3.3.Feiten en omstandigheden:
Op 5 maart 2016 krijgt verbalisant Van Nieuwkasteel de melding om naar de Texelstroomlaan te Den Helder te gaan in verband met een schietincident. Ter plaatse treft de verbalisant het slachtoffer aan. Het slachtoffer blijkt te zijn genaamd: [slachtoffer] . De verbalisant ziet dat het slachtoffer een schotwond van ongeveer 1 centimeter in zijn linkerbovenbeen heeft. Vervolgens wordt het slachtoffer door het personeel van de ambulancedienst afgevoerd.
Aanvankelijk wil het slachtoffer in verband met zijn eigen veiligheid geen aangifte doen omdat hij bang is voor represailles.
Op 7 juli 2016 doet [slachtoffer] alsnog aangifte van poging doodslag/moorden hij verklaart dat verdachte hem in zijn been heeft geschoten. Aanvankelijk heeft hij de naam van verdachte niet willen noemen, omdat verdachte zijn familie kent. De roepnaam van aangever is Jordan.Hij verklaart verder als volgt.
Op 5 maart 2016 staat hij op de punt bij het gele gebouw te Den Helder en ziet een rode Seat voorbij rijden. De rode Seat parkeert achter een boom. Vervolgens ziet hij twee mannen snel in zijn richting lopen. Hij herkent verdachte , als één van de mannen. Verdachte laadt het pistool en richt het op zijn gezicht. Aangever loopt naar verdachte toe en begint met hem te praten. Op de vraag waarom verdachte hem komt schieten, zegt verdachte dat aangever een deal niet is nagekomen. Verdachte “downde” een beetje op het moment dat aangever met hem begint te praten. Aangever zegt dat hij verdachte niet heeft beroofd of bestolen. In de vijf minuten dat aangever met verdachte praat, heeft verdachte het wapen langs zijn lijf. Na het praten is het twee seconden stil. Aangever ziet de hand van verdachte bewegen en hij richt op de buik van aangever. Aangever voelt dat hij gaat schieten en springt achteruit. Op het moment dat verdachte schiet, is het wapen op een halve meter afstand van hem. Na het schieten is aangever hinkelend het gele gebouw ingegaan. Hij kent verdachte al vanaf zijn 6e jaar en noemt hem Sabi.
Tegenover de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken verklaart [slachtoffer] aanvullend dat gedurende het gesprek het wapen niet op hem gericht is geweest. Hij weet niet waarop verdachte richtte toen hij schoot.
Op 16 maart 2016 wordt de telefoon van het slachtoffer in beslaggenomen. Uit het onderzoek blijkt dat het slachtoffer het toestel met nummer [telefoonnummer] op de avond van de schietpartij bij zich had. In deze telefoon wordt een whatsappgesprek gevonden met een contact met telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit gesprek is deels Nederlands, deels Papiamentu. Aan het slot van dit gesprek staat:
(….)
5-3-2016 19.14 uur: Jordan:
Je hebt mij beschoten broer
5-3-2016 19.15 uur: Contact [telefoonnummer]:
Praat geen gekke dingen man.
In verband met wintertijd dient bij het voormeld tijdstip 1 uur te worden opgeteld.
Op 22 maart 2016 worden de historische verkeersgegevens van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] opgevraagd over de periode 1 oktober 2015 tot en met 22 maart 2016.
In DCS ziet de verbalisant dat de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] op 5 maart 2016 gebruik maakt van de zendmasten in Amsterdam, Alkmaar en Den Helder.
In de bevraagde periode maakt de simkaart van het telefoonnummer één keer gebruik van een zendmast in Den Helder, 5 maart 2016 om 16.10 uur.
Het blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] geregeld contact maakt met telefoonnummers met als tenaamgestelden [verdachte] :
vader [verdachte] [telefoonnummer]
moeder [verdachte]
De simkaart is op dat moment gekoppeld aan een mobiele telefoon met het imeinummer [toestelnummer].
Op 19 april 2016 wordt verdachte buiten heterdaad aangehouden. Bij zijn fouillering wordt een mobiele telefoon Apple zilvergrijs aangetroffen, waarvan het imeinummer [toestelnummer] is. Dit imeinummer komt overeen met het imeinummer [toestelnummer] , daar het laatste cijfer van het imeinummer variabel is.
