Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Op 26-03-2015 is aan jou gevraagd om een reversal uit te voeren van doosjes van order PO6200569. De doosjes moesten retour worden gestuurd naar de Hoogbouw. De pallet met hierop 6 exportdozen gevuld met componenten van betreffende order zijn niet door jou gecontroleerd. Je nam aan dat de pallet bestond uit alleen maar exportdozen gevuld met doosjes echter in 1 exportdoos zat gedraaid FIGO-materiaal. Hierdoor is een mix up ontstaan bij aanvraag van de volgende order. (PO 6207667)
Op 28 juni werd er door QR een bon gecontroleerd en een afwijkende codering op de doos gevonden. In de SFP van de Instruction coding staat bij het doosje coderen achter Ch.B: L022382 en achter Verwendbar bis: 12-2016.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Ter zitting heeft [verweerder] aangegeven dat er thans geen sprake meer is van een onwerkbare situatie en dat hij wel terug zou kunnen keren in zijn functie.
te betalen. Volgens [verweerder] is MSD op grond van artikel 7:673 lid 1 BW een transitievergoeding verschuldigd van € 23.707,- bruto.
24 maanden heeft geduurd en de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever is ontbonden. Aan deze beide voorwaarden is voldaan en gelet op artikel 7:673 lid 2 BW heeft [verweerder] aanspraak op een transitievergoeding van € 23.707,- bruto. MSD zal daarom worden veroordeeld tot betaling daarvan. In de zaak van het verzoek heeft de kantonrechter reeds geoordeeld dat van ernstig verwijtbaar handelen geen sprake is.