ECLI:NL:RBNHO:2016:8645

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 september 2016
Publicatiedatum
19 oktober 2016
Zaaknummer
15/871415-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel met minderjarige en meerderjarige slachtoffers, bewijsminimum en betrouwbaarheid van verklaringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 september 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De verdachte heeft samen met anderen twee slachtoffers, waaronder een minderjarige, geworven en uitgebuit voor seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar en geloofwaardig zijn, en dat deze verklaringen door andere bewijsmiddelen worden ondersteund. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer [slachtoffer 1] voor zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbare positie van de slachtoffers in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871415-15 (P)
Uitspraakdatum: 22 september 2016
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 september 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Suriname),
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Almere.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E. Visser en van wat verdachte en zijn raadsman mr. R.J. Pardijs, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei t/m 10 augustus 2015 te Tilburg en/of te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum]),
(telkens)
1) heeft geworven, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 2), en/of
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele)
handelingen (artikel 273 f lid 1 sub 5), en/of
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 8),
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij "enige handeling(en)" (zoals genoemd onder 2)) (onder meer) hebben/heeft bestaan uit:
- het maken van erotische foto's van die [slachtoffer 1], althans foto's waarop die [slachtoffer 1] was gekleed in slechts weinig of weinig verhullende kleding;
- het aanmaken en/of plaatsen van een profiel en/of advertentie (met genoemde foto's) op één of meer website(s) op internet waarin die [slachtoffer 1] als (webcam)prostituee werd aangeboden;
- het beschikbaar stellen van een laptop en een telefoon om de seksuele werkzaamheden te kunnen uitvoeren;
- het bepalen welke tarieven die [slachtoffer 1] moest rekenenen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het mishandelen van die [slachtoffer 1];
- het mishandelen van [slachtoffer 2] in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- het (stelselmatig) (woordelijk) bedreigen van die [slachtoffer 1] en van de familieleden van die [slachtoffer 1] (onder meer met de mededeling dat die [slachtoffer 1] en/of haar familieleden zouden worden dood gemaakt en/of worden mishandeld);
Feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 10 augustus 2015, in ieder geval van 1 maart 2014 tot en met 10 augustus 2015, te Hoofddorp, Amsterdam en/of Tilburg, en/of (elders) in Nederland, en/of in België, Frankrijk en/of Londen (Engeland)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
door dwang, geweld of een andere feitelijkheid, door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie (telkens)
1) heeft geworven, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of drugssmokkel) dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (artikel 273 f lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, te bevoordelen uit de opbrengst van de door deze [slachtoffer 2] verrichte seksuele handelingen met of voor een derde (artikel 273f lid 1 sub 9),
en waarbij "enige handeling(en)" (zoals genoemd onder 2) en (dreiging) met geweld en/of een feitelijkheid (onder meer) hebben bestaan uit:
- het (meermalen) aanmaken en/of plaatsen van een profiel en/of advertentie (met genoemde foto's) op één of meer website(s) op internet waarin die [slachtoffer 2] als (webcam)prostituee werd aangeboden;
- het beschikbaar stellen van een laptop en een telefoon om de seksuele werkzaamheden te kunnen uitvoeren;
- het bepalen welke tarieven die [slachtoffer 2] moest rekenenen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het instrueren van die [slachtoffer 2] wat zij tegen derden diende te verklaren over hem, verdachte;
- het instrueren van die [slachtoffer 2] hoe zij naar Londen diende te reizen;
- het (meermalen) mishandelen van [slachtoffer 2];
- het dreigen die [slachtoffer 2] te mishandelen;
- het slaan van de broer van [slachtoffer 2] en/of
- het dreigen de moeder van [slachtoffer 2] dood te schieten en/of wat aan te doen.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Inleiding
Aan de verdachte is - kort samengevat - medeplegen van mensenhandel ten laste gelegd, in die zin dat hij samen met een ander of anderen, [slachtoffer 1], die op dat moment minderjarig was, (feit 1) en [slachtoffer 2] (feit 2) door het gebruik van een aantal in de tenlastelegging omschreven middelen en omstandigheden met het oogmerk van uitbuiting (webcam)prostitutiewerkzaamheden heeft laten verrichten.
3.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten met uitzondering van het onder feit 2 ten laste gelegde medeplegen. Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie ten aanzien van het medeplegen tot vrijspraak gerekwireerd.
3.3.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman - kort samengevat - aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], voor zover de belastende verklaringen van [slachtoffer 2] al betrouwbaar zijn, geen steun vinden in andere bewijsmiddelen, zodat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.4.
Partiële vrijspraak (ten aanzien van feit 2, medeplegen)Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft begaan. Uit het dossier noch het verhandelde ter terechtzitting kan worden afgeleid dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een of meer anderen. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het ten laste gelegde medeplegen.
3.5.