Op 25 april 2016 relateert verbalisant V.A. Blom dat verdachte gedetineerd is te PI Middelburg en op 5 maart 2016 weekendverlof genoot. Uit ingesteld onderzoek naar de gebruikte zendmasten door de combinatie [telefoonnummer] en imeinummer [toestelnummer] blijkt dat deze combinatie in het begin van het weekend de zendmast in Middelburg en op 6 maart 2016 een zendmast in Amsterdam aanstraalt.
Op 10 april 2016 relateert verbalisant V.A. Blom dat hij een politiemutatie heeft aangetroffen van 6 maart 2016. Daarin staat vermeld dat verdachte weekendverlof heeft en dat hij op 5 maart 2016 tussen 23.00 uur en 06.00 uur op een adres in Vlissingen moet verblijven. Na controle blijkt [verdachte] daar niet aanwezig te zijn.
De [getuige] verklaart dat hij op 5 maart 2016 tussen 19.54 uur en 19.55 uur een knal hoort en twee personen met versnelde pas ziet lopen richting de Jekerstraat. Beide personen stappen in een rode Seat, waarbij de lange persoon achter het stuur plaats neemt.
Op 5 maart 2016 verklaart [getuige] dat hij op 5 maart 2016 twee knallen heeft gehoord. Hij kijkt om zich heen en ziet twee personen bij de ingang van het buurthuis staan. Vervolgens ziet hij dat de twee mannen gaan rennen in de richting van de Jekerstraat en dat ze in een rode Seat stappen en wegrijden.
Uit het onderzoek blijkt dat de rode Seat mogelijk voorzien is van het kenteken [kenteken] . Het voertuig, voorzien van voormeld kenteken wordt op 5 maart 2016 om 16.09 uur geregistreerd op de N9 ter hoogte van hectometerpaal 113.3. De N9 is een Provinciale weg die loopt vanaf Alkmaar naar Den Helder. Uit de gegevens blijkt dat het kenteken afgegeven was voor een rode Seat Ibiza ten name van Y.A. [verdachte] , geboren op [geboortedag] te Santo Dominco (Dominicaanse Republiek) (de moeder van verdachte).
Op 5 maart 2016 verrichten verbalisanten Venema en J. de Bruine onderzoek naar sporen in verband met een vermoedelijke poging moord/doodslag op de openbare weg Texelstroomlaan te Den Helder.
Op het trottoir nabij de ingang van het wijkcentrum wordt een huls aangetroffen en veiliggesteld. Een jas, een trainingsbroek en verpakking van Pall Mall sigaretten toebehorende aan het slachtoffer worden eveneens veiliggesteld en worden voorzien van SIN-nummers.
De jas en de trainingsbroek worden onderzocht. Na onderzoek wordt door het NFI geconcludeerd dat de beschadiging van de jas extreem veel waarschijnlijker veroorzaakt is wanneer deze is veroorzaakt door een kogel afgevuurd met een vuurwapen dan wanneer deze is veroorzaakt door een willekeurig ander proces en dat het extreem veel waarschijnlijker een inschotbeschadiging betreft.
In zijn rapport van 12 april 2016 bericht ing. S.B.C.G. Chang, als deskundige werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut dat met betrekking tot de beschadiging aan de jas de volgende conclusie is getrokken:
“De bevindingen van het onderzoek zijn veel waarschijnlijker wanneer de schootsafstand kleiner dan 5 centimeter is dan wanneer de schootsafstand groter is dan 5 centimeter”.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij “Sabi “wordt genoemd.
Op grond van de bewijsmiddelen, bezien in hun onderling verband en samenhang acht de rechtbank bewezen dat verdachte degene is geweest die op 5 maart 2016 in Den Helder het slachtoffer in zijn been heeft geschoten. Een eventueel alternatief scenario waaruit zou kunnen volgen dat aannemelijk is dat een ander dan verdachte op de bewuste 5 maart 2016 gebruik heeft gemaakt van diens telefoon of van de auto van verdachte’s moeder is door de verdediging wel geopperd maar niet nader geconcretiseerd.