betreffende kentekens van 3 auto’s
- € 700,- zijnde contant geld dat is gestolen uit een portemonnee bij de inbraak.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
onder feit 1 en feit 8is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
onder 2 tot en met 7 en 9ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.5 weergegeven.
onder feit 2 tot en met 7 en feit 9meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
onder 2 tot en met 7 en 9bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 6. vermelde strafbare feiten opleveren.
36 maanden.
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in de vordering.
[slachtoffer 3]niet-ontvankelijk in de vordering
[slachtoffer 17]geleden schade tot een bedrag van
€ 6250,-, terzake materiële schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 17] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 17]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 6250,-,vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
66 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 6]geleden schade tot een bedrag van
€ 7200,-, terzake materiële schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de [slachtoffer 6] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 6]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 7200,-,vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
71 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 7]niet ontvankelijk in de vordering
[slachtoffer 9]geleden schade tot een bedrag van
€ 1250,-, terzake materiele schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag € 1250,- vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 9] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[slachtoffer 13]niet-ontvankelijk in de vordering
[slachtoffer 15]geleden schade tot een bedrag van
€ 1250,-, terzake materiele schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag € 1250,- vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 15] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 15]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1250,-,vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.