Bewijs(middel)verweer (ten aanzien van feit 1 en 2)
De verklaring van [slachtoffer 2]
De raadsman van verdachte heeft de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 2] afgelegde belastende verklaringen betwist. Volgens de raadsman heeft [slachtoffer 2], die in de zaak met betrekking tot feit 1 als medeverdachte wordt aangemerkt, er gelet op het non punishment-beginsel alle belang bij om tevens als slachtoffer te worden aangemerkt.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de belastende verklaringen die [slachtoffer 2] over verdachte heeft afgelegd, betrouwbaar en geloofwaardig zijn en daarom als bewijs kunnen worden gebruikt. Daartoe is redengevend dat [slachtoffer 2] met haar verklaring ten aanzien van [slachtoffer 1] zichzelf juist heeft belast en deze verklaring niet, zoals de verdediging heeft bepleit, in haar voordeel is. Blijkens de toelichting van de officier van justitie ter terechtzitting wordt [slachtoffer 2] ten aanzien van haar rol bij feit 1 vervolgd en dient ook zij zich ter zake op een zitting te verantwoorden. Voorts heeft [slachtoffer 2] geen aangifte gedaan tegen verdachte en heeft zij aanvankelijk ook niet met de politie willen praten, hetgeen bevestigt dat zij bang was voor verdachte en daarom niet meteen heeft verklaard dat zij ook zelf slachtoffer is van mensenhandel.
De rechtbank heeft tevens meegewogen dat de verklaring van [slachtoffer 2] wordt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] heeft direct tijdens het informatieve gesprek en ruim voordat [slachtoffer 2] haar belastende verklaringen heeft afgelegd, immers verklaard dat [slachtoffer 2] werd mishandeld door verdachte. Ook een dag later, tijdens haar verhoor bij de politie, heeft [slachtoffer 1] verklaard dat [slachtoffer 2] ook slachtoffer is.
3.6.
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen. De door de rechtbank als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde personen en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van aantreffen slachtoffer d.d. 11 augustus 2015 (dossierpagina 191 -192).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant]:
Op maandag 10 augustus 2015 (…) werd binnen getreden in een woning gelegen aan [adres] Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in verband met de aanwezigheid in die woning van een minderjarig slachtoffer van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Het slachtoffer zou zijn genaamd: [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum]. (…)
Op de zolderverdieping werd een meisje aangetroffen (…) Zij identificeerde zich met een verlopen identiteitskaart op naam van [slachtoffer 1]. (…)
Ongeveer in het midden van de zolderverdieping lag een opgemaakt tweepersoons matras op de grond. Op het bed lag een laptop. [slachtoffer 1] vertelde ons dat zij de gebruiker was van de laptop in verband met haar werkzaamheden voor webcamseks. [slachtoffer 1] overhandigde ons een mobiele telefoon waarvan zij vertelde dat zij die telefoon gebruikte voor haar “werk”.
Vervolgens vertelde zij dat zij webcamseks en het ontvangen van mannen voor seksuele handelingen tegen betaling in opdracht deed van een man genaamd [verdachte] (…). De verdiensten voor de webcamseks werden automatisch overgemaakt naar de bankrekening van de vriendin van [verdachte] of [verdachte] genaamd [slachtoffer 2]. De verdiensten van de seksuele handelingen moest zij onmiddellijk afstaan aan [verdachte] (…).
- Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 augustus 2015 (dossierpagina 201-204)
inhoudende de verklaring [slachtoffer 1]:
Ik ben [slachtoffer 1]. Ik word overmorgen 18 jaar.
(…)
Ongeveer drie maanden geleden ben ik weer weggelopen. Met de verkeerde persoon mee. Ik ging eerst naar Amsterdam naar een vriendin van wie ik de naam niet wil noemen. Vanuit daar ging ik de straat op waar ik een jongen tegen kwam die zijn naam niet wilde vertellen. (…) Hij heeft me naar Tilburg gebracht. (…) Hij heeft me niet verteld wat we precies gingen doen. (…) Het was ergens in mei 2015 denk ik. (…) We zijn meteen naar het adres gegaan van die andere jongen in de [adres] in Tilburg. (…) Daar werd ik aan hem voorgesteld. Ik kreeg daar een eigen kamer. Hij zei dat zijn naam [verdachte] was. Die andere jongen die mij naar Tilburg bracht zei dat ik hem “schatje” moest noemen. (…)
Toen gebeurde er allemaal niet zo leuke dingen. Ik moest achter een webcam gaan zitten. In het begin waren ze heel lief en open en gastvrij. Met ze bedoel ik [verdachte] en [slachtoffer 2]. (…) Nadat ik daar ongeveer een week was begon het werk achter de webcam. [verdachte] bracht het op een dreigende manier dat ik achter de cam moest zitten. (…) Ik moest naakt achter de cam mezelf showen. Ik had een profiel op Kinky. Er werden foto’s gemaakt voor mijn profiel. [verdachte] en [slachtoffer 2] hebben een profiel gemaakt. [slachtoffer 2] heeft naaktfoto’s van mij gemaakt. (…) Alles ging op de rekening van [slachtoffer 2]. Hiermee bedoel ik het geld dat mensen betaalde om mij op de cam te zien. (…) Het ging naar de rekening van [slachtoffer 2]. Ik moest bij houden hoeveel geld ik maakte. Ik moest dat opschrijven. Af en toe kreeg ik een tientje (10 euro). Ik durfde het ook niet te vragen, want dan kreeg ik een klap, omdat [verdachte] mij brutaal vond. (…)
Ja, ik werd vaak geslagen. (…) Ik werd bedreigd door [verdachte]. (…) Hij dreigde met mijn broertje en zusje. Dat hij ze vermoorden. Hij dreigde mij ook met de dood. (…) Op een gegeven moment zei hij dat hij me niet meer zou slaan maar zou gaan steken. (…)
Ik moest alleen maar achter de cam. Mijn naam op Kinky was Megan. (…) Ik moest van [verdachte] of [slachtoffer 2] zeggen dat ik 22 was. (…) [slachtoffer 2] en [verdachte] hebben dat profiel gemaakt. (…) Ik weleens gehoord dat [slachtoffer 2] met haar hoofd tegen de muur had geslagen. Ik zat in de kamer ernaast. (…)
Hij zei dat ik moest gaan junta-en. Dit betekent werken. We gingen met de auto naar Hoofddorp. (…) Ik moest eigenlijk daar hetzelfde gaan doen, maar moest nu ook afspraken gaan maken om mannen daar te ontvangen voor seks tegen betaling. (…) [verdachte] vertelde me hoe ik de afspraken moest regelen. Dat ik altijd vrolijk en lief moest doen tegen de klanten. Hoeveel ik moest vragen. Ik moest 80 euro per half uur vragen en 150. Voor sommige dingen moest ik extra vragen. (…) Van te voren legde [verdachte] duidelijk uit wat ik moest doen. (…) [verdachte] verstopte zich in de woning. Dan moest ik wat te drinken aanbieden en laten betalen. Ik moest het geld direct afgeven aan [verdachte]. Ik was zo bang om geslagen te worden dat ik met alles heel voorzichtig was. (…) Ik kreeg een keer een harde klap, maar ik dacht gelijk dat ik niet mocht huilen, want dan zou ik weer een klap krijgen. (…) [verdachte] vertelde me ook wat ik moest zeggen als de politie zou komen. (…)
V: We willen jou een foto laten zien (K-01). Weet jij wie dit is?
A: Mmmm dat is hij. Dat is [verdachte]. (…).
-
Een proces-verbaal herkenning verdachte [verdachte] d.d. 12 augustus 2015 (dossierpagina 218).Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
Op dinsdag 11 augustus 2015 is er een aangifte opgenomen van [slachtoffer 1]. (…) Tijdens het verhoor wordt door mij een foto getoond aan aangeefster [slachtoffer 1]. Het betreft een foto uit de fotomap van onderzoek 04ARARAT onder nummer K-01. Op de foto staat afgebeeld: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 december 2015 (dossierpagina 577, 580-581)inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2]:
V: Heb jij gezien dat [verdachte] heeft mishandeld?
A: (…) Ik heb één keer gezien dat hij haar heeft geslagen in haar gezicht. Twee keer, twee keer heb ik gezien dat hij haar heeft geslagen in haar gezicht. (…)
Ik heb [slachtoffer 1] in Tilburg leren kennen. Ze kwam met een neef/vriend van [verdachte] (…) [verdachte] vertelde mij dat ik haar moest helpen om in de prostitutie te gaan. Ik heb dat gedaan. [verdachte] zat naast mij op de laptop en heeft mij verteld hoe de seksadvertentie moest worden opgemaakt. Hij zei tegen mij dat [slachtoffer 1] de volgende dag moest gaan werken. (…)
V: Wat heb jij haar misdaan?
A: De seksadvertentie opgemaakt en de foto’s hiervoor gemaakt.
V: Wat kan je vertellen over de webcamseks van [slachtoffer 1]?
A: Ik weet dat ze het deed, ik heb haar voor de webcam gezien. (…)
V: Wist je dat het geld wat hiermee werd verdiend op jouw rekening werd gestort?
A: Ja, maar dat moest ik meteen weer pinnen en afgeven aan [verdachte].
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 december 2015 (dossierpagina 504)inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2]:
V: Wat is er gebeurd met de laptop waarmee de seksadvertenties werden aangemaakt?
A: Die van [slachtoffer 1] zijn met de laptop van [betrokkene] gemaakt. (…) [slachtoffer 1] heeft ook met die laptop webcamseks gedaan. (…)
- Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 25 augustus 2015 (dossierpagina 427 - 430)inhoudende de verklaring van getuige [getuige 1]:
(…) Nou [betrokkene] kwam dat een vriend, een Surinamer, kwam die drie dagen wilde komen logeren. (…) Daarna die dag kwam hij met zij vriendin. (…) [slachtoffer 1], dat was zijn vrouwtje. (…), dit was die jongen [verdachte] (fonetisch) ofzo. (…) Dit waren niet mij type vrienden en hij praatte hard en schreeuwde en hij ging steeds te keer tegen zijn vrouwtje. (…) Die [slachtoffer 1] was een lief meisje was zijn vrouwtje en bleef daar slapen en hij zelf, die [verdachte] bleef daar ook slapen. (…) Ik zag dat die [verdachte] niet spoorde dat zag ik hoe hij deed (…). Ik hoorde hem hard praten en zeggen: ‘moet je klap hebben, je moet luisteren’. (…)
Wat mij opviel, alsof het meisje [slachtoffer 1] niet met mij mocht praten, ik voelde dat er iets niet klopte, ze was heel erg bang. Ook als ik hem hoorde schreeuwen, ik hoorde geen weerwoord van haar.
(…) hij, die ara was op dat moment de baas in het huis. Die blonde had wel meer te zeggen dan [slachtoffer 1]. (…)
het blonde meisje heette [slachtoffer 2], (…). [slachtoffer 2] heeft ongeveer anderhalve week in het huis geslapen. [slachtoffer 1] en [verdachte] in totaal drie weken ongeveer denk ik. [slachtoffer 2] ging waar haar man, [verdachte] was, [slachtoffer 1] was vaak alleen, zat boven. (…)
- Een proces-verbaal van bevindingen bankgegevens ING VE [slachtoffer 2] d.d. 12 augustus 2015 (dossierpagina 700-701).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
(…)
Op dinsdag 11 augustus 2015 (…) verkreeg ik, verbalisant, een excelbestand van de ING-bank te Leeuwarden met alle transacties van de rekening (…) van [slachtoffer 2] voornoemd.
Hieruit bleek onder andere het volgende:
- er in genoemde periode 13 stortingen van geld op de rekening voornoemd waren verricht door MIDHOLD B.V. in relatie tot de website Kinky.nl. Aangenomen kan worden dat dit stortingen zijn van het met webcamsex verdiende geld.
Het betreft samengevat de volgende stortingen:
(…)
2 juli 2015 een bijschrijving van 46,85 euro/ PC […] – HOTMAIL.COM JUN15 HOOFDDORP
(…)
  • 16 juli 2015 een bijschrijving van 204,02 euro / PC […] – HOTMAIL.COM JUL15 HOOFDDORP
  • 23 juli 2015 een bijschrijving van 143,05 euro / PC […] – HOTMAIL.COM JUL15 HOOFDDORP
(…)
Ten aanzien van feit 2
- Een proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel d.d. 12 augustus 2015 (dossierpagina 197).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
[slachtoffer 1] geeft aan (…) Ook [slachtoffer 2] heeft [slachtoffer 1] een keer geslagen, maar [slachtoffer 2] werd ook mishandeld door [verdachte].
- Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 augustus 2015 (dossierpagina 203)inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1]:
(…)
[slachtoffer 2] vertelde dat zij ook achter cam heeft gezeten, maar dat heb ik nooit gezien. (…) Ik weleens gehoord dat [slachtoffer 2] met haar hoofd tegen de muur had geslagen. Ik zat in de kamer ernaast. Dat was nog in Tilburg. Ik zag daarna dat ze huilde. (…) Ze gaat vaak voor hem naar Engeland om drugs (coke of speed) te smokkelen. Dat stopt ze dan in haar puni (vagina) en kwam terug met veel geld. Dit vertelde [verdachte] aan mij. Ik moest het eigenlijk ook gaan doen, maar ik was nog geen 18 zei hij. (…)
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 december 2015 (dossierpagina 721-723)inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2]:
(…)
Hij heeft me een keer in elkaar geslagen. Ik kon toen bijna twee weken niet goed eten. Op mijn kaak, dat deed echt gigantisch pijn. (…)
Ik moest ook naar Engeland, om drugs te vervoeren. (…) Dit was in dit jaar 2015. (…) [verdachte] heeft mij voordat ik werd aangehouden verteld wat ik tegen de politie moest verklaren.
V: Waar kreeg jij de drugs om in te brengen?
A: in België.
V: Wie gaf dit aan je?
A: Een vriend van [verdachte].
V: Hoe ging dat?
A: Die vriend kwam me ophalen met de auto in Tilburg en bracht me naar België. Daar stapte ik op de bus.
(…)
V: Je vertelde dat je ook voor [verdachte] in de prostitutie hebt gewerkt?
A: Ja, daarna moest ik ook van hem achter de webcam zitten.
V: Had je daar een vrije keuze in?
A: Nee. Hij vond dat er niet geld moest komen van een persoon. (…)
V: Om in de prostitutie te werken moeten er dingen geregeld worden, hoe is dit gegaan?
A: Hij heeft dit voor me opgezet. Via een laptop heeft hij een advertentie gemaakt.
(…)
V: Weet je op welke site?
A: Kinky.nl ook.
(…)
V:Wat was jouw werknaam op Kinky.nl
A: [naam]
(…)
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 december 2015 (dossierpagina 732-740)inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2]:
(…)
V: Waarom ben je gestopt met school?
A: Omdat ik de bus niet meer kon betalen. [verdachte] pinde al mijn geld van mijn rekening. (…)
V: ik kon niets meer betalen, mijn verzekering niet meer, niets meer.
Ik heb twee weken bij vriend van [verdachte] gezeten in Amsterdam. (…) Dat was in maart 2014. Mijn moeder en ik kregen steeds meer ruzie (..). Niet altijd over [verdachte], (…)Ik had een gesprek met [verdachte] over dat ik alleen nog maar ruzie had met mensen. [verdachte] zei dat het misschien beter was als ik uit huis zou gaan en dat hij wel iemand kende in Amsterdam. (…)
V: Toen ging je naar Amsterdam?
A: Ja, (…). We woonden daar met die vriend van [verdachte], [verdachte] en ik. (…), daar heeft [verdachte] mij in de prostitutie gezet. (..) Ik vond het niet fijn om te doen. Ik durfde toen al niet meer tegen [verdachte] in te gaan.
(…)
[verdachte] kwam naar me toe en dat we inkomen nodig hadden. Dat ik ook voor geld moest zorgen. Hij zei dat ik in de prostitutie moest gaan. (…) [verdachte] had het geregeld. Precies zoals het met [slachtoffer 1] is gegaan. Hij had een advertentie gemaakt en vertelde mij wat ik moest doen. (…) Op Kinky.nl (…) Foto’s en een naam en telefoonnummer. Eerst stonden er foto’s van een ander. Ik weet niet wie dat was. Later heeft [verdachte] foto’s van mij gemaakt. (…)
Het begon binnen een week nadat we in Amsterdam woonden. (…) Ik moest 80,- euro vragen voor een halfuur.
(…)
Ik moest eerst aan de klant vragen of hij wat te drinken wilde. Ik moest dan het geld geven aan [verdachte].(…)
Hij heeft mij zoveel pijn gedaan. Zowel lichamelijk als psychisch. (…) Hij zei dat hij mijn moeder zou doodschieten. Hij heeft mijn broer geslagen. (…)
Bij het maken van profiel op Kinky heeft [verdachte] laten zien als ik geen klanten had dat ik dan voor de webcam moest zitten om mezelf te laten zien (…) aan klanten. Dat webcam profiel had [verdachte] aangemaakt. Ik moest mezelf naakt laten zien aan mensen die gebruikt maakte van de webcam service. (…) Dat geld werd op mijn rekening gestort en dat moest ik weer afgeven aan [verdachte]. (…)
V: Wat vond je ervan om naar Tilburg te gaan?
A: Ik dacht in eerste instantie dat het daar misschien beter was. Dat ik daar gewoon werk kon gaan doen, omdat het dichtbij de stad was. Of weer een studie oppakken, maar daar ging het prostitutiewerk en webcam seks gewoon verder. (…)
V: Wie maakte de afspraken met klanten?
A: Ik moest het doen. [verdachte] kwam dan naast me staan. Dan legde hij me woorden in me mond. (…)
Op een gegeven moment zag [verdachte] in dat prostitutie niet meer genoeg opleverde, want ik probeerde zoveel mogelijk geen afspraken te maken. [verdachte] zij toen dat ik dan maar naar Londen moest gaan. (…) Ik moest cocaïne meenemen vanuit Nederland naar Londen. [verdachte] droeg mij thuis over in Tilburg aan een vriend die mij naar de bus bracht, (…). De bus ging naar Calais. (…) Ik moest het vervolgens in mijn anus of vagina meenemen. Dit moest van [verdachte]. (…) In London moest ik [verdachte] bellen, hij vertelde wat er verder gebeurde. (…) Na de overdracht kreeg ik geld. Van dat geld mocht ik 100,- euro omwisselen om te leven. De rest van het geld gaf ik later aan [verdachte] als ik weer terug was in Nederland. (…)
[verdachte] zei dat ik nooit zijn naam mocht noemen. Hij zei: Je weet dat ik macht heb en vrienden en dat we je weten te vinden. Hij heeft me verteld wat ik moest zeggen over prostitutie, maar ik weet niet meer wat. Ik weet vooral dat hij veel herhaalde dat ik nooit over hem mocht praten en dat hij macht had en vrienden had die mij en mijn familie wat aan konden doen. Ik wilde uit angst niet verklaren aan de politie, Ik was zo bang dat mijn moeder wat aangedaan werd, maar toen ik in Ter Peel was, besefte ik dat ik helemaal geen crimineel ben. (…)
V: Vanaf wanneer hebben jullie in Tilburg gewoond?
A: Een periode van eind oktober, begin november 2014.
(…)
V: Wie maakte er gebruik van jouw bankpas?
A: Eigenlijk alleen [verdachte].
(…)
Ik confronteerde [verdachte] met het feit dat hij boos werd om niks. Hij duwde mij in de kamer, trok mij op het bed en zei dat hij mij niet wilde horen. Als ik geluid maakte dreigde hij met mij weer te slaan. Das was altijd zo als ik moest huilen. Hij trok de kamer dicht en sloot deze af. (…)
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2016 (dossierpagina 653).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
Op dinsdag 18 augustus 2015 werd de inbeslaggenomen telefoon voorzien van simkaart nummer: (…) 1296 (…) uitgelezen (…). Uit onderzoek is gebleken dat deze mobiele telefoon inbeslaggenomen is onder verdachte [slachtoffer 2]. (…) Uit onderzoek blijkt het volgende:
- op 03-07-2015 te (…) stuurt simkaart nummer (…)1296 een sms bericht naar telefoonnummer (…)7064:
“Ben bus”.
(…)
- op 04-07-2015 te (…) stuurt simkaart nummer (…)1296 een sms bericht naar telefoonnummer (…)7064:
“ Vertrek nu van gen”.
(…)
Na bevraging bij de informatieafdeling van het Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, (…) bleek dat het telefoonnummer (…)7064 een Engels telefoonnummer betreft. (…).
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 september 2015 (dossierpagina 697-698).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
(…)
Op 10 augustus 2015 is onder verdachte [slachtoffer 2] (…) een mobiele telefoon in beslag genomen (…). Deze telefoon is op 18 augustus 2015 uitgelezen. (…) Binnen het onderzoek (…) werden, over de periode van 10 februari 2015 tot en met 10 augustus 2015, de historische verkeersgegevens (…) opgevraagd.
(…)
  • In de opgevraagde periode zijn er 18 contacten met het nummer [telefoonnummer]. Dit betreft een telefoonnummer afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. De contacten vonden voornamelijk plaats in d periode van 09-04-2015 tot en met 22-04-2015.
  • In de opgevraagde periode zijn er 8 contacten met het nummer [telefoonnummer], ook dit nummer is afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. De contacten waren allen inkomend en vonden plaats op 12-04-2015, op 04-07-2015 en op 05-07-2015. (…).
- Een proces-verbaal van bevindingen bankgegevens ING VE [slachtoffer 2] d.d. 12 augustus 2015 (dossierpagina 700-701).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
(…)
Op dinsdag 11 augustus 2015 (…) verkreeg ik, verbalisant, een excelbestand van de ING-bank te Leeuwarden met alle transacties van de rekening (…) van [slachtoffer 2] voornoemd.
Hieruit bleek onder andere het volgende:
- er in genoemde periode 13 stortingen van geld op de rekening voornoemd waren verricht door MIDHOLD B.V. in relatie tot de website Kinky.nl. Aangenomen kan worden dat dit stortingen zijn van het met webcamsex verdiende geld.
Het betreft samengevat de volgende stortingen:
(…)
  • 15 januari 2015 een bijschrijving van 43,88 euro/ PC […] HOTMAIL.COM JAN 15 HOOFDDORP
  • 5 februari 2015 een bijschrijving van 20,88 euro / PC […] HOTMAIL.COM JAN 15 HOOFDDORP
  • 26 maart 2015 een bijschrijving van 37,52 euro / PC […] HOTMAIL.COM MRT 15 HOOFDDORP
  • 2 april 2015 een bijschrijving van 32,60 euro / PC […] HOTMAIL.COM MRT 15 HOOFDDORP
  • 9 april 2015 een bijschrijving van 50,22 euro / PC […] HOTMAIL.COM MRT 15 HOOFDDORP
  • 7 mei 2015 een bijschrijving van 52,33 euro/ PC […] HOTMAIL.COM APR 15 HOOFDDORP
  • 4 juni 2015 een bijschrijving van 25,27 euro/ PC […] HOTMAIL.COM MEI 15 HOOFDDORP
(…)
9 juli 2015 een bijschrijving van 225,24 euro / PC […] HOTMAIL.COM JUN 15 HOOFDDORP
(…)
- Een proces-verbaal verstrekking gegevens Citytours d.d. 27 oktober 2015 (dossierpagina 714).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant]:
Van verdachte [slachtoffer 2] (…) zijn de bankgegevens gevorderd. Uit onderzoek van deze gegevens is gebleken dat [slachtoffer 2] een 9-tal betalingen heeft gedaan vanaf haar bankrekening naar de bankrekening van Stagecoach services LTD, zijnde een busbedrijf gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. Uit onderzoek op het internet is gebleken dat boekingen voor dit bedrijf in Nederland lopen via een bedrijf genaamd Citytours (…).
Op 18 september 2015 is door de Officier van Justitie (…) gevorderd aan Citytours om de bij hen geboekte of geregistreerde reizen van verdachte [slachtoffer 2] te verstrekken in de periode van 1 januari 2015 t/m 10 augustus 2015.
Door Citytours is aan deze vordering voldaan. Uit de door hen verstrekte gegevens bleek dat [slachtoffer 2] op de volgende data heeft gereisd.
  • 4 januari 2015
  • 28 januari 2015
  • 26 februari 2015
  • 16 maart 2015
  • 9 mei 2015
  • 26 mei 2015
(…) In alle gevallen betrof het reisdoel Londen, Verenigd Koninkrijk.
- Een proces-verbaal bevindingen informatie GGD d.d. 11 januari 2016 (dossierpagina 747).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant]:
(…)
Op maandag 4 januari 2016 (…) hebben wij een bezoek gebracht aan de GGD (…). Daar spraken wij met Sociaal verpleegkundige [verpleegkundige]. (…)
Uit het computersysteem bleek dat er op 15 april 2014 een consult is geweest (…).
Kort na ons bezoek werden we via collega’s aan het politiebureau verzocht om contact op te nemen met [verpleegkundige]. [verpleegkundige] vertelde mij (…) dat [slachtoffer 2] een bezoek heeft gebracht aan de GGD op 12 juni 2015 in Haarlem. [verpleegkundige] heeft [slachtoffer 2] destijds zelf behandeld en na het lezen van de aantekeningen van dit consult stond dit bezoek haar nog bij. [verpleegkundige] vertelde onder andere dat [slachtoffer 2] haar tijdens het consult heeft verteld dat ze door haar vriend werd geslagen. [slachtoffer 2] heeft de blauwe plekken hiervan aan [verpleegkundige] laten zien.
(…)
- Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 augustus 2015 (dossierpagina 761-762)inhoudende de verklaring van getuige [getuige 2]:
(…)
Ik weet wel dat zij de laatste tijd huilend opbelde dat zij dit leven niet meer wilde. Ik zei; dan kap er dan mee. Zij zei dan dat kan niet want dan schiet hij u dood. (…)
Ze belde me een keer op dat ze bij haar keel gegrepen was en bedreigd was met een mes. Dit was ook in Tilburg. (…) Ik zei wel ga naar de politie maar dat durfde ze niet want dan dacht ze dat werd dood geschoten. Ik ben toen naar de politie in Hoofddorp gegaan. Daar heb ik gesproken met iemand. Ik heb contact gehad met veilig thuis in Haarlem want ik was bang dat ze werd geslagen en ik werd bedreigd. (…)
- Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 maart 2016 (dossierpagina 772-773)inhoudende de verklaring van [getuige 3]:
(…) [slachtoffer 2] heeft verteld dat ze drugs smokkelde naar Engeland voor [verdachte] en dat het de bedoeling was dat ik dat ook moest doen. Dit vertelde ze me pas toen we in [slachtoffer 2] waren. (…) Ik zag dat [slachtoffer 2] bolletjes ergens vandaan had gehaald. Ze stond in de douche in een hotel, ik weet niet welke, ze liet daarna die bolletjes zien.
V: Waar haalde ze de bolletjes vandaan?
A: Ik denk uit haar vagina of kont. Ik heb het niet gezien, maar het gebeurde in 5 minuten, dus ik denk niet dat ze het uit gepoept heeft.
(…)
Ik weet niet hoeveel het was. Het was verpakt in zwart tape. Er zat ook een condoom omheen, [slachtoffer 2] zei dat het cocaïne was. (…)
V:Wanneer was dat?
A: Ik denk augustus 2015 of een maand ervoor.
(…)
- Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] d.d. 16 december 2015 (los opgenomen)inhoudende de verklaring van [getuige 4] bij de rechter-commissaris:
(…)
Ik ben twee keer in Tilburg op haar kamer geweest en één keer heb ik haar in de stad van Tilburg ontmoet. [slachtoffer 2] woonde met [verdachte] in Tilburg. (…)
De keren dat ik in Tilburg was moest ze van [verdachte] geld krijgen om iets te kunnen doen. Er stond ook niks op haar rekening en ze moest dan wachten totdat hij er wat op stortte. Ik kreeg niet de indruk dat ze haar eigen geld beheerde. (…) Het viel me op dat ze onderdanig was. Dat was normaal niet haar karakter.
3.7.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 1 en 2
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Daartoe is redengevend dat de belastende verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gedetailleerd en consistent zijn en elkaar ondersteunen. Voorts worden de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op relevante onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen zodat voldaan is aan het wettelijk bewijsminimum.
Ten aanzien van feit 1
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 bepleit dat van medeplegen geen sprake kan zijn. De rechtbank begrijpt dit verweer aldus dat de raadsman hier doelt op de rol van [slachtoffer 2] en op welke wijze de rechtbank deze rol moet wegen. De raadsman meent dat het complex is om ten aanzien van dit feit tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen. Dit omdat [slachtoffer 2] zou zijn gedwongen tot het verrichten van bepaalde feitelijke handelingen, zodat bij [slachtoffer 2] geen sprake is geweest van het voor medeplegen vereiste dubbele opzet, namelijk opzet op de samenwerking en opzet op de strafbare gedraging.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat het in de onderhavige zaak gaat om het verwijt van medeplegen dat verdachte en niet [slachtoffer 2] wordt gemaakt. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte bewust en nauw heeft samengewerkt met in ieder geval [slachtoffer 2], waarbij de rol van verdachte, maar ook die van [slachtoffer 2], op onderdelen essentieel was. De rechtbank wijst er daarbij op dat [slachtoffer 2] onder meer op verzoek en in het bijzijn van verdachte een profiel voor [slachtoffer 1] op internet (Kinky.nl) heeft aangemaakt en voorts foto’s ten behoeve van dit profiel van [slachtoffer 1] heeft genomen. Voorts heeft [slachtoffer 2] haar bankrekening ter beschikking gesteld waarop geld dat door [slachtoffer 1] verdiend was met webcamsekswerkzaamheden door klanten moest worden gestort, welk geld zij vervolgens aan verdachte afstond. Dat [slachtoffer 2] hier wellicht niet zelf het initiatief toe heeft genomen, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan het feit dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen.
3.8.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij in de periode van 1 mei t/m 10 augustus 2015 te Tilburg en te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
een ander, genaamd [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum]),
(telkens)
1) heeft geworven, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 2), en
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel handelingen heeft ondernomen waarvan hij en zijn mededader(s) wist(en) dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen (artikel 273 f lid 1 sub 5), en
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 8),
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij "enige handelingen" (zoals genoemd onder 2)) (onder meer) hebben bestaan uit:
- het maken van erotische foto's van die [slachtoffer 1], althans foto's waarop die [slachtoffer 1] was gekleed in slechts weinig of weinig verhullende kleding;
- het aanmaken en plaatsen van een profiel en/of advertentie (met genoemde foto's) op één website op internet waarin die [slachtoffer 1] als (webcam)prostituee werd aangeboden;
- het beschikbaar stellen van een laptop om de seksuele werkzaamheden te kunnen uitvoeren;
- het bepalen welke tarieven die [slachtoffer 1] moest rekenen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het mishandelen van die [slachtoffer 1];
- het mishandelen van [slachtoffer 2] in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en
- het stelselmatig (woordelijk) bedreigen van die [slachtoffer 1] en van de familieleden van die [slachtoffer 1] (onder meer met de mededeling dat die [slachtoffer 1] en haar familieleden zouden worden dood gemaakt en/of worden mishandeld);
Feit 2:
hij in de periode van 1 juli 2014 tot en met 10 augustus 2015, te Hoofddorp, Amsterdam en Tilburg, en in België, Frankrijk en Londen (Engeland)
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
door dwang, geweld of een andere feitelijkheid, door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
(telkens)
1) heeft geworven en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 1), en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en drugssmokkel) dan wel enige handelingen heeft ondernomen waarvan hij wist dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (artikel 273 f lid 1 sub 4), en
3) heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van de door deze [slachtoffer 2] verrichte seksuele handelingen met of voor een derde (artikel 273f lid 1 sub 9),
en waarbij "enige handelingen" (zoals genoemd onder 2) en (dreiging met) geweld en/of een feitelijkheid (onder meer) hebben bestaan uit:
- het aanmaken en plaatsen van een profiel en advertentie op één website op internet waarin die [slachtoffer 2] als (webcam)prostituee werd aangeboden;
- het bepalen welke tarieven die [slachtoffer 2] moest rekenen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het instrueren van die [slachtoffer 2] wat zij tegen derden diende te verklaren over hem, verdachte;
- het instrueren van die [slachtoffer 2] hoe zij naar Londen diende te reizen;
- het meermalen mishandelen van [slachtoffer 2];
- het dreigen die [slachtoffer 2] te mishandelen;
- het slaan van de broer van [slachtoffer 2] en
- het dreigen de moeder van [slachtoffer 2] dood te schieten en/of wat aan te doen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen onder de omstandigheid dat de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
Feit 2:
Mensenhandel.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertig (40) maanden, zulks met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met één of meer anderen binnen een periode van een aantal maanden schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van de destijds minderjarige [slachtoffer 1]. Voorts heeft verdachte zich gedurende een periode van ruim een jaar schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 2]. Verdachte heeft [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ertoe aangezet om (webcam)prostitutiewerkzaamheden te verrichten. Verdachte heeft voor huisvesting gezorgd, er zijn foto’s van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ten behoeve van klantenwerving op internet gemaakt en beiden zijn door verdachte geïnstrueerd over de werkwijze en de te hanteren tarieven voor seksuele handelingen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meermalen mishandeld en bedreigd. Tevens moesten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de opbrengsten uit de prostitutie aan verdachte afstaan. Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer 2] er meerdere malen toe aangezet om cocaïne in haar lichaam naar Engeland te smokkelen.
Zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] bevonden zich in een kwetsbare positie toen zij voor het eerst in contact kwamen met verdachte. Verdachte heeft daar op zeer kwalijke wijze misbruik van gemaakt. [slachtoffer 1] was toen een minderjarig meisje met een belaste voorgeschiedenis dat regelmatig wegliep uit de instellingen waar zij verbleef. [slachtoffer 2] kwam voor het eerst in contact met verdachte toen ook zij nog minderjarig was, naar school ging en werk had. Verdachte heeft haar verleid en in praktische, maar ook feitelijke zin van hem afhankelijk gemaakt, met als resultaat dat zij niet meer naar school ging en ook haar bijbaantje heeft opgezegd.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten zeer aan. Door aldus te handelen, heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van de slachtoffers. Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 17 maart 2016 waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder is veroordeeld;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 14 januari 2016 van
[reclasseringswerker],als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.
De strafeis van de officier van justitie is in overeenstemming met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd. Noch in de omstandigheden waaronder het feit is begaan, noch in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, vindt de rechtbank aanleiding daarvan af te wijken.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 11.139,21 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een bedrag van € 1.139,21 ter zake de door haar geleden materiële schade en een bedrag van € 10.000,- ter zake de door haar geleden immateriële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezen verklaarde feit. Tevens komt de rechtbank vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van € 5.000,- billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: mensenhandel] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 47, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.8 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
VEERTIG [40] MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.139,21(zegge: zesduizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig eurocent), bestaande uit € 1.139,21 voor de materiële schade en € 5.000,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van €
€ 6.139,21(zegge: zesduizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
65 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.C. van den Bos, voorzitter,
mr. W. Veldhuijzen van Zanten en mr. M.E. Francke, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. V.J.M. Goldschmeding,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 september 2016.
Mr. Veldhuijzen van Zanten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.